Hoe onafhankelijk is voortzetting SBG in Kwaliteitsinstituut GGZ olv topman zorgverzekeraar?

vraagtekens

Op 11 juli jongstleden, twee dagen voor het kort geding tegen de Stichting Benchmark GGZ(SBG) over het onrechtmatig verzamelen van ROM-data, verscheen op de website van Zorgverzekeraars Nederland(ZN) het bericht dat op 3 juli 2017 het besluit tot oprichting van een KwaliteitsInstituut GGZ(KiG) was genomen. Begin 2019 zou het operationeel moeten zijn. De overheid, de zorgverzekeraars en de partijen die de GGZ-sector vertegenwoordigen (NVvP, NIP, MIND, P3NL, V&VN, Meer GGz, LVVP, en GGZ Nederland) tekenden het akkoord. In dat kwaliteitsinstituut moet de huidige SBG opgaan, besmet als ze is door de discussie over het niet legitiem verzamelen van ROM-data. Over de financiering van het KiG is nog niets bekend gemaakt, maar bij het zien van de ondertekenaars is het niet waarschijnlijk dat de veldpartijen uit de GGZ financieel iets zullen bijdragen. De belangrijkste financier zal evenals bij de SBG ongetwijfeld weer ZN zijn, als belanghebbende bij het verkrijgen van data uit het veld om op basis daarvan benchmarking en zorginkoop te kunnen blijven uitvoeren. Dus via een ander loket onder een andere naam. De zorgverzekeraars hebben op speciale wijze bovendien een extra vinger in de pap. Degene, die het nieuwe kwaliteitsinstituut gaat opzetten, is topman bij een zorgverzekeraar.

Belang

Het belang wat zorgverzekeraars hechten aan het voortbestaan van de huidige bron van ROM-data uit de GGZ kan mede afgeleid worden uit de benoeming van de persoon die het kwaliteitsinstituut tot stand moet brengen. Dat is professor Peter van Lieshout. Het is iemand met een uitgebreide academische en bestuurlijke ervaring(oud directeur-generaal op het ministerie van VWS) met veel nevenfuncties. Eén daarvan is voorzitter van de Raad van Commissarissen van de zorgverzekeraar Menzis, te lezen op zijn LinkedIn-profiel. Menzis is uiteraard ook lid van ZN. De sturende rol van de zorgverzekeraars wordt met deze benoeming meer dan duidelijk.

Management-taal

Ronkende managementtaal gebruikt ZN om het nieuwe kwaliteitsinstituut te “verkopen”.

 Door ROM krijgen patiënten samen met hun behandelaar zicht en greep op de voortgang van de behandeling en kunnen zij keuzes maken over vervolgstappen. Ook kunnen de uitkomsten van ROM worden gebruikt door professionals onderling, om in een veilige omgeving van elkaar te leren. Op termijn draagt ROM – samen met andere informatiebronnen – bij aan transparantie van aanbieders aan patiënten en verzekeraars over de kwaliteit van het professionele handelen. Samen met de zorgstandaarden kan ROM bijdragen aan een optimale leercyclus en zorgen voor een continue verbetering van de professionele normen. De komende tijd wordt dan ook door patiënten en professionals gebruikt om de maat voor kwaliteit te verdiepen en door te ontwikkelen.

Van dit stuk tekst is alleen de eerste regel een correcte weergave van het doel van de Routine Outcome Monitoring(ROM), namelijk de evaluatie en het bijsturen van de therapie in samenspraak tussen behandelaar en patiënt. De rest is alleen maar een manier om duidelijk te maken dat met data die niet voor andere doelen bedoeld en geschikt zijn, de doelen van ZN hoe dan ook nagestreefd worden.

ROM nog meer centraal

Bij de oprichtingsovereenkomst zijn de doelstellingen van de agenda van gepast gebruik en transparantie opnieuw onderschreven en is bepaald dat één en ander vormgegeven zal worden in het nieuwe kwaliteitsinstituut. Als men die agenda voor gepast gebruik leest en doorzoekt op de zoekterm “ROM” dan wordt eens te meer duidelijk dat binnen het instituut de ROM-data mogelijk nog meer centraal moeten staan dan nu bij de SBG het geval is. Een zeer discutabele opzet dus.

W.J. Jongejan