Zorgverzekeraars wijzen met vingertje na schrobbering NZa
Vandaag een keer geen blog over zorgdata maar over het handelen van de zorgverzekeraars, verenigd in Zorgverzekeraars Nederland(ZN). Op 23 juni 2025 liet de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) weten dat de zorgverzekeraars hun zorgplicht op geneesmiddelen dienen te verbeteren. Het gaat daarbij om het regelmatig niet beschikbaar zijn van geneesmiddelen. De NZa onderzocht de inspanningen van zorgverzekeraars op hun zorgplicht om mensen tijdig te helpen aan de juiste geneesmiddelen. Zij verwacht van zorgverzekeraars een proactieve houding als regisseur en dat zij zich binnen hun mogelijkheden tot het uiterste inspannen om aan de zorgplicht te voldoen. De NZa ziet enkele punten om die zorgplicht beter vorm te geven ten aanzien van geneesmiddelen. Ze stelt dat zorgverzekeraars niet alleen tekorten kunnen voorkomen en oplossen en dat regelmatig een gezamenlijke aanpak nodig is. De zorgverzekeraar blijft echter volgens de NZa eindverantwoordelijk om vanuit zijn zorgplicht mensen op tijd te helpen aan de juiste medicijnen.
Reactie ZN
Het valt op dat de reactie van de zorgverzekeraars er niet één is van introspectie maar van het wijzen met het vingertje naar anderen. Zorgverzekeraars pleiten bij het ministerie van VWS voor een onafhankelijk en verplicht meldpunt voor medicijntekorten. Nederland is een van de weinige landen in Europa zonder een centraal meldpunt voor geneesmiddelentekorten. Herhaalde oproepen aan ketenpartijen om informatie te delen met zorgverzekeraars hebben volgens ZN tot nog toe tot niets geleid. Met die ketenpartijen doelt ZN op farmaceutische bedrijven de leveranciers(groothandel/tussenhandel) en de beroepsvereniging van apothekers, KNMP.
“Zorgverzekeraars kunnen geen adequate aanvullende maatregelen nemen, als zij steeds worden geconfronteerd met te late, versnipperde of gebrekkige informatie vanuit de andere betrokken partijen, zoals farmaceutische bedrijven en de leveranciers.”
ZN schrijft
“Zorgverzekeraars maken zich zorgen over de medicijntekorten en de gevolgen daarvan voor hun verzekerden, die afhankelijk zijn van medicatie en de zorgaanbieders. De meeste tekorten ontstaan door productie- en distributieproblemen; vaak in het buitenland. Zorgverzekeraars hebben sinds vorig jaar vergaande maatregelen genomen. Deze maatregelen zorgen onder andere voor een betere spreiding van de inkoop en bevoorschotting van de veiligheidsvoorraad. Zorgverzekeraars merken dat deze maatregelen al deels effect hebben. Daarnaast halen zorgverzekeraars voorkeursmedicatie tijdelijk uit het zogeheten preferentiebeleid, zodra voor dat geneesmiddel een tekort dreigt te ontstaan. Maar dat is niet genoeg, de effectiviteit van deze maatregelen hangt af van hoe snel zorgverzekeraars op de hoogte zijn van een dreigend tekort.”
En
“Uit onderzoek van Gupta Strategists (oktober 2024) blijkt dat medicijntekorten toe zullen nemen in de toekomst. De oorzaken zijn complex en internationaal. Hoofdoorzaak zijn de problemen met de productie en aanlevering uit verre landen.”
GVS en preferentiebeleid
Twee zaken dragen bij aan de problemen met de tekorten. Ten eerste is er het geneesmiddelen-vergoedingssysteem(GVS). Geneesmiddelen die grotendeels dezelfde werking hebben worden geclusterd in een groep. Dit zijn geneesmiddelen die onderling vervangbaar met elkaar zijn. De geneesmiddelen op deze lijst hebben een vergoedingslimiet. Als de prijs van het geneesmiddel dus boven deze limiet ligt dan moet de verzekerde bijbetalen.
Daarnaast bestaat het preferentiebeleid. Dat houdt in een zorgverzekeraar binnen een groep van gelijke medicijnen (middelen met dezelfde werkzame stof) een voorkeursmiddel aanwijst.
Meestal gaat het om het goedkoopste medicijn in die groep. De zorgverzekeraar vergoedt in dat geval alleen dit ‘preferente’ medicijn. Verschillende zorgverzekeraars kunnen binnen een bepaalde groep van geneesmiddelen een eigen preferent medicijn hebben.
Door de combinatie van die twee oorzaken is er in de loop der jaren een race-to-the-bottom ontstaan met steeds beperktere vergoedingen voor geneesmiddelen.
Race-to-the-bottom
Die race heeft ertoe geleid dat voor veel medicijnfabrikanten de marge bij verkoop zo laag is dat het heel weinig interessant is om die medicijnen te verkopen. Ook is daardoor het aantal leveranciers van bepaalde geneesmiddelen sterk afgenomen. Daarnaast is het voor leveranciers door de lage marge interessanter om hun producten aan andere landen dan Nederland te verkopen als de vergoeding daar hoger is.
Vingertje wijzen
ZN komt in haar reactie met nadrukkelijk vingerwijzen richting de leveranciers van fabrikanten en de tussenhandel. Overigens maakte ze daarbij dankbaar gebruik van reen uitweg in die richting die de brief van de NZa bood.
ZN zegt(zie rode vetgedrukte passage hierboven) dat ze een geneesmiddel tijdelijk uit het preferentiebeleid haalt als er een tekort speelt. Dat is het dempen van de put als het kalf verdronken is. Het probleem van het tekort ontstaat al veel eerder in de keten als binnen het preferentiebeleid telkenmale de vergoedingslimiet verlaagd wordt. Voor het oplossen van medicijntekorten is het herzien van het preferentiebeleid een zaak van de eerste orde.
Daarnaast moet het aantrekkelijker worden dat fabrikanten van generieke geneesmiddelen deze op grote schaal binnen Europa produceren. Zodat er ook geen halve wereld omspannende leveringsketens meer zijn.
W.J. Jongejan, 27 juni 2025
Afbeelding van Mohamed Hassan via Pixabay
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!