Leiding Parnassia hervat aanlevering van “gestolen” ROM-data aan SBG

dief met zak ROMdata

Een interne memo van de zeer grote GGZ-instelling Parnassia maakte enkele dagen terug duidelijk, dat men de aanlevering van Routine Outcome Monitoring(ROM)-gegevens aan de Stichting Benchmark GGZ weer is gaan hervatten. Het afgelopen jaar(2017) lag de aanlevering aan SBG door GGZ-instellingen voor een groot deel stil, nadat duidelijk was geworden dat ondanks pseudonimisering van de data deze toch beschouwd dienden te worden als bijzondere persoonsgegevens. Voor het doorleveren van dat soort gegevens is expliciete toestemming de grondslag. Dat schreef zelfs de vorige minister van VWS, Edith Schippers. Ongeveer 175 instellingen stopten de aanlevering. Rond de 65 gingen er mee door. In oktober 2017 kwam de brancheorganisatie van werkgevers in de GGZ, GGZ Nederland, namens de deelnemers aan de Agenda Gepast Gebruik en Transparantie (AGGT) met een uiterst discutabele redenering waarmee de aanlevering aan SBG en het later te vormen kwaliteitsinstituut voor de GGZ hervat zou kunnen worden op basis van “veronderstelde toestemming”. Op die basis zouden dan zonder expliciete  toestemming van de cliënt ROM-data naar de externe verzamelaar en be-/verwerker SBG gaan. De informatie wordt hiermee door de leiding van de zorginstelling(zorgaanbieder) onttrokken aan de zeggenschap van de cliënten, maar ook van de behandelaars(zorgverleners). Geheimzinnig wordt door veel GGZ-instellingen en SBG gedaan over welke instellingen wel of niet ROM-data aanleveren. Bij toeval komt je er soms achter wie wat doet. In het memo van Parnassia maken bestuur en directie geenszins duidelijk dat cliënten expliciete toestemming geven. Door de toonzetting en de argumentatie die zij gebruiken is duidelijk dat het opsturen van de data naar SBG op basis van de veronderstelde toestemming gebeurt. Door de aanlevering met veronderstelde toestemming schenden directie en bestuur het medisch beroepsgeheim en zijn daardoor voor de tuchtrechter te roepen.

Lees meer

Verkenning zorgclustermodel GGZ laat andermaal afhankelijkheid van ROM-data zien

psychiatrie

Op 6 februari 2018 bood staatssecretaris Blokhuis (VWS) de Tweede Kamer het rapport “Verkenning aansluiting Zorgclustermodel GGZ op huidige verzekerde aanspraken Zvw (deel1)” aan van Zorginstituut Nederland. Het ministerie van VWS ontving deze brief overigens al op 21 december 2017. Deze verkenning gaat over het beoogde nieuwe bekostigingsmodel voor de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg(GGZ), het zogenaamde Engelse zorgclustermodel. Ik publiceerde er al eerder over. De verkenning laat een aantal zaken zien de moeite zijn om hier aan te stippen. In de eerste plaats blijkt men als de dood te zijn dat het nieuwe systeem teveel instroom van te lichte problematiek geeft, in de tweede plaats blijkt men zwaar, zo niet zeer zwaar te blijven leunen op ROM-gegevens(zie hiervoor dit artikel). In de derde plaats wil men aan degenen die in het nieuwe bekostigingsmodel de diagnostiek voor de invulling van de clusters zorgt, aparte eisen te stellen.

Lees meer

ROM-data verzamelend SBG schurkt onterecht aan tegen somatische tegenhanger

PROM-ROM-aanschurken

Op 31 januari 2018 verscheen op de website van de Stichting Benchmark GGZ(SBG), die zich bezig houdt met het controversiële verzamelen en verwerken van ROM-data, een zeer uitgebreid interview. Het gaat om een gesprek met de parttime chirurg Michel Wouters, één van de oprichters van het Dutch Institute for Clinical Auditing(DICA). Wouters is tevens als Hoofd Wetenschappelijk Bureau verbonden is aan DICA. DICA houdt zich bezig met het meten van de kwaliteit in de somatische zorg aan de hand van door professionals afgegeven data. De laatste paar jaar houdt DICA zich ook bezig met de ervaringen van de patiënt: de Patient  Reported Outcome Measures(PROMS). Het interview met de kop: ““Registraties hebben hun plek binnen kwaliteitsbeleid inmiddels wel bewezen” wekt heel sterk de suggestie dat er een grote parallel is tussen de dataverzameling door DICA en door SBG. Er bestaat echter een zeer groot en essentieel verschil. De door DICA verzamelde data gebeuren met expliciete toestemming van de patiënt na voorlichting over het doel. Een informed consent dus. SBG heeft bij de ROM-data-verzameling data veelal zonder expliciete toestemming van de patiënt verkregen en poogt onder de bezielende leiding van de brancheorganisatie GGZ Nederland zelfs met de dubieuze “veronderstelde toestemming” voor elkaar te krijgen, een nep-toestemming. Door dat verschil niet te melden schurkt SBG op onterechte wijze aan tegen haar somatische tegenhanger.

Lees meer

Tuchtzaken komende voor doorlevering ROM-data door GGZ-instellingen

rechtssymbolen

Het zonder informed consent doorsturen van Routine Outcome Monitoring-data(behandelgegevens) in de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) richting Stichting Benchmark GGZ(SBG) is iets wat de gemoederen binnen de GGZ flink verhit. Het comité StopBenchmarkmet ROM houdt zich vanaf begin 2017 bezig met deze materie.  Op deze website besteedde ik ook meerdere keren aandacht aan deze materie. Inmiddels zijn dat 41 publicaties over dit onderwerp.  Het comité, bestaande uit cliënten, behandelaars en belangstellenden, acht de tijd rijp om zorgverleners, en/of BIG-geregistreerde leidinggevendenbestuurders van GGZ-instellingen ter verantwoording te roepen.  In een publicatie op de website van het comité zijn een aantal initiatieven gelanceerd om dat te bereiken. Het zwaartepunt ligt in het op gang gaan brengen van medische tuchtzaken door cliënten en behandelaars tegen zorgverleners en/of BIG geregistreerde leidinggevenden en bestuurders die hebben besloten de aanlevering van ROM-behandelinformatie met schending van het medisch beroepsgeheim te hervatten op basis van veronderstelde toestemming.

Lees meer

Stichting Benchmark GGZ zegt zelf ongewisse toekomst tegemoet te gaan

the end

De Stichting Benchmark GGZ(SBG), die Routine Outcome Monitoring(ROM)-data veelal zonder toestemming van de patiënt verzamelt, verkeert in zwaar weer. Dit volledig door de zorgverzekeraars bekostigde bedrijf, kan vanaf begin 2017 niet meer rekenen op de ononderbroken doorlevering van ROM-data door zorgaanbieders in de geestelijk gezondheidszorg(GGZ) vanwege het feit dat voor de aan te leveren gegevens expliciete toestemming van de patiënt nodig is. In berichtgeving van SBG zelve over de gebruikersraadvergadering van 9 november 2017 laat SBG weten dat bij twee vacatures die ontstonden door vertrek van leden niet in opvolging voorzien wordt vanwege “de ongewisse toekomst van SBG”.  Bovendien blijft een blijkbaar eveneens aftredend bestuurslid nog even aan “tot de toekomst van SBG duidelijk wordt.” Het is officieel de bedoeling dat begin 2019 SBG opgaat in een nieuw op te richten kwaliteitsinstituut van en voor de GGZ. Dat is geen ongewisse toekomst te noemen in bestuurlijk Nederland. Waar wel op gedoeld wordt, is een deconfiture van SBG voor 1 januari 2019 bereikt wordt. Het is zeer wel voor te stellen dat het gordijn gaat vallen voor SBG voor genoemde deadline. Door de beperkte aanlevering van data op dit moment, door slechts één derde van de zorgaanbieders, is het bestaansrecht van SBG zeer onzeker en zijn de geproduceerde gegevens verre van representatief.

Lees meer