Monsterlijke dataregistratieverplichting NZa bij nieuw zorgprestatiemodel GGZ

zorgprestatiemodelOp 3 februari 2022 verscheen op de website van de LVVP een nieuwsbrief over de privacy-kanten van de introductie van het nieuwe zorgprestatiemodel als basis voor de bekostiging van de GGZ. De Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) liet dit systeem per 1 januari 2022 ingaan. De LVVP is de Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten. Op die webpagina bespreekt de LVVP de privacyaspecten die spelen rond de declaratiedata die naar de zorgverzekeraars gaan en de data die de NZa wil ontvangen van de zorgaanbieders. En passant maakt ze duidelijk welke regeling er onder ligt met daarin enorme hoeveelheden informatie-elementen die zorgverleners dienen vast te leggen. Het zorgprestatiemodel moet het systeem van de declaraties op basis van Diagnose BehandelCombinaties(DBC’s) gaan vervangen. Het doel van het nieuwe systeem is eigenlijk om tot de Heilige Graal van het kunnen voorspellen van zorguitgaven in de GGZ te kunnen geraken.

Zorgprestatiemodel en Algemene Rekenkamer

Met dit model voert de NZa een systeem in dat de Algemene Rekenkamer(AR) al in 2017 fors bekritiseerde. Als één van de pijlers onder het systeem gebruikt men de HONOS+ vragenlijst, een zogenaamde ROM(Routine Outcome Monitoring) vragenlijst. De enige reden waarom de AR zo prominent die ROM-data als ongeschikt afwees is dat zij die als drijfzand beschouwde waarop een hele financiële constructie werd gebouwd. Het was toen een fundamentele waarschuwing aan het adres van de leiding van het ministerie van VWS om andere keuzes te maken en die met het veld te communiceren. De minister van VWS was overigens destijds Edith Schippers.

Zorgprestatiemodel en zorgclustermodel     

In Engeland hadden Nederlandse ambtenaren het zorgclustermodel ontwaard. Men omarmde dit als nieuw bekostigingsmodel voor de GGZ. Rond 2019/2020 deed de NZa een pilot ermee. Het verliep niet vlot, want er waren nauwelijks vrijwillige GGZ-instellingen. De knoet moest er aan te pas komen in de vorm van een bestuurlijke verplichting door de NZa om GGZ-instellingen te verplichten mee te doen. Bij de evaluatie van de pilot geeft de NZa haar positieve duiding over het gebruik van het zorgclustermodel voor zorgvraagtypering. Dat terwijl ze constateert dat binnen het programma ‘zorgprestatiemodel” de partijen niet tot een gedragen duiding van de resultaten van de pilot met het zorgclustermodel kwamen.” De analyse viel niet te beoordelen omdat de analysemodellen niet expliciet gerapporteerd werden. Nergens vind je of er over een alternatief is nagedacht. Laat staan dat er een alternatief is onderzocht. O, ja, in Engeland nam men ondertussen het zorgclustermodel NIET in gebruik.

Aanleververplichting te summier voorgesteld

In de nieuwsbrief van de LVVP staat dat voor aanlevering aan de NZa slechts nodig zijn:

“De aanbieder levert via een separate gegevensstroom (dus los van de declaratiestroom) op grond van een informatieverplichting in de Nadere Regeling in het kader van zorgvraagtypering de volgende informatie-elementen rechtstreeks aan de NZa aan:

  • de antwoorden op de HONOS-vragen
  • het geadviseerd zorgvraagtype
  • het gekozen zorgvraagtype
  • de drie elementen over historisch zorggebruik.”

Als je echter gaat kijken in de Regeling van de NZa die hieronder ligt dan blijkt in artikel 4.2 Informatieverplichtingen aan de NZa iets totaal anders te staan. Daar blijkt dan dat de NZa 27 van de 48 informatie-elementen die de regeling kent te willen hebben. Met daarnaast in artikel 4.2 lid 4 de verplichting om halfjaarlijks de “Periodieke aanlevering zorgvraagtypering” te moeten verzorgen richting NZa. Die bestaat uit 19 informatie-elementen.

Nadere bevragingen?

Er zit een vreemd verschil tussen alle verplichte informatie-elementen die zorgverleners in de GGZ volgens de regeling moeten vastleggen en de wat ingeperkte lijst die aan de zorgverzekeraar(bij indienen declaratie) en aan de NZa aangeleverd moet worden. Waarom dan toch die uitputtende lijst met informatie-elementen? Hier zie je duidelijk de hand van weifelende ambtenaren die liever een overkill hebben aan vastgelegde data bij de zorgverlener dan in de toekomst met het probleem te zitten van het vragen naar data die niet vastgelegd zijn. Ik acht het zeer wel mogelijk dat er in de loop van de komende jaren toch een verplichting komt om uiteindelijk de hele uitputtende lijst van informatie-elementen te moeten inleveren bij de NZa.

Loodzware registratielast

De monsterlijke datahonger van de NZa legt een loodzware registratielast op de zorgverleners die veel tijd daarmee zoet zullen zijn en in de tijd geen patiënten kunnen behandelen. Het tekent ook weer de verhouding tussen de overheid, NZa en zorgverzekeraars enerzijds en de zorgverleners anderzijds.

Het is beslist geen goede ontwikkeling. Zeker niet als het gaat om een zorgprestatiemodel dat fungeert als Trojaans paard om het sterk bekritiseerde zorgclustermodel binnen te halen.

Ronduit triest is het als je beseft waarom men de hele operatie uitvoert.

De voornaamste reden is om de kosten van de GGZ te kunnen voorspellen. Dat is voor de zorgverzekeraars belangrijk omdat de ex-post(achteraf) verevening van zorggelden afgeschaft is en alleen nog ex-ante verevening plaats vindt.

Je ziet dat men het werkveld opzadelt met een registratielast voor een probleem dat men elders dient op te lossen.

In een volgend artikel zal ik ingaan op het verzamelen van zorgdata op persoonsniveau door de NZa en Vektis ook al sturen de zorgverleners-/aanbieders die data gepseudonimiseerd in .

W.J. Jongejan, 5 februari 2022

Afbeelding van Sebastian Ganso via Pixabay

Voor de aardigheid plaats ik hier nogmaals de link naar de Regeling van de NZa. Vergewis u van de uitgebreidheid van de verplichte informatie-elementen