Publiekelijk wijst AP op medisch beroepsgeheim m.b.t. wetsontwerp digitale zorgcommunicatie
Op 28 mei 2021 uitte de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) via haar website nogmaals haar bezwaren tegen het wetsontwerp elektronische gegevensuitwisseling in de zorg(Wegiz). De AP deed dat eerder in juli 2020 in het adviseringstraject van het wetsontwerp. Op 23 april 2021 keurde de ministerraad het wetsontwerp goed. Het ligt nu als wetvoorstel 35824 voor bij de Tweede Kamer. In het genoemde adviseringstraject schreef de AP op 30 juli 2020 dat zij bezwaar had tegen het concept en adviseerde de procedure niet voort te zetten, tenzij het bezwaar was weggenomen. Advisering door de AP was noodzakelijk vanwege de vraag of het wetsontwerp voldoet aan de Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG). De minister van VWS schuift in haar Memorie van Toelichting in hoofdstuk 9.6(blz. 58) de bezwaren van de AP terzijde. In een tamelijk uitzonderlijke stap wijst de AP nu nogmaals, maar dan publiekelijk, op de problemen t.a.v. het medisch beroepsgeheim.
Bezwaar AP
Dit wetsvoorstel verplicht zorgverleners om in bepaalde situaties gegevens van patiënten elektronisch uit te wisselen. De AP ziet hierbij het risico dat zorgaanbieders in de praktijk gedwongen worden hun beroepsgeheim te doorbreken. Dit staat in het wetgevingsadvies dat de AP aan VWS uitbracht in juli 2020. De situaties waarin zorgaanbieders verplicht zullen zijn om gegevens elektronisch uit te wisselen, stelt VWS later vast in Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s). Het wetsvoorstel stelt ook eisen aan de ICT-systemen waarmee de gegevens uitgewisseld worden. De AP signaleert het risico dat zorgverleners in een feitelijke dwangpositie komen, die hun medisch beroepsgeheim kan aantasten. Want als VWS in detail vastlegt welke gegevens een zorgverlener elektronisch moet uitwisselen, bestaan er in de praktijk maar twee opties. Namelijk: alle voorgeschreven gegevens elektronisch uitwisselen of, als de zorgverlener oordeelt dat dit in het concrete geval te veel gegevens betreft, helemaal geen gegevens uitwisselen. Beide opties zijn ongewenst.
AP stelt
De AP stelde in het advies van juli 2020 dat het medisch beroepsgeheim kan (toch) onder druk komen te staan:
“De zorgverlener is verantwoordelijk voor de naleving van het medisch beroepsgeheim en maakt dus zelf — binnen de grenzen die de wet stelt — de afweging of, en zo ja welke patiëntgegevens hij aan een ander verstrekt. Als hij twijfelt of een bepaalde gegevensverstrekking rechtmatig is, dan kan hij op die grond besluiten niet te verstrekken. De zorgverlener heeft hierin een ruime autonomie, die slechts wordt beperkt door een eventuele wettelijke verplichting om te verstrekken. Door dit concept ontstaat het risico dat een verplichting voor een zorgaanbieder voortkomend uit dit wetsvoorstel — mogelijk ten onrechte- wordt vertaald in zo’n de geheimhoudingsplicht doorbrekende verplichting voor een zorgverlener tot elektronische gegevensuitwisseling, waardoor toestemming van de patiënt voor die gegevensuitwisseling niet langer nodig zou zijn.”
Rommelige regelgeving
In de eerste plaats wil de AP het risico op doorbreking van het medisch beroepsgeheim benoemd zien in de toelichting bij het wetsontwerp. Daarbij dient de minister van VWS aan te geven met welke maatregelen ze dat risico denkt te voorkomen. In de tweede plaats stelt de AP dat VWS met het wetsontwerp onduidelijke regelgeving genereert. Meerdere zaken over elektronische zorgcommunicatie zijn al vastgelegd in het Besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders(Begz). Dat besluit ging in op 28 november 2017. Details over de verplichte elektronische communicatie van zorgdata komen met het nieuwe wetsontwerp Wegiz niet in de wet zelf te staan. Omdat VWS de Wegiz als raamwet opzette, komen de details over wat verplicht wordt, in verschillende Algemene Maatregelen van Bestuur(AMvB’s) te staan. De AP adviseert dan ook alle beveiligingseisen samen te brengen in één wettelijke regeling. Zodat de eisen goed te vinden zijn, met elkaar samenhangen en consistent zijn.
Diepe bezorgdheid
Zeer uitzonderlijk kan ik het noemen dat de AP als toezichthouder na het in behandeling nemen van het wetsontwerp door de Tweede Kamer alsnog de publiciteit zoekt met haar indringende, hernieuwde, commentaar op het wetsontwerp over de elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. Het heeft er alle schijn van dat de AP aan het begin van de parlementaire behandeling de Tweede Kamerleden op deze wijze met de neus op de feiten wil drukken. Ze wil wijzen op de onderkende, serieuze, bezwaren en diepe bezorgdheid die ze heeft bij dit wetsontwerp.
W.J. Jongejan, 1 juni 2021
Afbeelding van philm1310 via Pixabay
Een eerdere artikel over de Wegiz publiceerde ik op 28 april 2021
Recente reacties