Oppimpen opt-in-toestemmingen LSP aangetoond
Ziedend was ik. Stoom kwam uit mijn oren. Als notoir tegenstander van het landelijk SchakelPunt(LSP) ontdekte ik vandaag dat mijn medicatiegegevens en die van mijn echtgenote via het LSP gedeeld worden op basis van een vermeende opt-in-toestemming voor apotheekgegevens. Ik was getriggerd door de discussie in het televisieprogramma Zorg.Nu van AvroTROS op 21 maart 2017. Hierin noemde de voorstander, de jurist Theo Hooghiemstra, expliciet de transparantie van het LSP. Ook een bestuurslid van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen(VPHuisartsen), mevrouw C. de Vos-van het Zandt, blijkt ten onrechte in het LSP-register te zitten. Hierbij is het goed te beseffen dat de VPHuisartsen procedeert tegen VZVZ over het LSP, waarbij thans een cassatie bij de Hoge Raad loopt. Als het bij notoire tegenstanders van het LSP mogelijk is dat er toch opt-in-toestemmingen genoteerd worden moet dat bij veel meer Nederlanders het geval zijn. Het betekent dat de getallen die VZVZ opgeeft over de opt-in-toestemmingen absoluut onbetrouwbaar zijn omdat mensen ten onrechte opgenomen zijn in een voor hen ongewenst systeem.
Geschiedenis
Begin 2015 had ik het al een keer gecontroleerd op de website van de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie, die verantwoordelijk is voor het LSP. Toen leverde die zoekactie niets op. Nu wel want van mijn echtgenote en ik bleken medicatiegegevens meerdere keren opgevraagd te zijn. Navraag bij mijn apotheek leerde mij dat men eind 2015 een mondelinge opt-in-toestemming heeft vastgelegd voor mij en mijn echtgenote terwijl wij beiden uitgesproken tegenstanders zijn. Ook de ziekenhuisapotheek had dit ten onrechte gedaan.
Crux
Het hoofdprobleem is dat VZVZ stelt dat het vragen van de opt-in-toestemming volgens de Wet bescherming persoonsgegevens(Wbp) ook mondeling mag geschieden. Op de website van VZVZ komt het schriftelijke toestemmingsformulier zeer pregnant voor. Daar is nu en in het verleden veel werk van gemaakt. Op de website van VZVZ staat dat het ook alleen mondeling mag zonder getekend toestemmingsformulier (zie antwoord 20). En weer even verder dat het allebei kan. Het probleem is dat na het ontdekken van de onterechte opname in het opt-in-register het bij de apotheek mijn “neen” tegen hun “ja “is. Uit ervaring weet ik ook dat men de vraag om de opt-in-toestemming ook versluierd stelt zonder het woord LSP ooit te noemen. Het is trouwens de zelfde apotheek die mij ooit ook vroeg om een opt-in-toestemming voor mijn huisartsgegevens terwijl mijn huisarts niet eens een aansluiting op het LSP had. Nu trouwens nog steeds niet.
Onschuld?
VZVZ zal altijd haar handen in onschuld wassen door te stellen dat zij binnen de wet(Wbp) opereert. Ze heeft dat ook in de zaken van VPHuisartsen bij de rechtbank en het gerechtshof altijd beweerd. Ze beschouwen voorlichting over de opt-in-toestemming vanuit VZVZ als voldoende en stellen dat hoe men het op de werkvloer uitvoert hen niet verweten kan worden. Maar het systeem dat VZVZ beheert, faciliteert wel de mogelijkheid om onterechte mondelinge opt-in-toestemmingen in het systeem te krijgen en heeft daar ook belang bij.
Oppimpen
Er bestaat een groot verschil tussen het opt-in-percentage voor huisartsgegevens en apotheekdata. Heden, op 22 maart 2017, is het percentage van de Nederlanders dat toestemming gaf voor apotheekgegevens 85 procent(14,5 van de 17,1 miljoen). Voor huisartsdata ligt dat op 35 procent( 6 van de 17.1 miljoen). Huisartsen zullen vanwege de gevoeligheid van de gegevens over het algemeen schriftelijke toestemming willen hebben om naderhand geen juridische problemen te krijgen. Bij apotheken ligt die gevoeligheid veel minder en zal het mondeling toestemming vragen dan ook een grotere vlucht genomen hebben. De mogelijkheid om onterechte toestemmingen vast te leggen zit als het ware in het systeem ingebakken. Ik denk dan ook dat het aantal terechte opt-in-toestemmingen voor apotheekgegevens veel lager ligt dan de genoemde 85 procent.
“Piepsysteem”
Uit het voorgaande moge blijken dat de opt-in-registratie in het centrale LSP-register een soort piepsysteem geworden is. Je kunt er in zitten zonder het zelf te weten en je komt het slechts betrouwbaar te weten door bij VZVZ een inzageoverzicht op te vragen. Door te piepen dus. Met DigiD plus sms-verificatie kan iemand inzien, wie, wanneer iets opgevraagd heeft, maar niet wat.
Ziedend
Als notoir tegenstander van het LSP was ik ziedend toen ik ontdekte dat mijn apotheekgegevens plus die van mijn eega gedeeld bleken te worden zonder mijn toestemming. Het geeft een ernstig manco aan in het systeem van toestemmingsvastlegging. Ook al staat in de Wbp dat een toestemming ook mondeling gegeven mag worden zonder schriftelijke verklaring achteraf zijn frauduleuze handelingen toch mogelijk. VZVZ, beheerder van een systeem met een zeer grote privacy-gevoeligheid moet zoiets niet willen. Bij de registratie van een opt-in kan VZVZ altijd boven wat in de wet staat een schriftelijke, getekende toestemming verplicht stellen bij een mondelinge toestemming. Zo lang dat niet gebeurt zullen de opt-in-cijfers nooit betrouwbaar zijn.
W.J. Jongejan
Ik vind het zelfs gevaarlijk omdat ik gemerkt heb dat mijn gedeeld dossier fouten in de medicatie bevatte. Er staat in dat ik medicatie gebruik, die ik al twee jaar niet meer gebruik, en dus ook niet van de apotheek meer gekregen heb. Ze hebben dus hun administratie niet op orde. Ergo zou dit aanleiding kunnen zijn tot een verkeerd advies door een arts die de verkeerde informatie voorgeschoteld krijgt. Ik zie dit dus alleen bij toeval omdat ik de aanvraag voorbij zag komen, die is een service die je kunt aanzetten.
Er zijn veel foutmogelijkheden tav medicatie in het gedeelde dossier. De meest voorkomende oorzaak is dat bij het voorschrijven er niet op gelet wordt in het elektronische dossier aan te geven of een bepaald medicijn voor tijdelijk of chronisch gebruik is. Tijdelijk is bijv. een antibioticumkuur en chronisch bijv. een hoge bloeddrukmedicijn of de anticonceptiepil. Ook wordt nogal eens verzuimd beëindigde medicatie de status “gestopt” te geven. Dit zijn nog maar een paar voorbeelden.
Mensen die in het LSP willen zitten moeten bij elke apotheek afzonderlijk waar ze medicijnen halen hun opt-in-toestemming laten vastleggen. Anders is het via het LSP opgevraagde medicatieoverzicht incompleet. Voor het delen van huisartsgegevens via het LSP moet je bij je eigen huisarts de opt-in-toestemming laten vastleggen. Het komt er dus op neer dat je overal waar je medische data liggen toestemming moet geven. De apotheken die onterechte aanmeldingen doen kunnen niet juridisch vervolgd worden. Het is legaal dat een mondelinge toestemming ook telt. Bij mij zegt de apotheek dat ze mij aangemeld hebben op basis van een veronderstelde toestemming. Hetgeen erg vreemd is omdat ik een notoire tegenstander ben.