NZa hanteert de knoet: verplicht meedoen aan pilot discutabel nieuw bekostigingsmodel GGZ

dwang

Gaat het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks zal de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) gedacht hebben bij het besluit dat op 31 oktober 2017 op haar website gepubliceerd werd. Het gaat om de verplichting aan zorginstellingen in de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) om deel te nemen aan de pilot van het beoogde nieuwe bekostigingsmodel in de GGZ en de forensische zorg(FZ) het zogenaamde Engelse model. Dit zogenaamde zorgclustermodel is in het Verenigd Koninkrijk bedacht maar wordt daar niet toegepast. Aan de pilot bleken tot heden bijna genoeg vrijgevestigde zorgverleners deel te nemen , maar een onvoldoende aantal instellingen. Deze zullen nu de dwang van de NZa gaan ondervinden. Niet alleen de instellingen, maar ook de ICT-bedrijven die dataextractie bij die GGZ-instellingen doen in het kader van het huidige financieringsmodel op basis van de Diagnose BehandelCombinaties(DBC’s) blijken onder die verplichting te vallen. Eén en ander staat te lezen in een brief aan die ICT-bedrijven d.d. 2 november 2017. Daarin staat ook dat de betrokken instellingen al op 30 oktober bericht hebben gekregen.

Lees meer

Tenenkrommende uitleg NIP over ROM-men met veronderstelde toestemming

Buddha tenen

Op de website van het Nederlands Instituut van Psychologen(NIP) verscheen op 24 oktober 2017 een tenenkrommend artikel over het willen hervatten van de ROM-data-aanlevering aan de Stichting Benchmark GGZ(SBG). De titel was: Veel gestelde vragen over hervatting van de ROM”. In het stuk probeert het NIP in het kielzog van GGZ Nederland(GGZ NL), dat op 18 oktober het hervatten inluidde, uit te leggen waarom het zo goed zou zijn als het grootschalig ROM-men weer hervat zou worden. Het artikel van het NIP bevat een aantal pertinent onjuiste opvattingen en spreekt zich zelf op enkele plaatsen tegen. In de vorm van antwoorden op zogenaamd veel gestelde vragen(FAQ) vertelt het NIP in grote lijnen het verhaal van GGZ NL en geeft zelfs meer details van het beoogde plan om de ROM-leverantie aan SBG te doen hervatten.

Lees meer

Kapitale juridische misvattingen over veronderstelde toestemming bij ROM-men

rechter

GGZ Nederland(GGZ NL), de werkgeversorganisatie voor de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) liet op 18 oktober 2017 weten dat haars inziens het verzamelen van data van Routine Outcome Monitoring weer hervat kon worden. Zoals door mij op diezelfde dag beschreven, bracht GGZ NL daarbij een  artificiële scheiding aan tussen enerzijds het gebruik van ROM-data voor beoordelen van de voortgang van individuele therapie en kwaliteitsverbetering door onderlinge vergelijking op instellingsniveau en anderzijds op termijn – het gebruik voor keuze-(lees: benchmark-) en zorginkoop-informatie. Men parkeert de in opspraak geraakte inzameling en verwerking van ROM-data door de Stichting Benchmark GGZ(SBG) tijdelijk  met de bedoeling die in een later stadium te hervatten. Naast het invullen van ROM-scoringslijsten door patiënten om de voortgang van hun therapie te evalueren wil GGZ NL  met gebruikmaking van de elektronische systematiek, die nu gebruikt wordt voor het vergaren en doorsturen van de ROM data naar SBG, binnen de instelling aan kwaliteitsverbetering door onderlinge vergelijking gaan doen. Daarbij zegt GGZ dat het allemaal mag op basis van de zogenaamde “veronderstelde toestemming”. Er is hier sprake van een serie kapitale juridische misvattingen.

Lees meer

GGZ Nederland wil nep-toestemming gebruiken om ROM-men te doen hervatten

afgewezen

De brancheorganisatie van werkgevers in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) is op 18 oktober 2017 een opzichtige poging gestart om het verzamelen en verwerken van ROM-data door de Stichting Benchmark GGZ en later in een nog op te richten Kwaliteitsinstituut voor de GGZ een nieuw leven in te blazen. Zij doet dit door een artificiële scheiding aan te brengen tussen enerzijds het gebruik van Routine Outcome Monitoring(ROM)-data voor beoordelen van de voortgang van individuele therapie en kwaliteitsverbetering door onderlinge vergelijking op instellingsniveau en anderzijds op termijn – het gebruik voor keuze- en zorginkoop-informatie. Daarnaast komt GGZ NL met een uitzonderlijke en juridisch niet valide redenering waarom voor het verzamelen van de data gebruik gemaakt zou kunnen worden van een “ veronderstelde toestemming” van de patiënt.  Deze redenatie gaat absoluut  niet op omdat het gaat om het ten onrechte oprekken van een toestemmingsverlenings-principe dat alleen geldt voor de direct kring van behandelaars van een patiënt.

Lees meer

Aparte uitspraken van SBG over anonimiseren, privacy en toestemming patiënt

anoniem?

Op donderdag 14 september 2017 organiseerde het Landelijk Overleg Cliëntenraden(LOC) een bijeenkomst voor cliëntenraden over het gebruik van ROM in de geestelijke gezondheidszorg(GGZ). Het LOC maakte er een verslag van. Over het gebruik van data van Routine Outcome Monitoring(ROM) is sinds januari 2017 veel te doen. Ik schreef er meerdere keren over(A, B, C, D, E, F). Overheid en zorgverzekeraars hebben bedacht dat ROM-gegevens, die door eigenlijk bedoeld zijn om op individueel niveau tussen patiënt en therapeut de voortgang van de therapie te evalueren, te gaan gebruiken om kwaliteit van zorg te meten. De data worden dan gebruikt voor zogeheten benchmarking(vergelijken van zorgaanbieders), maar ook voor zorginkoop. Tijdens die bijeenkomst, waar schrijver dezes bij aanwezig was, deden de directeur van de Stichting Benchmark GGZ(SBG), Maarten Erenstein en professor Edwin de Beurs, hoogleraar Routine Outcome Monitoring en benchmarking, en tevens hoofd wetenschappelijk onderzoek bij SBG, enkele opmerkelijke uitspraken over privacy, de toestemmingsverlening door de patiënt en over het  “ vrijwel geanonimiseerd” zijn van de verzamelde data.

Lees meer