Politisering LSP door 105 miljoen euro verkapte staatssteun van VWS

pot met geld staatssteun

Met een subsidiebesluit van minister Schippers van VWS, dat in december 2016 gepubliceerd is en waarmee een totaalbedrag van 105 miljoen euro is gemoeid, stimuleert zij verkapt het gebruik van het Landelijk SchakelPunt(LSP). Het gaat om het Versnellingsprogramma Informatieuitwisseling Patiënt en Professional (VIPP). Daarin geeft de minister  beleidsregels voor het subsidiëren van ziekenhuizen en de Nederlandse vereniging van Ziekenhuizen(NVZ ) voor het stimuleren van elektronische gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieder en patiënt en tussen zorgaanbieders onderling onder de noemer van eHealth. De regeling stimuleert het verschaffen van behandelinformatie aan de patiënt via elektronische portalen en downloadbare Pdf-bestanden, maar deze regeling stimuleert ook het zo aanpassen van de ICT-systemen in ziekenhuizen dat deze naadloos op het LSP aansluiten. De opzet is zeer listig, omdat het subsidieprogramma niet rechtstreeks het LSP financieel steunt, maar wel aan de zijkant die onderdelen waar de functionaliteit stagneert. Eerder publiceerde ik een artikel over het MedMij samenwerkingsprogramma dat ook door VWS betaald wordt en dat ook via de zijlijn het LSP-gebruik stimuleert. In een pilot met MedMij vindt bovendien een soort koppelverkoop plaatst waarbij de mogelijkheid om een patiënt inzage te geven in de Professionele Samenvatting van eigen zorgdata bij de huisarts gekoppeld zit aan de verplichting om dan eerst een opt-in-toestemming voor die data te geven. MedMij wordt in de VIPP-subsidieregeling ruim 15 keer genoemd. De samenhang is dan ook wel duidelijk.

Geschiedenis

Toen in april 2011 het wetsvoorstel 31466 van de minister van VWS in de Eerste Kamer(EK) unaniem was weggestemd, nam de EK ook een motie X van mevrouw Tan aan. Daarin verzocht de EK de regering alles te doen wat in haar vermogen lag om verdere beleidsinhoudelijke, financiële en organisatorische medewerking aan de ontwikkeling van het LSP te beëindigen. De minister van VWS liet in een Kamerbrief van 23 mei 2012 weten dat zij daaraan gehoor gaf. Elke bemoeienis aan het LSP, hetzij direct, hetzij indirect, is daarom op te vatten als staatssteun aan het LSP.

VIPP

Het stimuleringsprogramma VIPP wil de toegankelijkheid voor de patiënt van zijn/haar medische gegevens verbeteren door het stimuleren van ICT-aanpassingen. Daarbij kiest mijns inziens de minister bewust voor de ziekenhuizen, omdat met de huidige functionaliteit van het LSP in de tweede lijns-zorg zeer weinig mogelijk is. Het is onder kenners ook overduidelijk dat ziekenhuissystemen zeer matig zijn ingericht ten aanzien van de communicatie met de buitenwereld. Op dit moment kunnen uitsluitend op spoedeisende hulp-afdelingen medicatieoverzichten opgevraagd worden via het LSP. De eerste lijn stimuleert de minister bewust niet,  omdat daar al met Nictiz-standaarden via het LSP gecommuniceerd wordt. Kanttekening daarbij is wel dat communicatie van huisartsgegevens al jaren nauwelijks loopt, omdat slechts één derde van de Nederlanders dat ziet zitten, maar technisch kan het.

Modules

In de vorm van een aantal modules waarvoor ziekenhuizen subsidie kunnen krijgen wil de minister met module A bevorderen dat de patiënt hetzij via een downloadbaar bestand(bijv. pdf-formaat) hetzij via een patiëntenportaal inzage kan krijgen in de voornaamste medische gegevens. Daarnaast is er een module B waarmee men wil stimuleren dat het ziekenhuis een actueel overzicht van medicatie biedt als onderdeel van het medicatieproces in klinische en poliklinische setting. Uit een recente nulmeting is gebleken hoe weinig de ziekenhuizen op het gebied van module B doen.

Medicatieoverzichten

Nergens in het VIPP-besluit is het woord LSP of zorginfrastructuur te vinden. Toch is er wel degelijk een overduidelijke link naar het LSP met de daarmee verbonden AORTA-infrastructuur terug te vinden in het gebruik van standaarden die voor LSP of AORTA gebruikt worden. In de programma-uitleg van module B2 spreekt de minister over de standaard medicatieproces v6.12.2 of nieuwer. Dat komt terug in de subsidievoorwaarden voor de modules A3, B1 en B2. De standaard medicatieproces v6.12.2 is een uniek onderdeel van de AORTA-standaard “HL7v3-implementatiehandleiding medicatieoverzicht”. Ook de in het besluit genoemde standaard medicatieproces v9.01 is er één die door Nictiz specifiek voor het LSP-gebruik gemaakt is.  Nog duidelijker is de link met het LSP in het Handboek VIPP-eindtoets van het ministerie. In bijlage 1 ervan staat het begrip “LSP regio” uitgelegd. In de tekst, in de uitleg van de twee groepen eisen voor module B1 op bladzijde 9 van het handboek staat  “-regio-toestemming”(LSP is hier bewust weggelaten), naast  “opt-in” voor het opvragen van medicatiegegevens en het aantal keren dat medicatiegegevens zijn opgevraagd. Het zijn zaken, die uitsluitend te maken hebben met LSP-gebruik. Concluderend kan gesteld worden dat de modules B1 en B2 van de subsidieregeling als doel hebben het LSP-gebruik te stimuleren dan wel te verbeteren.

In het veld heeft men zeer wel door dat met VIPP het LSP-gebruik ondersteunt gaat worden. EZDA, een organisatie die in de regio Amsterdam-Amstelland de aansluiting van huisartsen en apothekers op het LSP begeleidt, meldt op de website in een nieuwsbrief onder de LSP-wetenswaardigheden het VIPP-programma. Ook het bedrijf VIR-E-care Solutions dat software maakt voor de revalidatiezorg heeft een FAQ-lijst gemaakt heeft voor het gebruik van het VIPP-subsidieprogramma vermeldt duidelijk de relatie tussen het LSP-gebruik en dat programma.

VZVZ

Tekenend is bovendien dat op de website van de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ), die verantwoordelijk is voor het LSP, geen enkele verwijzing naar het subsidieprogramma staat. Anders is men altijd er als de kippen bij om positief nieuws te melden over het LSP, zoals uitgebreide free publicity in het damesblad Margriet. Men heeft bij VZVZ zeer wel door dat het VIPP-programma publicitair nogal riskante kanten heeft voor VZVZ.

Controle ontdoken

De minister heeft er bewust voor gekozen om het VIPP-programma niet bij het Bureau ICT Toetsing(BIT) aan te melden. Dit na vele overheidsdebacles op het gebied van ICT in september 2015 opgerichte bureau moet ingeschakeld worden als ICT-projecten van ministeries een ICT-component van meer dan 5 miljoen euro hebben. Het VIPP-programma gaat met de 105 miljoen euro ruim over die grens heen. In antwoorden op Tweede Kamervragen van het Kamerlid Oosenbrug aan de minister is duidelijk te lezen dat de minister bewust gekozen heeft voor een subsidieregeling met resultaatverplichting waardoor zij formeel niet onder de norm het BIT valt. Door een semantische kwestie hoeft iets niet wat wel gemoeten had. Zie ook mijn eerdere artikel hierover.

Randen

Overduidelijk is nu dat de minister van VWS in naam niet meer het LSP rechtstreeks stimuleert of subsidieert, maar wel indirect aan de randen. Met name doet ze dat aan die kanten die (nog) niet van de grond gekomen zijn en die de functionaliteit van het LSP belemmeren. Wat nu gebeurt met subsidieprogramma VIPP en met MedMij is een duidelijke vorm van verkapte staatssteun aan het LSP en dus ook politiek gezien zeer laakbaar handelen.

W.J. Jongejan

1 antwoord

Trackbacks & Pingbacks

  1. […] VZVZ, de organisatie achter het LSP, maakt geen melding van het project op haar site, maar ICT-bedrijven die zijn betrokken bij het project kondigen al aan dat het LSP zal worden gebruikt, zo is te zien op ZorgICTzorgen. […]

Reacties zijn gesloten.