Ook sterfbed Co-Med oogt niet fraai vanwege zorggegevens

sterfbedDe afgelopen maanden konden we getuige zijn van de deconfiture van het bedrijf Co-Med dat huisartspraktijken opkocht en slecht runde. Door Co-Med overgenomen praktijken moesten o.a. vanwege personeelsgebrek stoppen. De Inspectie Volksgezondheid en Jeugd(IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) kwamen in actie, maar wisten niet door te pakken. Tenslotte trokken de vier grote zorgverzekeraars, waarvan overigens VGZ een tijdje trotse partner van Co-Med was, na een ingebrekestelling de stekker uit Co-Med door de betalingen te stoppen. Heden, 27 juni 2024, blijkt dat toegang tot de digitale huisartsdossiers niet of slecht geschiedt. De zorgverzekeraars hebben Co-Med gevraagd dat de vervangende huisartsen in de dossiers van de patiënten kunnen kijken. Uit onderzoek van de inspectie en na signalen van de zorgverzekeraars is nu gebleken dat dit niet of onvoldoende gebeurt. Directeur Vroemen van Co-Med maakt het bont door te stellen dat daar aparte toestemming van de patiënt voor nodig is.

Bevel IGJ nodig

Om die reden heeft de IGJ op 27 juni 2024 een bevel aan Co-Med gegeven om de dossiers om de patiëntendossiers te overhandigen aan vervangende huisartsen. Volgens de zorgverzekeraars en de inspectie worden de dossiers niet of onvoldoende gedeeld. Die vervangende huisartsen hebben de dossiers nodig om goede zorg te leveren, zegt de inspectie. Het bevel is opgelegd voor een periode van zeven dagen. Tijdens die periode bekijkt de inspectie of de overdracht van patiëntendossiers goed gebeurt en of er eventueel aanvullende maatregelen nodig zijn. Het bevel kan na die zeven dagen door de minister van VWS verlengd worden.

Totaal de plank misslaan

Wat zei directeur Guy Vroemen van Co-Med tegen de NOS over het inzien van de dossiers door vervangende huisartsen.

“Volgens Vroemen is het moeilijk om alle dossiers zomaar over te dragen, omdat niet alle patiënten toestemming hebben geven om digitale inzage te geven in de dossiers. Volgens de directeur is die toestemming wel nodig als patiënten worden doorverwezen. Vaak is dat naar Arene, een digitale huisartsenpraktijk aan wie de zorgverzekeraars een groot deel van de patiënten hebben toegewezen.”

Met deze opmerking geeft meneer Vroemen andermaal  aan dat hij totaal geen verstand heeft van het raadpleegbaar maken van het huisartsdossier voor andere huisartsen die nu de zorg overnemen.

De situatie die nu speelt is dat de vervangende huisarts(organisatie) optreedt als waarnemer. Dat is dezelfde situatie die zich voordoet bij vakantiewaarneming en avond-/weekenddienst. Daarbij speelt een legitieme veronderstelde toestemming. De waarnemend arts is dan gewoon het verlengstuk dan van de huisarts.

Veronderstelde toestemming

Ook het meesturen van gegevens door een huisarts bij verwijzing naar een specialist valt onder de veronderstelde toestemming. Immers, je kunt aannemen dat bij een verwijzing de patiënt stilzwijgend instemt met het delen van relevante informatie met een specialist. Een verstandig huisarts deelt dan ook alleen maar voor de verwijzing relevante informatie met die specialist.

Iets heel anders is het voor in de toekomst opvraagbaar maken van huisartsdossiers voor andere zorgverleners met inzage via het Landelijk SchakelPunt(LSP). Dan is wel expliciete, vastgelegde, toestemming nodig.

Maar nogmaals dat speelt totaal niet bij de noodoplossing die nu voor Co-Med-praktijken bedacht is

Slechte inschattingen/slecht beleid

Net als de organisatie Quin die rond 2021 uitgebreid in de schijnwerpers stond met het mislukken van een huisartspraktijkketen door overnames maakte Co-Med een faliekant verkeerde inschatting van de huisartsenmarkt. Hoewel er een overschot lijkt te zijn aan huisartsen blijkt door het werken in deeltijd dat er niet voldoende FTE’s te vullen zijn. Daarnaast voerde Co-Med ook gewoon een slecht beleid met wanbetaling van mensen die men in dienst had. Dat bleek ook bij een rechtszaak naar aanleiding van het faillissement van een Co-Med-onderdeel. Toen vertelde Vroemen dat bij hem irritatie een rol speelde bij het slecht betalen van bepaalde bepaalde betalingen.

Voedingsbodem

De voedingsbodem voor het ontstaan van ketens die huisartspraktijken opkopen is de toegenomen regel-/administratie-druk voor praktijkhouders. Door de enorm toegenomen wet- en regelgeving nam de afgelopen 10 tot 15 jaar het animo af om een huisartspraktijk voor eigen rekening te runnen. Dat en de toename van het in deeltijd werken blijkt dan ook de basis waarop ketenbouwers van huisartspraktijken zoals eerder genoemde Quin en ook Co-Med aan de slag gingen. Overheid, overheidsinstanties en zorgverzekeraars dragen dan ook een gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het ontstaan van dat probleem.

Voor nu kunnen we concluderen dat ook het sterfbed van Co-Med er lelijk uitziet.

W.J. Jongejan, 28 juni 2024

Afbeelding van Susann Mielke via Pixabay, bewerkt door W.J. Jongejan