Eindelijk verstandige woorden van een zorgbestuurder over eHealth

veilig-onveilig

De bestuursvoorzitter van het Deventer Ziekenhuis Gita Gallé laat in een interview met het magazine Zorgvisie weten dat naar haar verwachting de komende vijf jaar geen disruptieve doorbraak van eHealth te verwachten is. Volgens haar kan het misschien wel tien jaar duren. Ze constateert in ieder geval dat het tempo minder hoog is dan vaak gedacht wordt. Zij spreekt in het interview open over de positieve dingen die eHealth kan brengen en het enthousiasme van de dokters, maar is tegelijk heel reëel met de constatering dat lang niet alle eHealth-pilots een succes zijn. Zij stelt ook dat het inbedden van technologie in de ondersteunend processen veel tijd  kost. Het is de eerste keer dat ik een dergelijk geluid vanuit de leiding van een ziekenhuis hoor. eHealth, of te wel het gebruik van ICT om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren, is in het overgrote deel van de publicaties van hen die het voorstaan, iets wat vrijwel uitsluitend kritiekloos positief benaderd wordt. Grote omwentelingen, disrupties, verwacht men ervan. Toch vergeet men vaak, met het ministerie van VWS voorop, dat eHealth op zijn minst even effectief veilig moet zijn als bestaande technologie en moet kunnen werken in samenhang met de infrastructuur in praktijken, ziekenhuizen etc.  Die veiligheid en efficiency moet eerst bewezen zijn wil men er massaal gebruik van kunnen maken.

Gedoe

Met alleen maar roepen dat er iets moois of leuks gemaakt is, zijn we er niet. Als voorstander van het gebruik van ICT in de zorg, maar dan wel met een kritische en niet uitsluitend een roze blik doet komt het geluid van de bestuursvoorzitter Gitta Gallé op mij als zeer verstandig over. Met alleen het bedenken en op kleine schaal laten werken van een eHealth-toepassing is men er niet. Het grootste probleem zit hem in de opschaling. Dat blijkt veelal niet van zelf te gaan, hoewel je toch zou zeggen dat iets wat goed is vanzelf komt. Daniël Tijink van het ECP noemde de opschaling van eHealth recent (15 januari 2018) in een artikel op de website www.zorgvisie.nl altijd gedoe en te langzaam gaand. ECP was de organisator van de eHealth-week in januari j.l.. Het ECP is een platform voor de informatiesamenleving van bedrijfsleven, overheid en maatschappelijke organisaties en heeft tot doel het gebruik van ICT in de Nederlandse samenleving te versterken. De naam staat voor Electronic Commerce Platform, maar tegenwoordig gebruikt men altijd de kreet “Platform voor de InformatieSamenleving”. Het artikel leidde zelfs tot Kamervragen van D66 aan de minister van VWS die toch ook moest vaststellen dat de kern van de uitdaging is dat het bij toepassing van innovaties, ook als er digitale techniek aan te pas komt, vaak gaat om (complexe) organisatorische veranderingsprocessen.

Aanjagen en sleuren

Al eerder(8 september 2017) schreef ik dat met weer extra subsidie en veel managementtaal eHealth weer extra boost moest krijgen. Er werd een vliegwielcoalitie van stakeholders opgezet die innovatie-thema’s moesten vaststellen. Twee zouden dan uitverkozen worden. Dat werden dan de focusgebieden voor de innovatie. In de recente eHealthweek maakte de vliegwielcoalitie bekend dat de focusgebieden zouden worden: de telemonitoring bij hartfalen en de introductie van digitale keuzehulpen. De ambitie van het eerste thema is dat men telemonitoring voor de 124.000 patiënten met hartfalen landelijk wil uitrollen. Op kleine schaal lopen her en der projecten over dit thema best aardig, maar als één ding duidelijk is met telemonitoring(in welke vorm dan ook) is dat de haalbaarheid omgekeerd evenredig is met de schaal waarop het toegepast wordt. Voorbijgegaan wordt aan de enorme logistieke problemen, die er zijn om een dergelijke vorm van zorg in korte tijd landelijk uit te rollen. De ambitie om binnen twee jaar een landelijke uitrol af te ronden is evident veel te hoog.

Down to earth

De opmerkingen van de bestuursvoorzitter van het Deventer Ziekenhuis zijn één van de eerste tekenen van het besef dat de invoering van eHealth gewoon niet geforceerd plaats kan vinden. Basale zaken als het uittesten of iets veilig en efficiënt werkt en het inbedden van de nieuwe technologie in bestaande processen bepalen in grote mate het tempo van invoering van nieuwe eHealth-toepassingen.

W.J. Jongejan