De kunst van het leren lezen van wat er niet staat
Bij het lezen van persberichten is het uitermate belangrijk om niet te letten op wat er wel staat, maar juist om wat er niet in staat. Het is voor mij een tweede natuur geworden. PR-mensen hebben nu eenmaal de neiging vervelende zaken niet of slechts zijdelings te vermelden. Dit trof mij toen ik het bericht van 6 oktober 2021 op www.nu.nl zag over de toeslagenaffaire. Het gaat om het bericht: “Oud-topambtenaar houdt vol dat hij explosief memo toeslagenaffaire niet kende”. Directeur-generaal Belastingdienst Jaap Uijlenbroek is die topambtenaar. Het betreft het nogal explosieve memo Palmen(2017). Die juriste adviseerde al in 2017 dat stopzetting van toeslagen voor kinderopvang ‘laakbaar’ en onrechtmatig was, en stelde compensatie voor gedupeerden voor. In het bericht op Nu.nl laat Uijlenbroek weten dat PriceWaterhouseCooper(PWC) zowel in het concept- als in het definitieve rapport duidelijk stelt dat nergens uit blijkt dat hij het memo ooit heeft ontvangen.
“Niet ontvangen” betekent niet “niet gelezen”
In eerste instantie zou je bij het lezen van de tekst de gedachte kunnen hebben, dat de topambtenaar dan geen kennis genomen kan hebben van het desbetreffende memo. Strikt genomen is het echter zeer wel mogelijk dat hij via andere ambtenaren de inhoud van het stuk ingezien heeft, zonder dat hij het strikt genomen zelf ooit ontving. Het memo is zo explosief omdat Jaap Uijlenbroek in het verhoor door de parlementaire Onderzoekscommissie over de toeslagenaffaire onder ede beweerde dat hij voor 2020 nooit kennis had genomen van de inhoud van het memo Palmen. Nu blijkt echter dat er in 2019 al gesprekken tussen topambtenaren geweest zijn waarbij het memo Palmen onderwerp van gesprek was. Uijlenbroek beweert nu dat men in die gesprekken het memo wel ter sprake kwam zonder dat de aanwezigen precies wisten wat er in de onderliggende stukken stond.
Rookgordijn i.v.m. verdenking meineed
Tijdens verhoren onder ede vorig jaar over de toeslagenaffaire zei Uijlenbroek dat “het memo mij op geen enkele manier ooit eerder heeft bereikt dan via media-uitingen”. Dat ging over berichten die een maand daarvoor, in oktober 2020, werden gepubliceerd. Zowel Farid Azarkan (Denk) als Renske Leijten (SP) spraken in diverse media over de mogelijkheid dat Uijlenbroek zich schuldig had gemaakt aan meineed.
Dit is kort gezegd het in strijd met de waarheid afleggen van een verklaring onder ede in een juridisch proces. Aan twee kanten zie je nu dat het PWC-rapport een rookgordijn legt over het handelen van topambtenaren. In de eerste plaats door zaken zo voor te stellen dat een oppervlakkige lezer denkt dat betwiste zaken niet plaatsvonden. In de tweede plaats door het na aanbrengen van wel heel subtiele verschillen tussen de concept- en de definitieve versie van het rapport.
Lagere ambtenaren als bliksemafleider
Volgens het bericht op Nu.nl van 6 oktober zegt Uijlenbroek dat hij voor de bijeenkomst in juni 2019, toen het memo Palmen WEL ter sprake kwam, een verklaring heeft. Destijds lagen er volgens hem tijdens de vergadering factsheets op tafel waarin het memo werd genoemd, zonder dat de aanwezigen precies wisten wat in de onderliggende stukken stond. Daarover is volgens hem toen gezegd: “Dat zoeken we verder uit.” Dat zou vervolgens dan opgepakt worden door lagere ambtenaren, maar daar is geen verdere opvolging aan gegeven volgens Uijlenbroek.
Dit kan je niet anders zien als een onverbloemde poging om de verantwoordelijkheid rond het memo door te schuiven richting lagere ambtenaren. Als er iemand moet hangen, zo lijkt de gedachte, dan niet één of meerdere topambtenaren, maar wel wat subalterne figuren. Het bevreemdt trouwens zeer dat het memo Palmen wel besproken is zonder dat iemand van de aanwezigen de inhoud kende.
Triest
Het is allemaal te triest voor woorden. Bij onder ede staande leidinggevende personen hield tijdens het verhoor van de parlementaire onderzoekscommissie op cruciale momenten de herinnering aan belangrijke zaken op te bestaan. Zelfs, of misschien juist het onderzoeksrapport van PWC leidt niet tot meer helderheid, maar tot meer onduidelijkheid. Maar ja, wat kan je ook anders verwachten van consultantsbureaus die rapporten uitbrengen, betaald door de overheid. Nog altijd bestaat het gezegde: “Wie betaalt, bepaalt’. “
W.J. Jongejan, 8 oktober 2021
Afbeelding van OpenClipart-Vectors via Pixabay bewerkt door WJJ
Recente reacties