Datafetisjisme rond wachtlijstgegevens in de GGZ
Drie dagen terug verscheen in diverse media(NOS, Zorgvisie, ICT & Health) het bericht dat volgens onderzoekers van de Vrije Universiteit de wachtlijsten in de GGZ niet goed vastgelegd zijn. De moraal van hun verhaal was dat het aantal mensen dat op een GGZ-wachtlijst staat niet de werkelijkheid weergeeft. Het gaat om een nog ongepubliceerde onderzoek in opdracht van zorgverzekeraar VGZ. De conclusie was dat de helft van de zorgaanbieders in de GGZ volgens de onderzoekers, onder leiding van prof. Xander Koolman, fouten maakt bij het aanleveren van informatie over de wachttijden bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dat er zeer forse wachtlijsten/wachttijden bestaan weten patiënten/cliënten en zorgverleners maar al te goed. Dat ze de laatste jaren fors toegenomen blijkt is ook overduidelijk uit de vele berichten in de pers en op sociale media over de ellenlange wachtlijsten met dito wachttijden voor therapie. De discussie gaat nu over de exacte omvang ervan.
Datafetisjisme
In het kader van de discussie over de juiste hoogte van de GGZ-wachtlijsten komt de discussie over het exacte aantal mensen en de exacte duur van de wachttijden op mij over als data-fetisjisme. Fetisjisme komt van het woord fetisj. Dat is een voorwerp waaraan bovennatuurlijke krachten over mensen worden toegedicht. In dit kader gaat het om het heilige, bovennatuurlijke, geloof dat als je maar de goede getallen hebt zulks het plannen en inkopen van voldoende GGZ-zorg door zorgverzekeraars in belangrijke mate faciliteert. Zo’n geloof kan je ook kenschetsen als cyberoptimisme.
Zwarte Piet
In de berichtgeving in de media komt naar voren dat de hoofdoorzaak ligt in het door de zorgaanbieders niet goed aanleveren van de wachtlijst/wachttijd gegevens. Xander Koolman, hoogleraar gezondheidseconomie en leider van het onderzoek, kan niet beoordelen of er zorgaanbieders zijn die bewust wachtlijsten groter maken om zorgverzekeraars onder druk te zetten om meer zorg in te kopen.
“Ik schrijf het meer toe aan gebrek aan aandacht en zorgvuldigheid. Je ziet toch dat veel getallen worden geknipt en geplakt.”
Ik lees hier het noemen/pakken van een zwarte Piet-kaart, namelijk dat de schuld voor de vertekening bij de zorgaanbieder/zorgverleners ligt, maar die kaart toch niet spelen. Koolman weet zeer goed, zoals de branche-organisatie van werkgevers in de GGZ, De Nederlandse GGZ, als reactie op het rapport laat weten, dat de prioriteit voor zorgaanbieders ligt bij het verlenen van hulp. Dat het aanleveren van wachtlijstinformatie een lagere prioriteit heeft.
Portaal NZa insufficiënt
Het is opmerkelijk om ook te lezen dat De Nederlandse GGZ ook even fijntjes vermeld dat het informatie-portaal van de NZA, waar de zorgaanbieders de wachtlijst-/wachttijdinformatie moeten aanleveren, nogal eens hapert. Dat is niet bepaald bevorderlijk voor een correcte dataverzameling.
Disculperen zorgverzekeraar
Er speelt rond de wachtlijst/wachtlijst-problematiek nog iets anders. De NZa is de laatste tijd kritischer geworden over het inkoopbeleid van GGZ-zorg. Tot voor kort was de NZa niet al te streng op dit vlak, maar dat verandert. In maart 2024 kregen Zilveren Kruis en VGZ een formele waarschuwing voor het verwaarlozen van de zorgplicht. CZ en Menzis kregen zelfs een aanwijzing (strafmaatregel) opgelegd. Dat was voor het eerst in de geschiedenis van de NZa. De zorgverzekeraars, met opdrachtgever voor het onderzoek VGZ voorop, hebben er dus belang bij om met dit onderzoek duidelijk te maken dat door niet correcte wachtlijst/wachttijd-data ze de zorg niet nauwkeurig genoeg kunnen inkopen. Op dat vlak speelt ook dat patiënten en zorgverleners uit de GGZ een rechtszaak voorbereiden omdat zij vinden dat de zorgplicht niet goed wordt vervuld. Zorgverzekeraars vrezen voor het gebruik van de data van de NZa in een dergelijke zaak.
Exacte aantal thans niet relevant
Voor het realiseren van de uitbreiding van de behandelcapaciteit in de GGZ is het exact weten van de omvang van de wachtlijsten/wachttijden thans helemaal niet relevant. Er bestaat gewoon te weinig behandelcapaciteit die vergoed wordt door de zorgverzekeraars. Als je berichten uit het veld goed tot je door laat dringen is er niet primair een tekort aan wat potentieel ingezet kan worden aan mankracht en middelen in de GGZ. Het stokt op dit moment vooral door budgetplafonds en daarmee vaak veel te krappe inkoop. Daarnaast zijn de zorgverzekeraars al langer bezig om de zelfstandig gevestigde psychologen, psychotherapeuten en psychiaters ”uit te roken”. Door het ministerie van VWS gesteund gaan ze zo min mogelijk contracten aan met zelfstandig gevestigden terwijl daar wel een behoorlijke behandelcapaciteit voorhanden is. Zorgverzekeraars, begin gewoon met het verruimen van zorginkoop, van budgetplafonds en inschakelen van zelfstandig gevestigden . Dat vormt een stap die je meteen kunt nemen.
Lont uit NZa-kruitvat halen
Als men op die manier de wachtlijsten eens serieus aanpakt en tussentijds het verzamelen van data over de exacte omvang( zo die ooit te bepalen is) van de wachtlijst-/wachttijden anders inricht dan kan men tussentijds zeer wel bijsturen in de inkoopprocessen. Contracten met zorgaanbieders /zorgverleners zijn meestal niet zeer langjarig.
Kijkend naar het door VGZ bestelde VU-onderzoek denk ik dat het vooral als doel had om de lont voor de zorgverzekeraars uit het NZa-kruitvat te halen.
W.J. Jongejan, 25 oktober 2024
Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay