Geen NZa-uitspraak over handhaving bij HONOS-aanlever-weigeren
Zoals inmiddels bekend moet zijn bestrijdt de actiegroep Vertrouwen in de GGZ de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) het recht om GGZ-zorgaanbieders per 1 juli 2023 te verplichten antwoorden op HONOS-vragenlijsten op te sturen. De NZa wil die hebben in verband met het ontwikkelen van een nieuwe bekostigingsmodel voor de GGZ. Die verplichting betekent de facto het doorbreken van het medisch beroepsgeheim en de privacy van cliënten en is zodoende een ernstige zaak. Onder zorgaanbieders en zorgverleners in de GGZ leeft zeer sterk de gedachte om die gegevens niet aan te gaan leveren. Daarom willen die beroepsbeoefenaren ook weten waar ze dan aan toe. De meest logisch stap is dan ook om aan de NZa te vragen welke sanctie(s) er staan op die aanleverweigering. Vanuit het veld kwam die vraag ook recent bij de NZa.. Daar doet de NZa desgevraagd geen uitsluitsel ver. Ze zeggen geen uitspraak te doen over het handhaven.
Sanctiemogelijkheden NZa
De mogelijkheden om zaken af te dwingen liggen vast in een beleidsregel, TH/BR-030. Daarin staan een viertal mogelijkheden:
- het geven van een aanwijzing;
- het opleggen van een last onder dwangsom;
- het opleggen van een last onder bestuursdwang;
- het opleggen van een bestuurlijke boete.
Daaraan voorafgaand kan de NZa subtielere vormen van beïnvloeding uitoefenen, te weten: waarschuwen, voorlichting geven of de openbaarheid zoeken.
Hoogte boete NZa
De berekening van de bestuurlijke boete die de NZa kan opleggen staat in een ander besluit.
Dat is de Beleidsregel Bestuurlijke boete Wet marktordening gezondheidszorg 2018 – AL-BR-0050
Het principe dat daarbij geldt is dat er een basisboete bestaat die met een “ernstfactor” vermenigvuldigd wordt. Officieel staat dat dan zo opgeschreven:
“5.2 Om binnen dit kader tot een evenredige boete te komen, bepaalt de NZa eerst de ernst van de overtreding:
- door de waardering van de overtreding in abstracto (boetegrondslag);
- en deze vervolgens te bezien in samenhang met de context waarin de overtreding (in concreto) heeft plaatsgevonden (ernstfactor).Door de boetegrondslag te vermenigvuldigen met de ernstfactor, wordt de basisboete vastgesteld.“
Herinnering
Tot nu toe heeft de NZa na de aanzegging dat de zorgaanbieders per 1 juli 2023 de gewraakte data over de periode 1 juli 2022 t/m 30 juni 2023 moesten aanleveren bij degenen die dat niet deden volstaan met een herinnering sturen. In die herinnering het verzoek een account aan te maken voor de data-aanlevering en de data op te sturen. Een officiële aanmaning met het vooruitzicht van sancties ontving nog niemand.
Rechtszaak op komst
Wat waarschijnlijk een rol speelt bij de houding van de NZa is de bodemprocedure bij de rechtbank die door de actiegroep Vertrouwen in de GGZ gaat voeren. Inmiddels is de dagvaarding gereed en betekend bij de NZa. Over niet al te lange tijd zullen de schermutselingen in de rechtbank gaan beginnen. Het is mijn inschatting dat de NZa in de aanloop naar de rechtszaak de zaak niet op de spits wil drijven door nu al met sancties aan te komen zetten. Er bestaat een reële kans dat de NZa de zaak gaat verliezen. Het nu al in gang zetten van financiële sancties zou dan een nutteloze akte zijn.
Transparantie t.a.v. sancties
De moeilijkheid voor de werkers in de GGZ bij het weigeren van de aanlevering van HONOS-data is dat zij niet weten wat zij aan bestuurlijke sores op hun hals halen. Nomaliter weet je bij overtredingen van bepalingen van bestuursorganen wat de sancties zijn. Door rood licht rijden kost 289 euro( plus 9 euro administratiekosten van het Centraal Justitieel Incassobureau. Onterecht op een invalidenparkeerplaats staan 350 euro. Bij de NZa weet je het niet van te voren. Er zit op die manier onbalans in de transparantie. Daar schreef Pieter Omtzigt overigens ook over in zijn boek “Het nieuw Sociaal Contract.”
W.J. Jongejan, 23 augustus 2023
Recente reacties