Ellenlange lijdensweg van de ketenzorgberichten van VZVZ via het LSP
Acht jaar(!!!) na de aankondiging van het Convenant Ketenzorg en het Programmaplan Ketenzorg op 30 oktober 2013 is het dan eindelijk zo ver. Op 29 september 2021 kwam het bericht van VZVZ dat de ketenzorgberichten via het Landelijk SchakelPunt(LSP) in Amsterdam bij drie huisartspraktijken van start gingen. De Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ) is verantwoordelijk voor het LSP en beheert het. In 2013 lanceerde VZVZ nog het overdreven ambitieus plan om in 2015 de versturing van ketenzorgberichten via het LSP geïmplementeerd te hebben. De eerste introductie is dus nu zes jaar na de geplande datum hetgeen voor een ICT-programma uitzonderlijk lang te noemen is. Destijds kon een kleuter al zien aankomen dat het Programmaplan Ketenzorg de deadline van eind 2015 niet zo gaan halen. Het plan stond vol met vaagtaal en mooipraat. Op 10 januari 2014 schreef ik dat op de website www.huisartsvandaag.nl van huisarts Jan Huizinga.
Ketenzorg
Al langere tijd worden patiënten met chronische aandoeningen als diabetes, astma/COPD en cardiovasculaire aandoeningen door huisartsen begeleid en opgeroepen voor controles. Wanneer verschillende zorgverleners afspraken maken over hoe ze samenwerken bij de zorg voor mensen met een bepaalde chronische ziekte dan spreken we van “ketenzorg”. Bij diabetes kan het naast huisarts en apotheek ook gaan om de diëtiste, podotherapeut, oogarts enz. Al deze behandelaars moeten relevante informatie over de patiënt uitgewisseld krijgen. Daarbij dient de informatie toegesneden te zijn op het werkterrein van de betreffende zorgverlener. Niet iedere zorgverlener in de keten moet en mag alle informatie krijgen. Dat maakte het ketenzorgbericht dan ook op voorhand al ingewikkeld omdat ICT-ers een duidelijke gelaagdheid in het bericht moesten aanbrengen.
Problematische ontwikkeling
Voor het concept van het ketenzorgbericht bleek in het in de loop der tijd noodzakelijk om gebruik te maken van zorg-informatie-bouwstenen.(zib’s). Dat zijn door Nictiz, het ICT-standaardisatie-instituut voor de zorg, ontwikkelde, bij elkaar horende, informatieblokken met zorgdata. Die zib’s zijn dan vervolgens in meerdere informatiestandaarden toe te passen. Het concept en het gebruik ervan kwam pas rond 2016-2017 van de grond. De ontwikkeling van het ketenzorgbericht heeft daarom ook vertraging opgelopen doordat meerdere zib’s voor het ketenzorg nog ontwikkeld moesten worden. Na een Proof of Concept en de aankondiging van pilots van VZVZ samen met Vital Health Software in april 2016 en de berichtgeving over een pilot was het zeer lang stil. In 2020 bleek ook dat meerdere ICT-leveranciers in de zorg nog lang niet klaar waren met het maken van een gebruiksklaar product voor de ketenzorg op basis van de specificaties van Nictiz en VZVZ.
2020
Op 6 februari 2020 liet VZVZ op haar website weten dat de op 11 februari 2020 geplande bijeenkomt “LSP Ketenzorg voor Zorggroepen” niet doorging. Het bleek dat toen van de veertien softwareleveranciers slechts zeven het acceptatietraject bij VZVZ met goed gevolg afgelegd hadden. Vier leveranciers hadden toen een concrete planning afgegeven voor acceptatie door VZVZ. De overige drie moesten hun globale indicatie voor de acceptatietermijn nog concretiseren. De helft was er dus niet klaar voor. Bij de start in Amsterdam waarvan VZVZ op 29 september gewag maakte zie ik slechts drie huisartsinformatiesystemen(HUIS-sen) genoemd staan: OmniHIS, Bricks(Tetra) en MicroHIS. Het is tekenend dat men het nu niet uitrolt over alle HIS-sen. Overigens is het zeer aardig om bij Nictiz bij de berichtgeving over de informatiestandaard ketenzorg te lezen dat die nog nergens in Nederland geadopteerd is.
Links en rechts ingehaald
In de loop der tijd bleken er andere initiatieven van de grond te komen waarmee ook ketenzorg-berichtgeving plaats kon vinden. Eén ervan is VipLive van Calculus. Een ander bedrijf dat een oplossing biedt is Chipsoft met het elektronisch patiëntendossier HIX. De vertraging de VZVZ met haar project opliep heeft dus zwaar in hun tegendeel gewerkt. Problematisch bij ketenzorg via het LSP was altijd dat huisartsen, die uit principe geen aansluiting op het LSP hebben, bij ketenzorg via het LSP gedwongen zouden zijn om wel aan te sluiten. Doordat er toch enkele alternatieven zijn speelt dat geen doorslaggevende rol op dit moment.
Voortslepen
Het hele gebeuren rond de ketenzorgberichten laat zien hoe VZVZ met het LSP zich moeizaam voortsleept met torenhoge kosten. Met allerlei aanpassingen en koppelingen, bijv. die met TWIIN probeert men de functionaliteit te verruimen. Het LSP kostte bij elkaar rond een half miljard euro, waarvan het ministerie van VWS het leeuwendeel betaalde. Dat betreft de periode voor 2012 toen het LSP nog publiek gefinancierd werd. Per jaar pompen de gezamenlijke zorgverzekeraars sinds 2012 tussen de 35 en 50 miljoen euro aan zorggeld in het LSP.
Het zal de komende jaren nog veel meer geld kosten met alle megalomane plannen die VZVZ heeft, o.a. met een centrale zorgadresboek-database en een online toestemmingsregister MITZ. Tenzij men in Nederland eindelijk wakker wordt en ziet dat er geen centrale structuren nodig zijn om zorginformatie verstandig uit te wisselen.
W.J. Jongejan, 12 oktober 2021
Recente reacties