Berichten

LHV rept in Informatiebeleid 2016-2017 met geen woord over het LSP

opportunity-396265_640

Bij het lezen van allerlei stukken is het vaak interessanter om te zien wat er niet staat dan wat er wel staat. In maart 2016 stelde het bestuur van de Landelijke Huisartsen Vereniging(LHV) het Informatiebeleid 2016-2017 vast met als titel “ICT: meer dan technologie”. In de managementsamenvatting die mij recent onder ogen kwam stelt het bestuur zes speerpunten vast. In die speerpunten noemt het bestuur NERGENS het Landelijk SchakelPunt(LSP), dat bedoeld is als communicatiecentrum voor de uitwisseling  van zorginformatie. Ook VZVZ, de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie, die het LSP beheert, komt in het stuk niet voor. Wel wordt gesproken over tijdige en veilige systemen voor de uitwisseling van betrouwbare en noodzakelijke gegevens.  Het is opvallend dat in een officieel stuk van de LHV geen voorkeur meer wordt uitgesproken voor de centralistisch ingestelde infrastructuur voor de uitwisseling , die het LSP is. In het Strategisch meerjarenplan vereniging 2015-2017 , waar op bladzijde 25 onder punt 7 de uitwisseling van medische gegevens ter sprake komt staan VZVZ en het LSP nog wel pontificaal genoemd.

Lees meer

Kamervragen over onveilige webbrowsers i.v.m. UZI-pas. VZVZ dekt zich in

questions-1328466_640

Op 21 september meldde ik op deze website dat alle UZI-pas-houders een email van het UZI-register gekregen hadden. Het UZI-register valt onder de dienst CIBG van het ministerie van VWS. In die email stond het dringende verzoek om met ingang van 1 oktober geen update van de webbrowsers te doen. Dat is dus overmorgen. Het heeft te maken met het uitfaseren per 1 oktober van de browser-hulpprogramma’s Java en Active X door de leveranciers van webbrowsers. Doet men de browser-updates wel, dan zal de UZI-pas niet meer werken was de boodschap. Deze pas is niet alleen in gebruik voor de autorisatie en authenticatie als een zorgaanbieder gebruik wil maken van het Landelijk SchakelPunt(LSP)om zorgdata uit te wisselen. Veel apotheek- en huisartsinformatie-systemen maken gebruik van de UZI-pas om werkers in te laten loggen in het systeem. Dat maakt dit probleem zeer pregnant. Inmiddels zijn door de Tweede Kamerleden Verhoeven en Dijkstra vragen gesteld over deze materie.

Lees meer

Zo lopen de gootjes als het regent: longread over big-data en LSP

facade-258169_640Er bestaat een grote samenhang tussen elektronische  medische datacommunicatie, het LSP, de Persoonlijke GezondheidsDossiers (PGD’s), big-data en wetsontwerp 33509 dat op 27-09-2016 voorligt ter plenaire behandeling en stemming in de Eerste Kamer. Zorgdata houden de gemoederen al enige tijd bezig. Het elektronisch communiceren van zorgdata heeft voor de overheid de mogelijkheid geopend veel data te verzamelen. Dat is inmiddels al op vele manieren gebeurd, onder andere in het DBC-Informatie-Systeem(DIS). Dat daarbij function-creep op de loer ligt en ook plaats vindt hoef ik hier niet uit te leggen. Het ministerie van VWS poogde in en eerder stadium het Landelijk Elektronisch Patiëntendossier(L-EPD) van de grond te krijgen, maar die poging strandde in april 2011 in de Eerste Kamer. Daarna zorgde de minister ervoor dat het Landelijk SchakelPunt(LSP), de kern van het L-EPD, overging in private handen. Daartoe werd de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ) opgericht. Het gebruik van het LSP, dat alleen  goed van de grond kan komen als vrijwel alle burgers hun opt-in-toestemming geven bij de brondossierhouders(huisartsen en apothekers) kampt met forse problemen, omdat de burger wel massaal ja zegt tegen het delen van medicatiegegevens via de apotheken, maar bij huisartsen veel terughoudender is. Slecht één derde van de Nederlanders geeft de toestemming voor het delen van de samenvatting van het huisartsdossier. Door het voortsudderen van het LSP-gebruik en de wens van grote bedrijven big-data-analyses te doen zijn er allerlei bewegingen gaande van VWS en private partijen waarbij andere wegen gezocht worden om zorgdata uit te wisselen en te ontginnen voor exploitatie (resourcegrabbing). Zie: http://www.beroepseer.nl/nl/groepsblog/algemeen/itemlist/user/3492-abvaneldijk . Een centrale rol bij het dataverkeer van medische informatie speelt het wetsontwerp 33509.

Lees meer

Autoriteit Persoonsgegevens ontloopt weer verantwoordelijkheid

lego-674611_640

Autoriteit Persoonsgegevens wil op formele gronden niet tot een oordeel over een overtreding van de Wet bescherming persoonsgeggevens(Wbp) komen. In juli liet ik via deze website weten dat in Nijmegen een taskforce opgericht is om het aantal opt-in-toestemmingen voor het delen van patiëntengegevens, die bij huisartsen en apotheek opgeslagen liggen, te optimaliseren. Men wil daarbij gebruik maken van thuiszorgmedewerkers, die dan plaatsvervangend voor de bron-dossierhouders(huisarts/apotheek) de opt-in-toestemmingsvraag willen gaan stellen. Op 23 juli liet ik weten dat deze actie strijdig is met artikel 33 en 34 van de Wet bescherming persoonsgegevens. Op 12 juli heb ik bij de Autoriteit persoonsgegevens(AP) een handhavingsverzoek gedaan vanwege de overtreding van beide artikelen.  Op 17 augustus ontving ik antwoord van de AP.

Lees meer

VPHuisartsen ontvankelijk in cassatiezaak om LSP bij Hoge Raad

Supreme_Court_of_the_Netherlands,_The_Hague_04

Uit doorgaans goed ingelichte bron vernam ik op 12 augustus dat de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen(VPHuisartsen) ontvankelijk is verklaard in de cassatiezaak om het Landelijks SchakelPunt(LSP) bij de Hoge Raad der Nederlanden. Door VPHuisartsen wordt de rechtmatigheid van het LSP bestreden. De wederpartij is de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ), de verantwoordelijke voor het LSP. De rechtsgang via rechtbank en gerechtshof leverde geen resultaat op. Omdat naar het oordeel van VPHuisartsen door de rechters onvoldoende gewicht werd toegekend aan een aantal fundamentele zaken zijn de mogelijkheden verkend om in cassatie te gaan. Het gaat daarbij om onder andere de schending van het beroepsgeheim, de privacy, geen duidelijk toetsing aan Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens(EVRM). Voordat daadwerkelijk deze punten in een cassatieproces beoordeeld kunnen worden,  dienden een aantal hordes genomen te worden. De laatste daarvan was de ontvankelijkheidsverklaring door de advocaat-generaal van de Hoge Raad. Hierna kan nu de inhoudelijke behandeling in de vorm van het presenteren van de standpunten van de beide procespartijen bij het hoogste rechtscollege van start gaan.

Lees meer