De houd-er-de-moed-maar-in show van Nictiz en Nivel over het e-consult

e-consult

Op 1 augustus 2017 publiceerde NIVEL en Nictiz de resultaten van een gezamenlijk onderzoek naar het gebruik van het e-consult. De titel van de publicatie was: “ Zorggebruikers zien zowel positieve als negatieve kanten van het e-consult. Gebruikers zijn positiever over het e-consult dan niet-gebruikers.“ Wat maar heel even wordt aangestipt is dat maar drie procent van de ondervraagden in 2016 gebruik maakten van de mogelijkheid een e-consult te vragen bij huisarts of specialist, dus heel weinig mensen. Het onderzoek vond niet plaats in de open populatie maar in het zogenaamde consumentenpanel van NIVEL. De organisatie is het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Nictiz is het expertisecentrum voor eHealth en houdt zich bezig met het ontwikkelen van standaarden voor zorgcommunicatie. De publicatie vond plaats in het kader van de eHealth-monitor 2017, die begin 2018 moet verschijnen. Het is een publicatie die jaarlijks door beide organisaties gepubliceerd wordt over de stand van zaken rond eHealth. De laatst verschenen  eHealth-monitor is die van 2016. Daarin staat wel dat een aantal eHealth-toepassingen achter blijft bij de verwachting, maar niet duidelijk dat het daadwerkelijke e-consult-gebruik zo fors achterblijft.

eHealth

Het ministerie van VWS en de aan haar gelieerde organisaties hebben enkele jaren terug hoog ingezet op eHealth. Dat is gedefinieerd als: het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën, en met name internet-technologie, om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren. Er valt een breed scala van onderwerpen onder, van apps op de smartphone om leefwijze en ziekten te monitoren tot het met de systemen die zorgaanbieders gebruiken om zorgdata vast te leggen. De gedachte achter eHealth is dat de zorg er toekomstbestendig door wordt, alles door innovaties er beter en vlotter aan toe gaat in de zorg en uiteraard geld bespaard wordt. Onder het e-consult wordt het stellen van een vraag aan huisarts of specialist verstaan via email of internet(portaal). Zes op de tien huisartsen en 34 procent van de specialisten

Stagnatie

Het is al een jaar of twee duidelijk dat het met de eHealth allemaal niet zo loopt als ten burele gedacht is. Goedsmoeds roept deze en gene dat het allemaal best wel vlot, maar er zijn gigantische stimuleringsprogramma’s opgezet om maar momentum te creëren. Forse bedragen gaan daarin om. Er wordt in Nederland al enkele jaren een jaarlijkse eHealth-week gehouden. Daarnaast is er sinds 2010 jaarlijks een Europese eHealth-week. Het feit alleen al dat dergelijke weken jaar in jaar uit georganiseerd worden maakt al duidelijk dat het allemaal niet zo vlot, want waarom anders telkens maar stimuleren. In de eHealthmonitor 2016 houden Nictiz en NIVEL zelf een pleidooi om wat meer de zweep erover te halen, dus het verplicht stellen aan beroepsverenigingen, opleidingsinstituten om eHealth te implementeren. De zwarte piet legt men meestal bij de zorgaanbieder die niet duidelijk genoeg zou maken wat beschikbaar is. Vaak bekruipt mij het gevoel bij eHealth dat er sprake is van de nieuwe kleren van de keizer. Iedereen roept erover dat het er is of eraan komt zonder dat er substantieel iets gebeurt.

Voordelen?

Bij het onderzoek vond niet plaats in de open populatie maar door een steekproef van 1500 mensen n onder het 12.000 man tellende Consumentenpanel Gezondheidszorg van NIVEL. Uiteindelijk werden de antwoorden van 611 respondenten gebruikt. Als meerwaarde van het e-consult gaf ruim 60 procent van de gebruikers aan dat je je vragen kon stellen op het tijdstip dat het je uitkomt. Het lastige bij een e-consult is echter dat de huisarts of specialist ook zelf antwoordt op een moment die het hen uitkomt. Er is absoluut geen garantie dat een antwoord binnen een dag of dagdeel gegeven wordt. Doorvragen van zowel patiënt als arts is bij een e-consult ook vele malen lastiger dan bij een telefonisch consult.

Hoe vaak?

Het rapport staat veel stil bij wat mensen zeggen te gaan of te willen gaan doen met e-consulten. Enigszins weggestopt tussen alle getallen staat het percentage deelnemers dat echt een dergelijk consult in 2016 realiseerde. Dat blijkt slechts drie procent te zijn. Bitter weinig dus. Helemaal vreemd is dat niet, want het stellen van een vraag in een e-consult aan huisarts of specialist kan eigenlijk alleen verantwoord met een beveiligde mailverbinding of via een patiëntenportaal. Voor dat laatste is registratie noodzakelijk met inlognaam en wachtwoord en wordt per sessie gebruik gemaakt van een sessiecode die per mail of sms-bericht toegestuurd wordt. Dat is iets wat door veel mensen als lastig wordt ervaren of gewoon te hoog gegrepen is.

Houd-er-de-moed-maar-in

Alle pogingen die Nictiz en NIVEL ondernemen om diverse eHealth-toepassingen breed geaccepteerd en toegepast te krijgen hebben veel weg van het tegen beter weten in de moed erin houden. Men realiseert zich niet dat iets wat goed is vanzelf komt. Dat het e-consult nooit grote hoogten zal bereiken is ook zichtbaar in antwoorden op sommige vragen in het onderzoek. Zo zegt 75 procent van de respondenten dat de meerwaarde van een telefonisch consult vooral gelegen is het persoonlijke contact. Het persoonlijke contact is één van de wezenlijke kenmerken van de relatie tussen patiënt en arts. ICT en toepassingen ervan zullen alleen beperkt aanvullend werken.

W.J. Jongejan