Voormalige chef MIVD uit zich over inzage diensten in medische data

James Bond met aesculaap

Op deze website publiceerde ik vanaf juli 2017 enkele malen(A, B) over de gevolgen van de nieuwe wet op de veiligheidsdiensten(Wiv 2017) voor het medisch beroepsgeheim. Afgelopen week wees ik in een artikel op onterechte geruststellingen op dit punt. Op 17 december 2017 reageerde ene Pieter Cobelens van CobelensAdvies hierop. De reactie is onder het artikel te lezen. Op zich zou dat geen reden zijn om met meer dan gemiddelde belangstelling daar op in te gaan, ware het niet dat Pieter Cobelens, generaal-majoor buiten dienst, de voormalige chef van de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst(MIVD) was. Hij nam in 2011 afscheid als militair. Hij wordt gekarakteriseerd als een flamboyante, ook in Haagse kringen niet onomstreden man,  die van zijn hart geen moordkuil zou maken. Op zich aparte karakteristieken voor een oud-chef van veiligheidsdienst die zich voornamelijk bezig houdt met het militaire gebied. In zijn reactie op deze website is hij kort van stof en komt ongenuanceerd over. In zijn reactie probeert hij het inzien van medische data door veiligheidsdiensten te vergoelijken. Helemaal vreemd is die duidelijke stellingname niet, want op 16 november 2016 was hij te zien in het discussieprogramma Pauw. Dat was vlak na de aanslagen in Parijs(cafés, restaurants en de club Bataclan). Hij propageerde toen om data van de Sociale VerzekeringsBank en elektronische patiëntendossiers te koppelen aan allerlei andere databanken zoals die van creditcardgegevens om terroristen te kunnen lokaliseren. Ik schreef er destijds op 18 november 2015 over.

Wat zegt Cobelens nu?

De reactie die Pieter Cobelens schreef, luidt:

“Hoe voorkomen de diensten dan dat mensen in psychische nood beginnen los te knallen op onschuldige burgers? Medisch geheim voor onze veiligheid?”

 In deze korte reactie met cowboy-taal maakt hij een aantal denkfouten en stelt een zogeheten “vals dilemma“ voor. Hierop zal ik in de komende alinea’s ingaan.

Denkfouten

Cobelens vraagt zich af hoe voorkomen kan worden dat mensen in psychische nood onschuldige burgers naar het leven gaan staan. Hij kan niet anders dan doelen op terroristische aanslagen. Vrijwel alle terroristische aanslagen zijn NIET door mensen gepleegd die in psychiatrische zin gestoord zijn. Het gaat vrijwel uitsluitend om mensen die een van ons afwijkende visie op (geo)politieke ontwikkelingen hebben en daarbij vaak gemotiveerd zijn door godsdienstig fanatisme. Het merendeel van de aanslagen in de laatste jaren kan op het conto van IS geschreven worden. Rusland kende een reeks van aanslagen vanwege de Tsjetsjeense kwestie met ook religieuze componenten. In Nederland kennen we met de aanslag van Tristan van der Vlist in 2011 in Alphen aan de Rijn slechts één duidelijk voorbeeld van iemand met een psychiatrische voorgeschiedenis.  Het is echter maar helemaal de vraag of  aanslagen in die vorm en met die omvang voorkomen kunnen  worden door veiligheidsdiensten. Aanslagen met veel doden in de Verenigde Staten laten zien dat het vaak “lone wolves” zijn waarvan het bizarre handelen niet te  voorzien was. Aangezien de diensten hier alleen gericht medische data mogen doorzoeken van de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten(Wiv) zou men de mensen die psychisch in de war zijn al anderszins moeten verdenken.

Vals dilemma

Door het medisch beroepsgeheim en veiligheid als twee te kiezen uitersten te poneren, schotelt Cobelens ons een zogenaamd vals dilemma voor. Dat is een drogreden of denkfout waarbij twee alternatieven voorgesteld worden als de enige mogelijkheden, terwijl er in werkelijkheid nog andere zijn. Het is een populaire manier in het openbare debat om mensen te dwingen tussen twee zaken te kiezen terwijl er meer alternatieven zijn. Er zijn namelijk meer mogelijkheden in het debat over het medisch beroepsgeheim. Zo is het al vele jaren, zonder de Wiv 2017, mogelijk dat een arts, werkzaam in somatische of psychische zorg (of beide), het bevoegde gezag op de hoogte stelt van een dreigend veiligheidsprobleem als hij/zij zich in een conflict van plichten, beroepsgeheim of openbaarmaking, gebracht voelt.

Onhandig

Hoewel ik geen kenner ben van veiligheidsdiensten en het opereren ervan, heb ik toch het gevoel dat Pieter Cobelens hier door een impulsieve, niet goed doordachte en nogal populistische reactie, het functioneren van de diensten, in het bijzonder van de MIVD, schaadt. Ik denk dat het huidige diensthoofd, Onno Eichelsheim, daar niet echt gelukkig mee zal zijn.

W.J. Jongejan