ZN en VWS benoemen bij GGZ-declaratieprobleem olifanten in kamer niet
Er speelt nu een fors declaratieprobleem voor GGZ-zorgverleners. Als basis voor declaraties was per 1 januari 2025 afscheid genomen van DSM-diagnoses. In plaats daarvan zou men gaan werken met zorgvraagtypering. Die thans niet beschikbaar, want nog niet bruikbaar. Dat blijkt uit de notulen van de Adviescommissie Zorgvraagtypering van juli 2024. De zorgvraagtypering is per 1 januari 2025 geen alternatief voor het gebruik van DSM-diagnoses op declaraties. Men moet nu noodgedwongen weer terugvallen op de DSM-systematiek maar VWS maakte daar geen wettelijke regeling voor. Zorgverzekeraars Nederland(ZN) waarschuwde daar in april 2024 nog voor, maar VWS ondernam geen actie. Op 19 december 2024 kwam VWS uiteindelijk met een Kamerbrief hierover. De vraag over de bruikbaarheid van de zorgvraagtypering komt in die brief, noch in de reactie van ZN voor. Veel belangrijker is het ontbreken van een referentie naar de bodemprocedure tegen de NZa over het gebruik van HONOS-vragenlijsten als zorgvraagtypering-basis.
Twee olifanten in de kamer
Er is sprake van de aanwezigheid van twee enorme olifanten in de kamer die onbenoemd blijven maar wel een enorme rol spelen in deze kwestie. De belangrijkste kwestie die onbenoemd blijft is de openlijke twijfel aan de bruikbaarheid van de zorgvraagtypering binnen de AdviesCommissie Zorgvraagtypering. Het woord “bruikbaar” komt wel tien keer voor in notulen van de vergadering van de Adviescommissie op 5 juli 2024. Er vindt nog steeds onderzoek naar die bruikbaarheid plaats. Professor Casper Albers van de RijksUniversiteit Groningen doet nog onderzoek naar de “interbeoordelaars-betrouwbaarheid”. Dat gaat erom of twee verschillende zorgverleners bij dezelfde cliënt wel tot dezelfde zorgvraagtypering komen. Als dat niet zo is, zegt die zorgvraagtypering heel weinig of eigenlijk niets.
De tweede olifant in de kamer die VWS en ZN niet benoemen is de bodemprocedure van de coalitie Vertrouwen in de GGZ ten de NZa over de zorgvraagtypering.
Bodemprocedure
De actiegroep/coalitie Vertrouwen in de GGZ heeft een bodemprocedure lopen tegen de Nederlandse Zorgautoriteit(NZA). Daarin bestrijdt de coalitie de rechtmatigheid van het verzamelen(zonder toestemming) van antwoorden op zeer privacygevoelige HONOS-vragenlijsten afkomstig van 800.000 GGZ-cliënten. De coalitie acht dat een ernstige schending van het medisch beroepsgeheim. De mondelinge(inhoudelijke) behandeling in deze zaak vindt plaats op 28 januari 2025 bij de Rechtbank Midden-Nederland om 09.30 uur. De rechtbank heeft er ruim vijf uur voor uitgetrokken. De kernvraag is in dezen of de NZa die HONOS-data wel had mogen verzamelen. Zo niet, dan is de verzameling ervan onrechtmatig. Derhalve is dan de zorgvraagtypering geen rechtsgeldig instrument om als basis voor de bekostiging van de GGZ te dienen.
Het is zeer wel mogelijk dat de Rechtbank inderdaad die dataverzameling onrechtmatig acht wegens schending van artikel 8 van het Europees Verdrag van de rechten van de Mens en schending van het medisch beroepsgeheim.
Wat als?
Als de bodemprocedure tegen de NZa gewonnen wordt door Vertrouwen in de GGZ, hebben VWS, NZa en de zorgverzekeraars een groot probleem. Dan valt de bodem weg onder een alternatief voor een ander bekostigingssysteem voor de GGZ, dat de DSM-diagnoses als basis zou moeten vervangen. Een alternatief opzetten zal niet in een achternamiddag klaar zijn. Met de zorgvraagtypering is men vanaf 2024/2015 bezig. De uitkomst van de rechtszaak is dus van enorm belang voor zowel VWS als de NZa. Niet in het minst vanwege het enorme gezichtsverlies dat ze ermee lijden. Zowel VWS als de NZa willen zo weinig mogelijk ruchtbaarheid aan de rechtszaak tegen de NZa, maar zal zich toch moeten prepareren op een voor hen negatief vonnis.
Ik vermoed dat daarom zowel VWS en de NZa geen melding maken van de bodemprocedure in hun recente uitingen.
We gaan het zien.
W.J. Jongejan, 14 januari 2025
Afbeelding van Dariusz Labuda via Pixabay
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!