Verwijt van framing over Mitz waar transparantie ontbreekt

verwijtIn het laatste nummer van het blad SynthesHIS dat begin mei 2025 verscheen stond een artikel met de kop “Vragen rond Mitz. De brandbrief bevat onjuistheden en een frame dat angst en wantrouwen oproepen”. SynthesHIS is het drie maal per jaar verschijnende tijdschrift voor huisartsenpraktijk en informatisering. NedHIS, de vereniging van gebruikersverenigingen van huisartsinformatiesystemen geeft het uit. Los van het feit dat de kop nogal krom Nederlands is, valt op dat de inhoud tenenkrommend is ten aanzien van de online toestemmingsvoorziening Mitz. Het artikel, geschreven door Nicole van Wetten laat in het artikel huisarts en CMIO(zie eindnoot). Albert van der Veer aan het woord. Het artikel is een reactie op de Open Brief die de stichting KDVP en het Platform Burgerrechten op 19 november 2024 per post bij alle huisartsen deed bezorgen. Van der Veer noemt het een brandbrief en miskent de fundamentele kritiek erin.

Framing en framing

Het artikel is te lezen op pagina 16 t/m 19 van deze link. Zoals gezegd stelt van der Veer dat de open brief, door hem brandbrief genoemd, een frame bevat dat angst en wantrouwen voor Mitz oproept. Bij het lezen van het artikel valt op dat hij niet diep ingaat op de fundamentele kritiek uit de open brief op Mitz en niet transparant is over de werking van Mitz. Het consequent betitelen van de open brief als brandbrief(het woord komt maar liefst 11 keer voor in vier pagina’s tekst) toont aan dat van der Veer zelf driftig aan framing doet. Namelijk het wegzetten van critici als mensen die Mitz ten onrechte afbranden.

Het beroepsgeheim verdwijnt(1)

In de open brief maken de schrijvers duidelijk dat met Mitz een lokalisatie-index wordt gevormd die een schending van de privacy en het medisch beroepsgeheim inhoudt. Als een huisarts aansluit op Mitz dan verplicht die zich al zijn patiënten(ook degenen die niets met Mitz te maken willen hebben en geen toestemming noteren in Mitz om hun zorgdata opvraagbaar te maken) met BSN en de zorgverlenerscode van de arts aan te melden bij Mitz. Dat wordt in een deel van het Mitz-systeem  opgeslagen. Dat heet de lokalisatie-index die in de toekomst de nationale verwijsindex gaat heten.

In die index staat dus wie bij welke specialist onder behandeling is. Bijv. bij een oncoloog, psychiater of SOA-arts etc. Dat vormt, welke beveiligingsmaatregelen er ook voor genomen worden een schending van de privacy van de burger en een schending van het medisch beroepsgeheim. Het systeem waar het in staat is niet van een zorgverlener.

Het beroepsgeheim verdwijnt(2)

Van der Veer zegt over die lokalisatie-index:

“De brief stelt dat het opslaan van lokalisatiegegevens een schending betekent van de privacy. In werkelijkheid zijn deze lokalisatiegegevens strikt beveiligd. Ze helpen alleen te bepalen waar informatie beschikbaar is. De lokalisatiegegevens zijn niet in te zien”

Ook al zijn gegevens strikt beveiligd, ze kunnen vormen door de opslag an sich een schending van de privacy omdat ze zonder toestemming van de burger in het Mitz systeem zijn opgeslagen. Daar doet het al dan niet strikt beveiligd zijn niets aan af. Van der Veer heeft blijkbaar ook niet door dat de aard van de lokalisatiegegevens, van wie bij welke zorgverlener iets opgeslagen staat wel degelijk medisch informatie is. Zie hiervoor de vorige alinea.

Het beroepsgeheim verdwijnt(3)

Van der Veer schrijft ook:

“De brandbief stelt dat het medisch beroepsgeheim wordt opgeheven. Dit klopt niet. Mitz is ontworpen om het beroepsgeheim te respecteren en biedt alleen gegevensinzage op basis van expliciete toestemming. Alleen met toestemming van patiënten komen medische gegevens beschikbaar.”

De manier waarop Mitz werkt haalt de toestemmingsverlening voor het opvraagbaar maken van zorgdata van een patiënt weg uit de spreekkamer. Het medisch beroepsgeheim zoals het belegd is in de wet, is een zaak tussen patiënt en arts waarbij de geheimhoudingsplicht belegd is bij de arts. De toestemmingsregistratie in een extern systeem(Mitz) maakt dat de controle over de toegang tot het medisch dossier – die principieel berust bij de arts als brondossier houdende zorgverlener –

gedelegeerd wordt naar andere zorgverleners. Dit maakt het mogelijk het beroepsgeheim te laten doorbreken door andere zorgverleners zonder dat de arts hier invloed op kan uitoefenen.

Specificatie: vraag en aanbodzijde(1)

In de alinea “grofmazige toestemmingen” verwijt van der Veer de openbrief-schrijvers de suggestie dat er alleen een zeer  brede toestemming voor het opvraagbaar maken van zorgdata te geven is.

Hij stelt dat het goed mogelijk is aan te geven welke zorgverleners jouw gegevens mogen delen. De crux zit hem in het feit dat de schrijvers van de open brief het telkens hebben over het niet gericht kunnen specificeren van welke zorgverleners zorgdata mogen opvragen. Dus aan de vraagkant..

Specificatie: vraag en aanbodzijde(2)

Van der Veer heeft het echter over de specificatie aan de aanbodkant. In Mitz komen zorgverleners te staan die (middels de lokalisatie-index) aan Mitz kenbaar maken dat ze zorgdata van een persoon hebben. In Mitz kan je vervolgens alleen de aanbodkant fine-tunen. Je kan aangeven welke specifieke zorgverleners die zorgdata van je hebben, toestemming krijgen om die data met anderen te delen. De categorieën van typen zorgverleners die data mogen opvragen zijn echter zeer grofmazig ingericht. Zie: “Reductie toestemmingskeuzen in Mitz is een lachertje”.

Het is ook in de ogen van voormalig minister Edith Schippers met de door haar gelanceerde gespecificeerde toestemming telkens gegaan over het kunnen aangeven welke categorieën van zorgverleners de zorgdata mogen opvragen. En dan ging het niet om de zes categorieën die thans in Mitz staan.

Weinig kritisch  

Op de inhoud van het artikel in SynthesHIS valt dus in mijn ogen het nodige af te dingen. Het valt ook op dat van der Veer in het begin al schrijft direct te denken dat de open brief weinig hout zou snijden omdat LHV, VZVZ en VWS toch betrokken zijn bij het Mitz-project. Het rücksichtslos varen op het handelen van grote instituties valt echter nogal eens verkeerd uit. De argumentatie die in het artikel staat is mijns inziens flinterdun en raakt niet aan de essentiële bezwaren in de open brief.

Wij van WC-eend

De programmamanager Martijn Malle van Mitz en teamleider marketingcommunicatie Arjen Elsemulder van VZVZ merken in het artikel op dat het goed doet om terug te zien dat een gebruiker als van der Veer Mitz ervaart zoals het bedoeld is. Die opmerkingen hebben heeft een zeer hoog “Wij van WC-eend”-gehalte en past in de marketingstrategie. Malle stelt dat Mitz ontworpen is op verzoek van zorgaanbieders. Dat is niet bepaald zo. Mitz is opgericht omdat met het Landelijk SchakelPunt de patiënt niet kon aangeven met wie zorgdata gedeeld mochten worden. Mitz is helaas daar ook echt niet de oplossing voor. Na een heleboel getob kwam men met de Mitz-“oplossing”.

Ingezonden artikel

In maart 2024 schreef ik een kritische brief over Mitz aan het bestuur van NedHIS. Daar legde men mijn brief terzijde. Ook stuurde ik half januari 2025 een artikel ter publicatie aan de redactie van SynthesHIS. Het ging over de terrein winnende dubieuze juridische constructie waarbij men huisartsendata op andere systemen repliceert. Dat doet Mitz namelijk ook. Het artikel werd afgewezen.

Damage control

Het artikel in SynthesHIS laat zich lezen als een poging tot damage-control. Mitz bevindt zich dit jaar e op zijn kwetsbaarst tijdens de fase van het langzaam uitrollen. De aansluiting op Mitz is vrijwillig. Huisartsen kunnen besluiten geen overeenkomst te tekenen. Huisartsen die precies weten hoe Mitz werkt en wat Mitz opslaat, zijn zo een bedreiging voor het realiseren van Mitz.

Je kunt het artikel in SynthesHIS dan ook zien als een poging om de schade na het verschijnen van de open brief te beperken.

W.J. Jongejan, 22 mei 2025

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Eindnoot: CMIO= chief medical information officer. Dit is een medische functie in de gezondheidszorg die zich richt op het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening door middel van de juiste inzet van informatietechnologie en het beheer van medische gegevens. Een huisarts-CMIO is verantwoordelijk voor het vertalen van de informatiebehoeften van huisartsen naar de informatievoorziening, bijvoorbeeld door middel van informatiesystemen en is regionaal actief.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.