Contraterrorisme mbv gezondheidszorg. Verwerpelijke MEDINT in de NHS

spionage

Recent werd ik attent gemaakt op een publicatie in het online magazine Security Dialogue, geschreven door Charlotte Heath-Kelly, assistent professor van het  Department of Politics and International Studies van de University of Warwick in het Verenigd Koninkrijk. De titel was “Algorithmic autoimmunity in the NHS(National Health Service): Radicalisation and the clinic”. Het is een artikel ,dat door het abstracte taalgebruik wat lastig toegankelijk is, maar glashelder wat betreft de boodschap. De kern van het stuk is dat in het Verenigd Koninkrijk werkers in de gezondheidszorg, zoals optometristen, tandartsen, dokters en verpleegkundigen verplicht en getraind zijn tekenen van radicalisatie te rapporteren aan de autoriteiten in het kader van het bestrijden van terrorisme. Het is een zeer discutabele vorm van Medical Intelligence(MEDINT). De regering van het Verenigd Koninkrijk heeft die keuze expliciet gemaakt vanwege de grote aantallen mensen uit de hele bevolking, die in contact komen met gezondheidszorg-werkers. Het is een strategie die in officieel in 2011 geformuleerd is en die sindsdien ten uitvoer is gebracht met een verplichting tot medewerking in 2015.  De strategie is bedacht door het Home Department( het ministerie van binnenlandse zaken) en destijds ten uitvoer gebracht onder leiding van Theresa May, de huidige minister-president.

Lees meer

VZVZ inventariseert LSP-weigerende huisartsen per telefoon

opbellen

Zeer recent vernam ik van één van de niet op het Landelijk SchakelPunt(LSP) aangesloten huisartsen dat zijn assistente uitgebreid via de telefoon benaderd was door een medewerker van VZVZ. Dat is de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie die verantwoordelijk is voor het beheer en gebruik van het LSP. In het telefoongesprek  in opdracht van één van de implementatiemanagers van VZVZ zei men te willen inventariseren wat de reden(en) zijn voor het niet aansluiten op het LSP.   Nu is dat op zijn zachtst gezegd het intrappen van een open deur, want na ongeveer vijf en een half jaar voortmodderen met het LSP is het wel duidelijk dat de weigerende huisartsen dat niet om praktische maar om principiële redenen niet aangesloten zijn. Tot nu toe is 91 procent van de huisartspraktijken aangesloten op het LSP. De negen procent weigeraars zijn de harde kern van praktijkhouders die geen brood zien in communicatie van medische data via het LSP. Aansluiting door praktijkhouders is een vrijwillige zaak evenals het toestemming verlenen door de patiënt om medische data te doen delen.

Lees meer

Nieuwe wet staat aantasting beroepseed artsen toe. Oproep aan KNMG

confidential met stethoscoop

Op dinsdag 11 juli 2017 is in de Eerste Kamer het wetsontwerp 34588 aangenomen, voluit het voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002). Hierin zijn vergaande nieuwe  bevoegdheden van de Algemene Inlichtingen en Veiligheids- Dienst(AIVD) en de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst(MIVD) opgenomen. Die gaan van de uitbreiding van tapmogelijkheden, via het vergaand afluisteren van het internet tot het actief hacken van verdachten en zijn omgeving. De formulering van het aangenomen wetsontwerp is zodanig dat het niet uitgesloten is dat de veiligheidsdiensten zich toegang verschaffen tot ICT-systemen met medische informatie of medische netwerken. Het bewaren van het medisch beroepsgeheim is daardoor in het geding. Na het aannemen van het wetsvoorstel door de Eerste kamer heeft een brede coalitie van  juristen, journalisten, privacy-organisaties en tech-bedrijven aangekondigd zich niet neer te leggen bij de goedkeuring door de Eerste Kamer. Deze groep, geleid door het Public Interest Litigation Project(PILP) stapt naar de rechter in de hoop dat die een stokje steekt voor de aftapwet. Eventueel zal door geprocedeerd gaan worden tot aan het Europese Hof van Justitie en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. De Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst(KNMG) zou zich in het kader van het bewaken en beschermen van het medisch beroepsgeheim dienen aan te sluiten bij dit initiatief om te voorkomen dat inlichtingendiensten toegang krijgen tot medische computersystemen of medische netwerken.  Lees meer

Rechtbank maakt gehakt van opvatting Stichting Benchmark GGZ over Btw-betaling

gehaktmolen

Uitgerekend op de dag dat het kort geding van de actiegroep Stop Benchmark ROM tegen de Stichting Benchmark GGZ (SBG) in Utrecht diende, donderdag 13 juli 2017, deed de Rechtbank Gelderland uitspraak in twee zeer opvallende zaken (AWB 16/2863 en AWB 16/2862). Het betreft een conflict tussen de belastingdienst en SBG over het afdragen van Btw door de SBG over door haar verleende diensten. Eiser was niet de belastingdienst, kantoor Utrecht, maar de SBG die beroep instelde na het afwijzen van een bezwaar. De SBG was namelijk van mening dat over haar werkzaamheden geen Btw verschuldigd was. De uitspraak van de meervoudige kamer van de Rechtbank Gelderland was dat het beroep ongegrond werd verklaard. Het bijzondere aan deze zaak is dat de rechters heel gedecideerd vonnisten over een op zijn zachtst gezegd toch wel trieste en gênante redenatie van de SBG. Die redenatie betrof naast de gedachte dat de SBG geen onderneming zou zijn in de zin der wet, en zij bovendien zou vallen onder een aantal vrijstellingen van Btw-betaling. Puntsgewijs zal ik daarop ingaan.

Lees meer

Weer sloppy science vanuit Nijmeegs ReShape Center

rubbish

Op 5 juli 2017 verscheen in de mhealth- en uhealth-editie van het Journal of Medical Internet Research een artikel genaamd: “Continuous Monitoring of Vital Signs Using Wearable Devices on the General Ward: Pilot Study”. Het betrof een vergelijking van twee kleine apparaten, de Visi Mobile van Sotera Wireless en de Healthpatch van VitalConnect. Het onderzoek had als doel met deze apparaten vroegtijdig klinische verslechteringen in de gezondheidstoestand te ontdekken bij opgenomen patiënten. Bij lezing van het artikel valt op hoe ondanks allerlei forse onnauwkeurigheden en problemen blijmoedig het gebruik van deze apparatuur gepropageerd wordt als veelbelovend. Kwalitatief stelt dit onderzoek zelfs voor een pilot study weinig voor. Ik wees al eerder op een weinig voorstellende studie vanuit het ReShape Center. Het is zeker niet het eerste artikel vanuit het Radboud Universitair Medisch Centrum dat in voornoemd tijdschrift wordt gepubliceerd. Steevast staat de directeur van het ReShape Center van deze instelling, Lucien Engelen, als co-auteur vermeld. Weinig bekend is dat hij zelf lid is van de editorial board van de mhealth– en uhealth-editie van het JMIR. Het roept de verdenking op dat bij publicaties in dit blad een slager zijn eigen vlees keurt ook al wordt een aangeboden publicatie door een mede-editor behandeld, zoals vermeld onder het huidige artikel. Het ware verstandiger om dit soort situaties te vermijden.

Vreemd

Heel apart is dat het onderzoek gedaan is tussen december 2014 en maart 2015 en dat de publicatie in juli 2017 plaats vindt. Een gat van ruim twee jaar zit er dus tussen. Voor iets wat veelbelovend is in een tijd waarin elektronische ontwikkelingen razend snel gaan is dat heel vreemd. Onder het artikel staat vermeld dat het pas eind 2016 ingediend is bij het JMIR.

Hoe wearable?

Terwijl de Healthpatch nog wel een kleine sensor genoemd kan worden die op de borstkas op de huid geplakt zit, is de Visimobile dat toch echt niet. Het apparaat dat de patiënt op de pols bevestigd krijgt weegt samen met een aan een kabel verbonden bloeddrukmodule om de bovenarm een kwart kilo. Een ademhalingssensor op de borstkas en drie ECG electroden hebben ook kabels lopen naar de polsmodule. Beide apparaten hebben via een wifiverbinding een basisstation nodig dat continu gemonitord moet worden. Bij de specificaties van de Visi Mobile is trouwens ook te zien dat de accu na 12 tot 24 uur leeg is en dan vervangen moet worden. Het bedrijf dat het apparaat maakt, Sotera Wireless, werd in 2016 failliet verklaard mede door een rechtszaak vanwege ongelicenceerd gebruik van andermans technologie. Na een nieuwe kapitaalinjectie van 30 miljoen euro zette het de activiteiten weer voort.

 Opvallend

In de studie werden de metingen van de twee apparaten met de metingen door de verpleging vergeleken. Het gaat om de meting van bloeddruk, hartfrequentie, ademhalingsfrequentie, zuurstofsaturatie en (kern)lichaamstemperatuur. Direct opvallend is dat beide onderzochte apparaten niet dezelfde functionaliteit hebben. Zo meet de Healthpatch geen bloeddruk. Beide apparaten meten de huid-, maar niet de kerntemperatuur van de patiënt. Bijzonder opvallend is het geringe aantal mensen in de studie, namelijk 20. De facto zijn slechts de gegevens van 12 patiënten gebruikt omdat tijdens de studie op onverklaarbare wijze de naar een laptop doorgeseinde data van 8 patiënten verloren gingen. Van de 120 metingen(verpleegkundigen versus appraten) die men wilde vergelijken vielen er 34 af. Aan de kant van de verpleegkundigen waren 9 meetclusters onvolledig, aan de apparatenkant 25. 86 meetclusters van 12 patiënten zijn dus gebruikt. Gemiddeld iets meer dan 7 per patiënt. Dat is bitter weinig als je een studie doet over het monitoren van patiënten.

Spreiding

Bij het zien van de Bland-Altman-plots van de gemeten data valt op dat er forse verschillen en uitschieters waren van de meetwaarden met de apparaten vergeleken met die van de verpleegkundigen.  Ook in de plots van de Modified Early Warning Scores was er een grote spreiding, dus beperkte conformiteit met MEWS-scores van de verpleegkundigen.

Artefacten

De metingen van de Visi Mobile en de Healthpatch werden continu gemonitord door daarvoor getrainde medische studenten. Zij zagen bij de Visi Mobile 306 artefacten( lees: (ver)storingen) in de registratie gedurende 121 uur. Bij de Healthpatch 648 in 135 uur. Dat zijn respectabele aantallen. Het kon variëren van verlies van huidcontact van de elektroden tot problemen met de laptop waarop de data opgeslagen en beoordeeld werden. Ze duurden van 5 minuten tot een uur. Voor het geringe aantal patiënten en het aantal beoordeelbare meetwaarden is het aantal artefacten bijzonder groot te noemen. Indien er geen medisch student de overdracht of opslag van data gevolgd had, zouden de verpleegkundigen zeer frequent geen signaal ontvangen hebben of zeer frequent op een registratiealarm hebben moeten reageren.

Ongefundeeerd techno-optimisme

Ondanks alle problemen komen de schrijvers toch tot de nogal optimistische conclusie dat de Visi Mobile en de Healthpatch veelbelovende apparaten zijn die goed ontvangen werden door patiënten en verpleegkundigen. Bij de conclusies noemt men als eerste het gevoel van geruststelling van de patiënt en verwanten dat deze gemonitord wordt. Dat is nu niet bepaald een wetenschappelijk argument om iets wel of niet toe te passen. De vraag moet zijn of het medisch noodzakelijk is dergelijke apparatuur te gebruiken om gezondheidswinst te bereiken of tenminste gelijkwaardige zorg tegen lagere kosten/moeite te leveren. Als tweede noemt de mogelijke vroegere waarschuwing van verslechtering van functies bij drie patiënten.

Nieuwe proef

Ondanks deze bevindingen gaat het Radboud UMC zonder de naam van de Visi Mobile te noemen binnenkort een proef nemen met alle 60 opgenomen patiënten op de afdeling interne geneeskunde en chirurgie. Aangezien een kastje om de pols gebruikt wordt moet het wel dat apparaat zijn. Eigenlijk wordt op deze wijze een hele afdeling tot een soort hartbewakingseenheid omgetoverd. Blijkens het persbericht houdt een computerprogramma de binnenkomende waarden in de gaten. Ik mag toch hopen dat verpleegkundigen en artsen op de afdelingspost de binnenkomende waarden ook in het oog houden. Alleen al daardoor en door het veelvuldig voorkomen van artefacten, wat bij de uitgebreide bekabeling niet verbazingwekkend is, plus het  binnen een dag moeten vervangen van accu’s betekent dat een  forse verzwaring van de taken van verpleegkundigen op de afdeling. Het lijkt me dan ook een logistieke nachtmerrie.

W.J. Jongejan