Tucht- of civielrechtelijke zaken kunnen “veronderstelde toestemming” bij ROM-men onderuit halen
Half oktober 2017 liet de brancheorganisatie van werkgevers in geestelijke gezondheidszorg, GGZ Nederland(GGZ NL) een advies uitgaan dat het verzamelen van Routine Outcome Monitoring(ROM)-data door de Stichting Benchmark GGZ(SBG) weer hervat zou kunnen worden. Dan zou dan volgens GGZ NL kunnen zonder expliciet toestemming aan de patiënt te vragen onder het mom van een “veronderstelde toestemming”. Toestemming is nodig omdat naar het oordeel van de Europese privacy-toezichthouders gaat om (bijzondere) persoonsgegevens, ook al worden de data gepseudonimiseerd. Het introduceren van het de “veronderstelde toestemming” in dit kader is een nogal dubieuze zaak. Het besluit van GGZ NL is gebaseerd op een juridisch advies, dat echter niet openbaar gemaakt is en bij navraag ook niet ingezien kan en mag worden. Globaal is er enige kennis van de inhoud, omdat in het dagblad Trouw verslaggeefster Rianne Oosterom een artikel er over schreef. Zij zegt in het bezit van dit advies te zijn. Zij maakt in het artikel duidelijk dat het advies beslist niet eenduidig is en de schrijvers ervan op de gevaren van het handelen volgens dit advies wijzen. Het is op zijn zachts gezegd erg vreemd dat een advies, dat met een “truc” probeert de privacy van patiënten te schenden en het medisch beroepsgeheim poogt te doen omzeilen, niet in te zien is.
Recente reacties