NZa wil in HONOS-data rechtszaak procespartijen procederen beletten
Komende woensdag 22 mei 2024 vind om 09.00u bij de rechtbank Midden-Nederland(Utrecht) om 09.00 uur weer een zitting plaats in de zaak van de actiegroep Vertrouwen in de GGZ tegen de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa). Na eerst een kort geding in september 2023 om de verzameling van HONOS-data door de NZa vroegtijdig stop te zetten volgt nu een zitting over de zogenaamde ontvankelijkheid van de partijen die in de actiegroep verenigd zijn. Ontvankelijkheid betekent of de proces partij(en) wel gerechtigd zijn om te procederen. Op de website van de actiegroep staat te lezen dat de NZa middels de landsadvocaat Pels Rijcken heeft aangevoerd dat geen der partijen in de actiegroep, noch de GGZ-cliënten, noch de GGZ-zorgverleners, noch de maatschappelijk organisaties gerechtigd zijn om tegen de verplichte aanlevering van de antwoorden op HONOS-vragenlijsten op te komen. Het betreft een zeer formele, makkelijk aanvechtbare handelswijze van de landsadvocaat, die niettemin uiterst gênant overkomt.
Wat is niet-ontvankelijk?
Het betekent: niet vatbaar voor berechting. De niet-ontvankelijkheid wordt bepaald door de rechter. Een zaak is niet-ontvankelijk als het niet tot een inhoudelijke behandeling komt omdat er niet is voldaan aan formele vereisten. In deze kwestie gaat het om een civielrechtelijke zaak die is aangespannen tegen de NZa door GGZ-cliënten, GGZ-behandelaren en een drietal maatschappelijke belangenorganisaties die privacy en het medisch beroepsgeheim in hun vaandel hebben staan. Dat zijn: het Platform Burgerrechten, de Koepel Van DBC-vrije Psychotherapeuten en psychiaters(KDVP) en het Landelijk Overleg Cliëntenraden GGZ(LOC). In de uitspraak van de rechter in het kort geding om de NZa te dwingen met het verzamelen van de HONOS-data te stoppen staat dat de rechtszaak aangespannen is onder de Wamca. Dat staat voor Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie.
De landsadvocaat probeert nu de drie de procespartijen(cliënten, behandelaars en belangenorganisaties) allemaal niet ontvankelijk te doen verklaren.
Wamca
De reden voor de komende rechtszitting(22-05-2024) is gelegen in de allerlaatste regel van het kortgeding-vonnis. Daarin staat de volgende regel:
“5.5. verwijst de zaak naar de rol van 13 december 2023 voor het nemen van een conclusie van antwoord door NZa over de ontvankelijkheid en toepasselijk collectief actierecht (WAMCA en/of artikel 3:305 (oud) BW). Vervolgens zal de zaak op de rol worden geplaatst voor beraad rechter over het vervolg van de procedure.”
Met deze tekst maakt de rechter duidelijk dat de Wamca de formele mogelijkheid biedt om de ontvankelijkheid van de eisers(verenigd in Vertrouwen in de GGZ) in een conclusie van antwoord aan de orde te stellen.
Dat gaat om de verstrekkende gevolgen bij Wamca-toepassing. Indien direct al duidelijk is dat de eisers uit zijn op een uitspraak met een schadevergoeding, dan gaat het om een totaal ander belang dan als er sprake is van een ideële kwestie.
Bij kort geding al poging
In september 2023 vond het kort geding plaats dat de actiegroep aanspande tegen de NZa om de HONOS-dataverzameling direct te doen stoppen. In dat kort geding probeerde de landadvocaat ook de kaart van de niet-ontvankelijkheid te spelen. De rechter veegt in de uitspraak de argumenten van Pels Rijcken resoluut van tafel.
Juridisch logisch, maar erg gênant
In het recente verleden bezocht ik meerdere rechtszittingen tegen de overheid die gingen over privacy-zaken. Daarin valt op dat dat steevast de landsadvocaat de rechter probeert over te halen de eisende partijen niet-ontvankelijk te verklaren. Van juristen begreep ik dat die die pogingen bij het juridische handwerk van advocaten behoort. Men probeert laaghangend fruit te oogsten door te voorkomen dat de rechter(s) überhaupt aan de inhoud van de zaak toekomen. In het geval van zaken tegen de van de overheid komen die pogingen tot niet-ontvankelijk-verklaring erg gênant over. Vooral als individuele burgers klager of mede-klager zijn dan geeft de landsadvocaat namens haar opdrachtgever, de overheid, het signaal af dat ze niet willen dat je als burger juridisch verzet pleegt tegen de overheid.
Miskenning maatschappelijke middenveld
De landsadvocaat wil in de komende zitting van de rechtbank ook de maatschappelijke organisaties, Platform Burgerrechten, KDVP en LOC niet ontvankelijk verklaren. Omdat het in deze zaak om een ideële kwestie gaat vormt het standpunt van Pels Rijcken een poging om het maatschappelijke middenveld het procederen tegen de overheid te beletten. In Nederland zijn er veel maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de samenleving. Bijvoorbeeld vakbonden, religieuze organisaties, goede doelen en milieuorganisaties. Zulke organisaties vormen samen het maatschappelijk middenveld en ze hebben een belangrijke rol in onze democratie. Ze komen bij de overheid op voor de belangen van hun achterban en kunnen tegenwicht bieden aan beslissingen van de overheid. De rechtsgang aan die partijen beletten is een slechte zaak en een volkomen verkeerd signaal van de overheid. Gezien het ideële belang dat alle eisende partijen uitdragen dient geen van hen niet-ontvankelijk verklaard te worden.
W.J. Jongejan, 21 mei 2024
Afbeelding van Sergei Tokmakov, Esq. https://Terms.Law via Pixabay
Kom op woensdag 22 mei om 09.00u ook naar de Rechtbank Midden-Nederland, Vrouwe Justitiaplein 1, 3511 EX Utrecht.