VWS dreigt met de NZa-knoet bij stagnatie zorgclustermodel-pilot in GGZ

knoet

Het ministerie van VWS wil voor de bekostiging van de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) een nieuw bekostigingsmodel introduceren. Het gaat om het zogeheten zorgclustermodel dat de bekostiging met gebruik van diagnose-behandelcombinaties(DBC’s) moet gaan vervangen. Alvorens tot deze systeemwijziging over te gaan is in 2017 een pilotproject gestart. Daar bleek weinig animo voor te bestaan, waardoor de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) zich genoodzaakt zag een aantal GGZ-instellingen te verplichten mee te doen. Ik berichtte hierover op 3 november 2017. Naar nu blijkt, leveren de al dan niet gedwongen GGZ-zorgverleners, onvoldoende informatie aan om de pilot enigszins zinvol te evalueren. Om die reden blijkt het ministerie van VWS nu met dwangmaatregelen van de NZa te dreigen. In een ledenbriefbrief van de Landelijke Vereniging van vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten(LVVP) is te lezen hoe belangrijk VWS de pilot vindt. Zij geeft aan dat de NZa -die de ontwikkeling van het nieuwe model begeleidt- de bevoegdheid heeft om eventueel handhavingsmaatregelen te treffen in de situatie dat een zorgaanbieder onverhoopt in gebreke blijft.

Welke handhavingsmaatregelen?

De vraag is natuurlijk welke maatregelen de NZa kan opleggen. Dat zijn: de aanwijzing, last onder bestuursdwang en last onder dwangsom. Die zijn ingesteld om een onrechtmatige situatie te beëindigen of te voorkomen en zijn reparatoir van aard.  Daarnaast kan een bestuurlijke boete worden opgelegd. Ook is het mogelijk een combinatie van een boete en de eerder genoemde maatregelen op te leggen. Legt men de boete op dan neemt men de GGZ-zorgverlener/- instelling geld af wat die nu juist gekregen had bij het al dan niet gedwongen meedoen als compensatie voor de overlast.

Grote problemen

Het ministerie van VWS blijkt in, zelf veroorzaakte, grote problemen te zitten. Men heeft zich zelf de deadline van januari 2020 gesteld voor het invoeren van het zorgclustermodel. In berichtgeving van het ministerie uit 2017  stond al dat de tijdsplanning voor de invoering met een pilot ervoor zeer krap was. Men begon nattigheid te voelen toen er onvoldoende animo in het veld bleek te bestaan om überhaupt deel te nemen. Door het onvoldoende aanleveren van data binnen de pilot blijkt men nog verder in het moeras te zakken. Het eerste probleem is dat men nu al weet dat de invoering in 2020 niet gehaald zal gaan worden, maar dat het handhaven van het huidige systeem met de DBC’s om meerdere redenen ook niet haalbaar is. Wat het plan nu wordt, is volkomen onduidelijk. Om zoveel mogelijk van de opzet te redden dreigt VWS nu met handhavingsmaatregelen van de NZa.

NZa vleugellam orgaan

Uit de gang van zaken blijkt eens te meer dat de NZa niet zelfstandig opereert maar een vazal is in de handen van VWS. Op papier is het een zelfstandig bestuursorgaan, maar uit het verleden is onder minister Schippers vaker gebleken dat het ministerie uiteindelijk aan de touwtjes trekt bij de NZa. Dat werd o.a. duidelijk in een affaire rond subsidie van 100 miljoen euro aan het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Dat weigerde de NZa eerst maar moest dat besluit onder dwang van VWS herzien.

Reden voor weerstand

Het is heel goed voor te stellen dat de GGZ-zorgverleners, die nu al dan niet gedwongen meedoen aan de pilot, niet razend enthousiast meedoen. Binnen deze proef moet men namelijk zowel volgens het oude systeem declareren, maar ook met het nieuwe erbij. Dat betekent een enorme administratieve belasting. Men krijgt wel geld extra voor die inspanning maar dat betekent niet dat daar meteen de mankracht voor is. In een veld waar de administratieve belasting al bijzonder hoog is zal extra geld niet zomaar iets oplossen.

Triest

Het meest trieste is eigenlijk dat het zorgclustermodel dat men bedacht heeft min of meer een kopie is van het Engelse zorgclustermodel. Daar is het in principe uitgedacht. Saillant is echter dat in Engeland het zorgclustermodel helemaal niet gebruikt wordt. Ik berichtte daar op 1 september 2017 over op deze website.

W.J. Jongejan, 22 oktober 2018