Centrale database met wie waar behandeld wordt vult men nu al

centraleJe kunt het je haast niet voorstellen: een centrale database waarin men vast legt wie waar in de zorg behandeling krijgt. Toch gebeurt het recht onder onze neus. Het gaat om de vulling van de Nationale VerwijsIndex(NVI). In die verwijsindex komt het burgerservicenummer van alle Nederlanders te staan tezamen met welke zorgverleners ze allemaal behandelen. Met de vulling startte men al door het eind 2024/begin 2025 langzaam aansluiten van huisartsen, apotheken en ziekenhuizen op de online toestemmingsvoorziening Mitz. Dat gebeurt allemaal heel sluipend maar recht onder onze neus, terwijl er geen ruchtbaarheid aan gegeven wordt. Die ruchtbaarheid is fnuikend voor de voorziening want als zorgverleners als huisartsen of apotheken afhaken omdat ze tegenstander zijn van een dergelijke voorziening valt de bodem onder diverse automatiseringsplannen weg. Een dergelijke verwijsindex betekent een schending van het medisch beroepsgeheim omdat informatie over welk type behandelaar in een niet medisch systeem staan.

Generieke voorzieningen

Al enige tijd houdt het ministerie van VWS zich bezig met het realiseren van een aantal generieke voorzieningen voor de zorgdata-uitwisseling. Dat gaat om identificatie, autorisatie, authenticatie, toestemming, adressering EN lokalisatie. Generieke voorziening betekent dat het iets is waar alle zorgICT-oplossingen mee dienen te werken. Bij de lokalisatie gaat het om het vastleggen wie met welke zorgverlener een behandelrelatie heeft. Het betekent dat het een voorziening betreft waarin uiterst gevoelige informatie staat van mensen.

IZA

In het Integraal ZorgAkkoord(IZA) in het deel over de gegevensuitwisseling dat VWS in 2024 met een hele trits zorgkoepels sloot staat die voorziening eigenlijk wat weggemoffeld. In het uitvoeringsakkoord  gegevensuitwisseling van het IZA staat:

“ Lokalisatie: alle partijen committeren zich aan de landelijke oplossing die in de komende periode, in overleg met Mitz en veldpartijen, wordt uitgewerkt en gerealiseerd. Deze oplossing behelst een aantal componenten, waarin de lokalisatiefunctie binnen Mitz wordt hergebruikt en doorontwikkeld en daarmee een belangrijke rol vervult.”

In het sectorplan van het IZA uitvoeringsakkoord gegevensuitwisseling staat alleen op pagina 9 onder het hoofdstuk Lokalisatie

“Ook stellen we NEN 7519 vast en bouwen we een nationale verwijsindex en een voorziening voor polymorfe pseudonimisering. Voor de lange termijn doen we onderzoek welke componenten publiek moeten en/of kunnen zijn.”

Men maakt voor de buitenwacht, de Nederlandse burger, de patiënt/cliënt niet duidelijk wat deze voorziening precies voorstelt.

Mitz

Als zorgverleners aansluiten op Mitz en daarvoor een overeenkomst sluiten, geven ze toestemming om alle toestemmingen van patiënten die daarmee hun zorgdata in de toekomst opvraagbaar maken voor andere zorgverleners over te hevelen naar het Mitz-systeem.

Echter, ze staan ook toe dat van AL hun patiënten, dus ook van degenen die nooit toestemming gaven, het BSN en de zorgverlenerscode naar het Mitz systeem worden overgeheveld. Zo vult men dus zorgverlener voor zorgverlener de lokalisatie-index van Mitz die daarmee ook de Nationale VerwijsIndex wordt. Over die overheveling van lokalisatiedata worden de patiënten in het geheel niet ingelicht.

Voor niets 

Zo ontstaat een heel aparte situatie. VWS en de private Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ)/Mitz stellen dat Mitz huisartsen ontzorgt door uitwisseltoestemmingen elders op te slaan. Maar tegelijkertijd krijgen VZVZ/Mitz voor niks er een landelijk werkende verwijsindex bij. Nu nog in private handen, maar VWS heeft al laten weten uit te kijken naar de mogelijkheid om van Mitz een publieke voorziening maken. Als u de laatste regel van het tweede citaat in de alinea IZA hierboven leest ziet u ook dat voornemen.

Een centrale database van wie waar onder behandeling is in private handen is al een hele nare gedachte. Echter helemaal als die voorziening in handen van de overheid zou komen.

Brandbrief

Het is dan ook niet verbazingwekkend dat in dit kader het Platform Burgerrechten en de Stichting KDVP op 19 november 2024 een brandbrief per post aan alle huisartsen in Nederland schreven om te waarschuwen voor de ontwikkelingen rond Mitz. Zulks in het licht van de campagne Stop Mitz/Behoud Beroepsgeheim. Zij waarschuwen ook voor de schending van het medisch beroepsgeheim die gelegen is in het niet in een dossier van een zorgverlener vastleggen bij welke (soort) zorgverlener iemand onder behandeling is.

Bizarre constructie

De juridische constructie die men opzette behelst het benoemen van een deel van het Mitz-systeem tot extensie van het zorgverleners-informatiesysteem, waardoor de opslag van BSN en hulpverlenerscode juridisch onder de verantwoordelijkheid van de huisarts zou vallen. De zorgverlener is dan wel verantwoordelijk maar heeft nauwelijks zeggenschap. De zorgverlener komt wel in een deelnemersraad te zitten maar de governance over Mitz is op een hoger niveau geregeld. Het gaat dus om een zeer asymmetrische verhouding. Als de lokalisatie-index=nationale verwijsindex in overheidshanden komt stelt de invloed van zorgverleners erop helemaal niets meer voor.

Dit moeten we niet willen

Het maken van een centrale database met daarin wie bij welke zorgverleners onder behandeling is, vormt een uiterst gevaarlijke ontwikkeling. Een ontwikkeling waarvan de gewone Nederlander geen weet heeft. Nergens heb ik kunnen lezen dat er een begrenzing in tijd zit in die nationale verwijsindex. Dat betekent dat op termijn er in een dergelijke verwijsindex een cumulatief overzicht staat van alle zorgverleners die in de loop van jaren een patiënt/cliënt behandel(d)en.

Een centrale nationale verwijsindex is een keuze en is vermijdbaar. Er bestaan namelijk ook mogelijkheden voor zorgcommunicatie die decentraal werken en waarbij de informatie wie iemand behandelt gewoon bij de huisarts blijft staan.

W.J. Jongejan, 16 mei 2025

Afbeelding van Vladmir Berzin via Pixabay