Nog een joker in het medische kaartspel naast lues en tbc

jokerTijdens de studie geneeskunde in 70-er jaren van de vorige eeuw kregen alle medische studenten van hun docenten een wijze raad. Die trouwens nu nog geldt. Als we een differentiaal diagnose(lijstje van mogelijke diagnoses) bij een ziektebeeld opmaakten, moest je altijd daarbij de geslachtsziekte lues(syfilis) en daarnaast de infectieziekte tuberculose(tbc) vermelden. De docenten stelden dat deze ziekten de jokers in het medische kaartspel zijn, die de verschijnselen van vrijwel alle bestaande  ziektebeelden kunnen veroorzaken. De twee genoemde ziekten noemde men ook wel de “de grote imitators”. Dat is een uitdrukking die wordt gebruikt voor medische aandoeningen die niet-specifieke symptomen vertonen en die kunnen worden verward met een aantal andere ziekten. Naast deze twee valt nog een derde joker te vermelden. De Amerikaanse expert  op het gebied van de toxische werking van koolmonoxide(CO), Albert Donnay, stelt in herhaaldelijke publicaties dat koolmonoxide toegevoegd moet worden aan de eerder genoemde twee jokers.

Exogeen en endogeen CO

Lang dacht men dat toen de kolenkachels uit de huiskamers verdwenen, de CO-intoxicatie niet meer zou voorkomen. Niets is minder waar. Onvolledige verbranding kan op allerlei manieren nog steeds tot deze vergiftiging leiden. Verkeerd gemonteerde of afgestelde geisers of cv-ketels, ovens, barbecues, motoren, etc. zorgen nog steeds jaarlijks voor CO-intoxicaties. Helaas niet zelden met dodelijke afloop. Ook roken is een bekende bron van exogene CO-blootstelling. Naast acute CO-intoxicatie bestaat de ook verraderlijke chronische blootstelling, die veel onduidelijke klachten kan geven. De veiligheidskundige René van Slooten vroeg daar in Medisch Contact op 19 februari 2020 aandacht voor. Minder bekend is dat er ook sprake is van endogene CO-productie in het lichaam zelf. Dat vindt plaats door een reactie waarbij een heem-molecuul door het enzym heem-oxygenase afgebroken wordt en endogeen CO vrijkomt. Een heemmolecuul is het belangrijkste bestanddeel van hemoglobine, uit de erythrocyt, de rode bloedcel, die het zuurstoftransport verzorgt.

CO als joker in het medische kaartspel

In een recent webinar van Albert Donnay voor de Gerontology  Research Group in de V.S. somt hij de effecten op van de blootstelling aan zowel het endogene als het exogene CO. Op slide 14 komt hij tot een opsomming van 180 ziektebeelden/ziekten die veroorzaakt of verergerd worden door exogene CO-intoxicatie. Hij plaatst de term “The Great Imitator” daarbij tussen aanhalingstekens. CO imiteert niet alleen de ziektebeelden, maar is nogal eens de veroorzaker van een beschreven het ziektebeeld. Het is verrassend om de combinatie van een ziektebeeld op die lijst en de term ”CO” eens op Google te zoeken. Er komen dan opvallend veel publicaties te voorschijn die de genoemde relatie beschrijven.

donnay adverse conditions

Aangescherpt advies

In Nederland zit men, ook al is er weinig publicitaire aandacht voor, niet stil wat betreft de normen voor blootstelling aan koolmonoxide. De Gezondheidsraad publiceerde zeer recent, op 3 september 2024, een advies van haar commissie daaromtrent, over de beroepsmatige blootstelling aan CO. Daarin heeft men de hoeveelheid waaraan werker mogen worden blootgesteld drastisch verlaagd. Voor beroepsmatige blootstelling aan koolmonoxide beveelt de commissie een grenswaarde aan voor beroepsmatige blootstelling aan koolmonoxide van 7,5 mg per m3  lucht (6,4 ppm=part per million). Die vertegenwoordigt een gemiddelde concentratie gedurende een werkdag van 8 uur. De geadviseerde limiet van 7,5 mg/m3  (6,4 ppm) is drie keer lager dan de huidige toegepaste grenswaarde van 23 mg/m3 (20 ppm). Bij beroepsmatig blootgestelde mensen moet je in de eerste plaats denken aan chauffeurs, monteurs, lassers etc. maar ook andersoortige werkers staan bloot aan de gevolgen van onvolledige verbranding van brandstoffen.

Paradoxale situatie

Hoewel er voor industrieel gebruik wel nauwkeurige meet- en alarmsystemen bestaan voor CO, ligt dat voor de huishoudens totaal anders. De Gezondheidsraad adviseert voor de Nederlandse burger in diens huiselijke omgeving een alarmwaarde van 9 ppm gedurende maximaal acht uur en 6 ppm gedurende maximaal vierentwintig uur (conform de adviezen van de WHO). Het probleem is echter dat de meeste van de thans in de handel zijnde CO-alarmtoestellen als ondergrens een waarde van 50 ppm hebben. Een enkele apparaat waarschuwt bij lagere niveau’s maar de vermelding van de allarmgrens staat er niet frequent bij. De norm van de Gezondheidsraad voor de huishoudens betekent dat er een forse aanpassing van de Nederlandse en Europese normen voor koolmonoxide-melders en het vervangen van de bestaande apparaten. Dat proces zal nogal veel tijd vergen. Met in de eerste plaats politieke besluitvormig om die vervanging af te dwingen.

W.J. Jongejan, 29 oktober 2024

Afbeelding van Engin Akyurt via Pixabay