Beleidsmakers NICTIZ bedenken digitaliseringsparadox voor huisartsen

digitaal

Op 19 maart 2018 publiceerde Nictiz, het standaardisatie en expertisecentrum voor zorg-ICT, een zogeheten whitepaper met als titel ”Toekomst digitalisering eerstelijnszorg Huisartsen”. Daarin introduceren de schrijvers, Quintus Bosman en Jan de Boer, de tot nu toe onbekende digitaliseringsparadox in de eerstelijns IT. Zij stellen in het stuk dat er een noodzaak is voor het doorbreken van die paradox en bedachten oplossingsrichtingen. In de ogen van Nictiz stagneert namelijk de ontwikkeling van de huisartsautomatisering en denkt men dat die niet klaar is voor de digitale toekomst. Het is het zoveelste beleidsstuk, dat de ontwikkeling van de ICT in de zorg moet aanjagen en voorstelt de schouders er weer eens flink onder te zetten. Het geheel ademt de sfeer van het niet voldoen aan de verwachtingen van hen die beleid over zorg-ICT bedenken. Daarbij lijkt er onvoldoende historisch besef te bestaan bij Nictiz over eerdere pogingen vanuit de huisartsenwereld om tot uniformering van de HuisartsInformatieSystemen(HIS-sen) te komen. Het is staand beleid van het ministerie van VWS om ICT-ontwikkelingen in de zorg sterk te propageren. Het is uitermate de vraag of de nu door Nictiz gekozen weg zo verstandig is bij het dociel volgen van “His masters Voice  Al eerder liet ik bij diverse eHealth-ontwikkelingen, aangejaagd een kritisch geluid horen.

Digitaliseringsparadox

Bij Nictiz concludeert men dat er ten aanzien van de eerstelijns IT een paradoxale situatie is ontstaan. Nictiz stelt dat er tevredenheid is in de huisartsenwereld over het dagelijks gebruik van IT en gewenning ontstaan is voor ongemakken ervan, terwijl in de nabije toekomst een “digitale transformatie” noodzakelijk is zodat de eerste lijn de sleutelrol waar kan maken die zij strategisch en maatschappelijk in de zorg toegedicht krijgt. Ze stelt dat er een probleem is en zegt oplossingsrichtingen aan te dragen.

Welk probleem?

Nictiz stelt dat de eerstelijns IT-oplossingen, de huisartsen zelf en de IT-markt niet klaar zijn voor de digitale toekomst. En stelt dat de “pijn” van de digitalisering onvoldoende gevoeld wordt. Men zegt dat er een beperkte ruimte is voor vernieuwing. Leveranciers van HIS-sen programmeren weinig voor zorginhoudelijke zaken en veel voor het voldoen aan wet- en regelgeving, landelijke gegevensuitwisseling(via het LSP) en koppelen van systemen. Ik schreef in 2015 al over dit onderwerp. Ook stelt men dat er meer geïnvesteerd moet worden zowel in harde IT-investeringen als organisatorische kosten. En passant meent men ondanks onduidelijke cijfers hierover dat huisartsen procentueel minder investeren dan ziekenhuizen of de GGZ. Er staat nog wel een regeltje waarin men zich afvraagt of individuele huisartspraktijken die kosten kunnen en willen dragen.

Keuzerichtingen volgens Nictiz

Nictiz kent twee keuzerichtingen voor het door haar gedefinieerde probleem. Dat is het krachtig investeren in het ontwikkelen van integrale regionale oplossingen onder regie van eerstelijnspartijen zelf. Wel vindt Nictiz dan dat de bestaande structuren, processen en ICT-invulling ter discussie moet staan en men moet accepteren dat evolutie mooi is als het kan, maar revolutie nodig is waar het moet. Je hoort hier in net iets andere woorden de modieuze kretologie over disruptieve ontwikkelingen. Als tweede mogelijkheid stelt Nictiz voor dat er samenwerking wordt gezocht met en geaccepteerd wordt dat “krachtige” partijen met wortels in de tweede en derde lijn expanderen naar de eerste lijn met platformoplossingen voor regionale zorg-ICT. Nictiz vermeldt daarbij niet wat de financiële en organisatorische gevolgen van deze door haar bedachte oplossingsrichtingen zijn. De geschetste twee oplossingen vormen een “vals dilemma.” Alsof deze twee richtingen de enige zouden zijn. Er is bijv. ook een variant te bedenken waarbij de overheid en zorgverzekeraars met financiële injecties digitale barrières in de eerstelijns-ICT en de datacommunicatie slecht. Het gaat niet aan om te roepen dat de huisartsen wereld zelf de oplossing voor de Nictiz bedachte problemen gaan oplossen en regelen.

Oplossingsrichtingen

Uiteraard komt men met een aantal oplossingsrichtingen die huisartsen zouden moeten hanteren, waaronder een digitale toekomstvisie , het maken van een model voor het formuleren van eisen, toetsen etc, het versterken van de organisatie met het accent op de regio, het dwingen van de markt om modulair en richting platformen te ontwikkelen, en jawel het staat er echt: het echt werk maken van het digitaal scholen van de eerste lijn. Ook het opzetten van een verbeterplan wordt gesuggereerd, waarbij aangetekend wordt dat de KNMP, net als de LHV, om financiering daarvoor gevraagd hebben bij de zorgverzekeraars zonder dat duidelijk is of die financiering überhaupt toegekend is of wordt. Huisartsen lopen nog steeds voorop met ICT in de zorg, zulks in tegenstelling tot de specialisten. Het is goed om te bedenken dat recent voor de ziekenhuizen een overheidssubsidie gestart is van 105 miljoen euro, verdeeld over drie jaar om door middel van het VIPP-programma de toegankelijkheid van medische data voor de patiënt te verbeteren. Richting huisartsen is dat nooit gebeurd. Die moeten dat zelf maar regelen en financieren.

Gotspe

De huisartsen hebben als eersten in de zorg het belang van automatisering / digitalisering ingezien en ten uitvoer hebben gebracht. In de afgelopen twintig jaren hebben huisartsen voorop gelopen in het op gang brengen van elektronische datacommunicatie. De besturen van HIS-gebruikersverenigingen en de Landelijke Huisartsen Vereniging hebben tijdens drie achtereenvolgende kabinetten gepoogd tot één HIS te komen in plaats van de negen die we nu hebben. De verantwoordelijke ministers hebben telkenmale gezegd dat de markt zijn werk moest doen.

Geen benul

Het benul dat er geen echte markt was en dat de “markt” bij honderd procent automatisering geheel statisch was is er bij het ministerie nooit geweest. De reden dat er voor zorginnovatie weinig tot soms geen programmeercapaciteit was, ligt voor het grootste deel aan overheidsmaatregelen die telkenmale grote programmeercapaciteit vergde. Een triest voorbeeld daarvan is het programmeren ten behoeve van het Landelijke SchakelPunt. Veel tijd en moeite is er in gaan zitten om HIS-sen LSP-compatibel te maken, terwijl al lange tijd duidelijk is dat slecht één derde van de Nederlanders zijn huisartsendata via het LSP wil delen. Ik kan daarmee duidelijk stellen dat de overheid zelf een grote hinderpaal is geweest bij ICT-ontwikkelingen in huisartsenland.

De beleidsmakers bij Nictiz gaan vrij ver door te stellen dat de huisartsen de digitalisering “er even bij doen”. Men heeft geen benul van welke inspanningen op dat vlak al geleverd worden terwijl tegelijkertijd het primaire proces, de zorg aan zieke medemens, gewoon doorgang vindt.

Het is jammer dat Nictiz denkt met een dergelijk aanjaag-stuk de digitalisering van de eerstelijnszorg op te schudden.

W.J. Jongejan