Wet 33980 middel in queeste VWS om niet-gecontracteerde zorg te knechten
Op 8 oktober begint de Eerste Kamer(EK) met de behandeling van het wetsontwerp 33980, met als doel het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving in de zorg. Het gaat nog niet om een plenaire behandeling, maar om het doen van het zogenaamde voorbereidende onderzoek door de EK-commissie voor VWS. Over het wetsvoorstel is veel reuring ontstaan. In veel media staan berichten over aantasting van het medisch beroepsgeheim. Het gaat in dit wetsvoorstel om de materiële controle van zorgdossiers mogelijk te maken voor de laatste categorie verzekerden voor wie dit nog niet gold, namelijk degene die een restitutiepolis afsloten. Inzage in zorgdossiers door medisch adviseurs van zorgverzekeraars bestond al voor naturapolissen. Met 33980 wordt de doorbreking van het medisch beroepsgeheim voor restitutiepolissen volledig gelijkgesteld met die voor naturapolissen. Medisch adviseurs van zorgverzekeraars konden al bij de restitutiepolissen een zogenaamde materiële controle van het zorgdossier bij gecontracteerde zorgaanbieders doen. Door de volledige gelijkschakeling in wetsontwerp 33980 geldt dat ook voor niet-gecontracteerde zorg.
Doorn
Niet-gecontracteerde zorg is de minister van VWS al lange tijd een doorn in het oog. In het verleden zijn daarover al meerdere rechtszaken gevoerd, onder andere over de hoogte van de vergoeding die de zorgverzekeraar moet betalen indien de zorgaanbieders geen contract heeft. De minister heeft geprobeerd invloed te krijgen op deze situatie door het maken van een wijziging in artikel 13 van de ZorgVerzekeringsWet(ZVW). Door het inperken van de keuzevrijheid van zorgaanbieders met dit te wijzigen artikel zouden zorgverzekeraars minder last gaan krijgen van het moeten betalen van niet-gecontracteerde zorg. De Tweede Kamer stemde in met de wijziging, maar de Eerste Kamer niet na een tumultueus debat op 16 december 2014. Het ministerie van VWS en zorgverzekeraars zijn zo gefocust op het inperken van niet-gecontracteerde zorg omdat zorgverzekeraars deze zorg moeten vergoeden tot een niveau dat de kosten geen feitelijke hinderpaal zijn voor de verzekerde op de hulp in te roepen. Zorgverzekeraars verloren daar meerdere rechtszaken over, waarop de minister liet weten daar “not amused” over te zijn. Over het algemeen geldt daarbij een hoogte tot 70 % van het gecontracteerde tarief. De Hoge Raad deed daar op 11 juli 2014 uitspraak over.
Proportionaliteit
Elke voorgenomen privacy beperkende wettelijke maatregel dient getoetst te worden aan de grondwet en aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens( EVRM). De Raad van State vroeg dat bij het wetsontwerp 33980 dan ook expliciet aan de minister in haar nader advies zonder over die toetsing zelf een uitspraak over te doen. Zeer recent lieten zowel advocaten van de VVAA als die van het advocatenkantoor Spong in een brief aan de Eerste Kamer weten dat zij het wetsontwerp strijdig achten met het artikel 8 EVRM. Beargumenteerd wordt dat de privacy van de patiënt zwaarder weegt dan het financiële belang, de fraudebestrijding. Het gaat hier om de proportionaliteit, d.w.z. de afweging of een interveniërende handeling te rechtvaardigen is in het licht van de inbreuken die daarbij gemaakt worden en-of negatieve gevolgen die mogelijk optreden.
Daarnaast speelt altijd de subsidiariteit, d.w.z. of er maatregelen/manieren zin bedacht om tot hetzelfde doel te komen met minder ingrijpende middelen. Hier heeft de minister onvoldoende oog voor gehad en blijkt ze ook in de beraadslagingen in de Tweede kamer geen oog voor te willen hebben.
Niet-gecontracteerde zorg
Het net van overheids- en zorgbemoeienis rond de niet-gecontracteerde zorgaanbieder sluit steeds verder. Zo geldt de verplichting om mee te doen met het aanleveren van de Routine Outcome Monitoring(ROM) in de GGZ per 1 januari 2017 niet alleen voor de gecontracteerde psychotherapeuten maar ook voor zij die dat niet zijn. Het niet-gecontracteerd zijn kan een zeer bewuste keuze van de zorgaanbieder zijn in een als steeds knellender ervaren wereld van regelgeving en andere beperkingen. Ook kan het van patiënten een zeer bewuste keuze zijn.
Planmatig
Via diverse wegen probeert de minister van VWS dus het bestaansrecht van de niet-gecontracteerde zorgaanbieder onderuit te halen. Zoals in diverse media al terecht betoogd is, haalt het wetsontwerp 33980 het medisch beroepsgeheim niet opeens onderuit , maar beoogt het een verdere stap te zijn in de aantasting die eerder begon. De minister probeert tegelijk een zeer betekenisvolle stap te zetten op het pad van het inperken van de mogelijkheden om van niet-gecontracteerde zorg gebruik te maken. De vraag is ook hoe dit zich verhoudt met het zogenaamde hinderpaal-criterium dat i de Hoge Raad in het bovengenoemde arrest verwoordt. Door het steeds verder belemmeren van de niet-gecontracteerde zorg hindert het ministerie van VWS deze in ernstige mate .
W.J. Jongejan
Recente reacties