Voorstel vastleggen niet-reanimeer-verklaring in LSP getuigt niet van realiteitszin
Op de website van Medisch Contact stond op 13 september 2017 een opmerkelijke bijdrage over een voorstel van Frank Bosch, internist in het Rijnstate ziekenhuis. Hij deed die uitspraak op een symposium van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst(KNMG). Hij hield een pleidooi om het Landelijke SchakelPunt(LSP) de functie van de niet-reanimeer-penning over te laten nemen. Reanimatie is een levensreddende medische activiteit, die door een aantal mensen niet als gewenst wordt beschouwd. Dat kan zijn op basis van leeftijd, levensperspectief, onderliggend lijden etc. Het voorstel getuigt echter niet van veel kennis van de huidige en toekomstige mogelijkheden van het LSP en de situatie rond de toestemmingsverlening door burger om medische informatie te doen delen. Het voorstel is geen vooruitgang te noemen en zou een stap terug zijn ten aanzien van de huidige situatie waarin de burger een penning draagt waarop de niet-reanimatiewens staat. Uit angst dat die penning over het hoofd werd gezien liet een hoogbejaarde vrouw in 2014 overigens haar niet-reanimatiewens op haar borstkas tatoeëren! De tijd die nodig is om een niet-reanimatie-wens via het LSP op te zoeken is veel te lang. In een aantal gevallen zal het moment van reanimeren zich voordoen op een plaats waar geen computer-raadpleging mogelijk. De plaats waar de facto het reanimeren binnen een medische omgeving het meeste voorkomt, het ziekenhuis, heeft grote moeite met het implementeren van het LSP-gebruik. De functionaliteit is zo beperkt en zo traag dat het voorstel van Frank Bosch daar niet uitvoerbaar is.
Functionaliteit
De functionaliteit van het LSP is binnen de ziekenhuizen beperkt tot het opvragen van medicatieoverzichten en de ICA-gegevens. Dat zijn de Interacties, Contra-indicaties en Allergieën. Niets meer. Op de afdeling spoedeisende hulp kunnen als het ziekenhuis überhaupt een werkende verbinding heeft met het LSP die data opgevraagd worden, vermits de patiënt een opt-in-toestemming heeft gegeven om die data te doen delen via het LSP. Daarover hieronder meer. In de meeste ziekenhuizen laat de netwerksoftware en de vele werkstations met beperkte hard- en software(thin clients) niet toe dat specialisten op poliklinieken zelf de medicatieoverzichten tijdens het spreekuur opzoeken. Het opvragen duurt te lang om tijdens het spreekuur te doen en kan mislukken.
Prefetchen
Om toch medicatiedata op te kunnen vragen hebben sommige ziekenhuizen met medeweten en medewerking van de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ), de verantwoordelijke voor het LSP, een constructie bedacht dat de ziekenhuisapotheker die opvraging doet twee tot vijf dagen voor polikliniekbezoek van een patiënt. Het zogenaamde prefetchen (te voren opvragen) is een uiterst discutabele manier om een specialist aan data te helpen die hij zelf niet kan opvragen. Het behoeft geen betoog dat zowel de beoogde functionaliteit als de kunstgrepen die uitgevoerd worden om daar nog enigszins iets van te bereiken, ten enenmale ongeschikt zijn om een niet-reanimatieverklaring op te vragen. De beslissing niet-reanimeren moet in een spit-second genomen worden en daarvoor is de elektronische weg ten enenmale ongeschikt.
Opt-in-toestemming
Informatie is via het LSP alleen op te vragen als de burger toegestemd heeft in het doen delen van zijn of haar informatie, de zogeheten opt-in-toestemming. Daarvan zijn twee smaken: de opt-in-toestemming bij de medicatie verstrekkende apotheken en de opt-in-toestemming voor medische informatie bij huisartsen. Een niet-reanimatieverklaring past niet binnen de grenzen van medicatie-verstrekking en zal bij de huisartsendata vastgelegd kunnen worden. Het is echter zo dat maar 35 procent van de Nederlanders een opt-in-toestemming voor het doen delen van huisartsinformatie geeft. Dat percentage verandert al lange tijd niet. Het betekent dat van 65 procent van de bevolking helemaal geen informatie over wel of niet reanimeren op te vragen is.
Kansloos
Het voorstel om de niet-reanimeer-penning te vervangen door een notificatie via het LSP is gezien het bovenstaande kansloos en niet erg zinvol. Het getuigt ook niet van kennis van zaken van wat thans met het LSP plaatsvindt. Het lijkt me een oplossing voor een niet bestaand probleem en een mislukte poging het LSP enige betekenis te geven.
W.J. Jongejan
Dank voor uw reactie tav mijn opmerkingen op het congres. Mijn opmerkingen gingen slechts in heel beperkte mate over het al of niet reanimeren. De insteek van het congres was dat patiënten vaak in een vroeg stadium met zorgverleners in gesprek willen om te spreken over hun wensen en waarden. Bepleit wordt dat zorgverleners en anderen aan deze gesprekken tijd besteden en daarover aantekeningen maken in hun dossier; het blijft voor mij moeilijk te verteren dat die afspraken niet voor anderen in de keten inzichtelijk zijn en bovendien lenen allerlei situaties zich niet om dat soort zaken opnieuw te bespreken. Zeker, ik realiseer mij dat de huidige structuur van het LSP zich nog niet leent voor deze gegevensuitwisseling, maar dat is toch helemaal geen reden om toch niet te blijven nadenken hoe we patiënten beter kunnen helpen.
Ik ben het volledig met u eens dat het belangrijk is ruim aandacht te besteden aan de vraag over het wel of niet reanimeren. Ook ben ik het er mee eens dat het eenduidig wordt vastgelegd in het medisch dossier. Nadenken hoe het beter kan is altijd verstandig. De suggestie dat zoiets met het LSP oplosbaar is, gaat echter voorbij aan de huidige EN toekomstige beperkingen van het LSP.