Autoriteit Persoonsgegevens ontloopt weer verantwoordelijkheid
Autoriteit Persoonsgegevens wil op formele gronden niet tot een oordeel over een overtreding van de Wet bescherming persoonsgeggevens(Wbp) komen. In juli liet ik via deze website weten dat in Nijmegen een taskforce opgericht is om het aantal opt-in-toestemmingen voor het delen van patiëntengegevens, die bij huisartsen en apotheek opgeslagen liggen, te optimaliseren. Men wil daarbij gebruik maken van thuiszorgmedewerkers, die dan plaatsvervangend voor de bron-dossierhouders(huisarts/apotheek) de opt-in-toestemmingsvraag willen gaan stellen. Op 23 juli liet ik weten dat deze actie strijdig is met artikel 33 en 34 van de Wet bescherming persoonsgegevens. Op 12 juli heb ik bij de Autoriteit persoonsgegevens(AP) een handhavingsverzoek gedaan vanwege de overtreding van beide artikelen. Op 17 augustus ontving ik antwoord van de AP.
Afwijzing
Het handhavingsverzoek werd afgewezen, omdat ik geen belanghebbende ben in de zin der wet. Zulks op basis van artikel 60 juncto 65 of 66 Wbp en artikel 1: 2 Algemene wet bestuursrecht(Awb). Als toelichting wordt gegeven dat uit de Awb zou blijken dat onder een belanghebbende wordt verstaan: “degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.” Er dient sprake te zijn van een eigen belang dat objectief vast te stellen is. Aangezien ik in Woerden woonachtig ben en als huisarts niet meer praktiserend ben, is het in de ogen van de AP niet aannemelijk, dat ik als patiënt of als huisarts door de handelingen van de thuiszorg in Nijmegen getroffen wordt in mijn belangen.
Overtreding
In mijn handhavingsverzoek aan de AP ging het niet om een eigen belang, dat speelde maar om het algemeen belang. Het ging namelijk om het principe dat een niet-brondossierhouder opt-in-toestemmingen probeert te verwerven in plaats van de brondossierhouder zelve. Dat ik daarbij geen rechtstreeks eigen belang heb als patiënt of als huisarts is nogal evident. Mijn verzoek was juist vanwege de precedentwerking van het Nijmeegse initiatief relevant.
Wegduiken
Wat hierdoor zeer duidelijk wordt is dat de AP bij zeer principiële kwesties liever wegduikt dan de vingers brandt aan een kritisch oordeel. Dat is al enige tijd pijnlijk duidelijk in het dispuut tussen de Stichting KDVP(Koepel Van DBC-vrije Psychotherapeuten) en de AP o.a. over het handhaven van rechterlijke uitspraken over de Gedragscode verwerking persoonsgegevens. Het gebruik maken van de “belanghebbende” artikelen perkt de rechten van de burger in om een geconstateerde misstand aan te kaarten bij de AP en te doen stoppen.
Consequentie
Het gevolg van de uitspraak is dat niemand buiten een regio waar een overtreding van de Wbp plaatsvindt een klacht daarover kan indienen, ook al is er sprake van een evidente overtreding van de Wbp. Dan moet de klager een ander vinden die wel binnen de regio woont en opnieuw een klacht indient. Het niet kunnen uitoefenen van de mogelijkheid van bezwaar indien de woonplaats buiten de regio is gelegen is een kunstmatige inperking van de rechten van de burger.
Bovendien is het maar helemaal de vraag wat men hier als regio beschouwd. De AP geeft absoluut niet aan om welk soort regio het gaat. We zullen voor het gemak hier aannemen, dat de AP het lijkt te hebben over de regio’s van de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie(VZVZ) die het Landelijk SchakelPunt(LSP) beheert. VZVZ kent 44 regio’s.
Gezag
Eerder schreef ik al over het zeer beperkte gezag van de AP in tegenstelling tot het gezag van de andere toezichthouders. Gezag moet je verdienen door adequaat, relevant en ferm optreden. De door de politiek bewust klein gehouden AP heeft echt wel de mogelijkheid om roeiende met de riemen die men heeft toch iets van een beleid neer te zetten. Wat telkenmale opviel bij de AP onder de leiding van Jacob Kohnstamm was het wegduiken voor heikele kwesties. Het is veelbetekenend dat als opvolger van hem voor Aleid Wolfsen gekozen is.
W.J. Jongejan
Trackbacks & Pingbacks
[…] Autoriteit Persoongsgegevens ontloopt weer verantwoordelijkheid […]
Reacties zijn gesloten.