Berichten

Rupsje Nooitgenoeg NZa gaat onder druk een blaadje minder eten

rupsje nooitgenoeg

Niet zo prominent was in de nieuwsbrief van de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) op 23 november 2018  te zien dat binnenkort een zeer belangrijke verandering doorgevoerd wordt. De NZa maakte kenbaar dat per 15 april 2019 een wijziging plaats vindt in de inhoud van de Minimale DataSet(MDS) die zorggaanbieders in de specialistische geestelijke gezondheidszorg(GGZ) moeten aanleveren aan het DIS. Dat staat voor het Diagnose Behandel Combinatie(DBC) Informatie Systeem. Daarin slaat de NZa op persoonsniveau gegevens op over medische diagnoses en de behandeling. Ze stelt nu dat na 15 april het aanleveren van de hoofddiagnose volstaat. De informatie over diepere niveaus vraagt men dan niet meer op. Tegelijk meldt de NZa dat informatie over die diepere niveaus die de afgelopen jaren aangeleverd is niet meer voor verdere verwerking beschikbaar zal zijn. Let wel: hier schrijft de NZA niet dat die dat vernietigd worden, maar dat ze niet meer beschikbaar zijn. Het is een zeer beperkte aanpassing . Maar deze stap moet wel gezet zijn onder druk van een rechtszaak. Die betreft een eerdere weigering van de Autoriteit Persoonsgegevens om handhavend op te treden tegen de NZa inzake aanlevering van (zeer gedetailleerde) behandelinformatie op persoonsniveau bij het DIS.

Lees meer

Autoriteit Persoonsgegevens ontloopt stelselmatig verantwoordelijkheid

right/wrong

Recent, op 6 september 2018, verscheen in het NRC-Handelsblad een artikel van Liza van Lonkhuyzen met als kop: “Raad van State: burger in de knel door digitale overheid”. Het betrof een ongevraagd advies van de Raad van State over hoe de overheid met de data van burgers omgaat. Op de wijze waarop de toezichthouder van diezelfde overheid op het uitwisselen van gegevens van burgers, de Autoriteit Persoonsgegevens(AP), opereert, is helaas ook het nodige aan te merken. Zij blijkt nogal eens haar verantwoordelijkheid te ontlopen. Medische gegevens zijn bijzondere persoonsgegevens waarmee men zeer zorgvuldig moet omgaan , zeker bij uitwisseling met behulp van een datanetwerk.  Het Landelijk SchakelPunt(LSP), waarmee medische gegevens opvraagbaar zijn bij de bron, is zo’n netwerk. Voor het opvraagbaar maken is een goed geïnformeerde toestemming van de burger noodzakelijk. Als die toestemming ten onrechte genoteerd is en door de burger gesignaleerd en ongedaan gemaakt is, dan doet de AP daar vervolgens na melding niets mee.

Lees meer

Onnavolgbaar contractueel gedraai VGZ rond ROM-aanlever-verplichting

contract

Op 3 september 2018 besprak ik op deze website de contractuele verplichting in het contract van zorgverzekeraar VGZ voor vrijgevestigde zorgaanbieders in de GGZ om ROM-data aan te leveren. Mede naar aanleiding van deze berichtgeving kwam VGZ op 4 september met een persbericht  en een reactie op Twitter waarin het lijkt of  men een draai van 180 graden maakt. De formulering van dit bericht is zeer vreemd. Die verwijst naar een aanvullende bepaling in het contract die verwijst naar ‘vigerende wet- en regelgeving’, maar die niet meegestuurd is naar de zorgaanbieders. Het online magazine SKIPR maakt het daarna nog aparter door te stellen dat VGZ per ongeluk in de contracten voor vrijgevestigde ggz-aanbieders voor 2019 de verplichting opgenomen had om ROM-data van patiënten aan te leveren. Het lijkt er nu op dat VGZ niet het contract herziet, maar alleen een addendum met de verwijzing naar ‘vigerende en wet- en regelgeving’ alsnog via de website van VECOZO aan de desbetreffende zorgaanbieders ter beschikking gaat stellen.

Lees meer

Bij inzet wet dwangsom besluit trage Autoriteit Persoonsgegevens negatief

AP-slak met agent

Dat de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) moeite heeft met het nemen van beslissingen over principiële zaken is voor insiders geen geheim. Door het verloop van enkele mij bekende zaken die bij de AP aanhangig zijn gemaakt, werd het mij recent duidelijk hoe de nieuwste verdedigingslinie van de AP eruit ziet bij lastige zaken. Het gaat daarbij om handhavingsverzoeken die ingediend zijn door burgers vanwege in hun ogen evidente overtredingen ten aanzien van de privacy. Helaas is het zo dat de AP bij dit soort handhavingsverzoeken buitengewoon traag reageert. Beslissingen blijven soms een half jaar, maar ook wel eens langer dan een jaar uit. Als dan na een ingebrekestelling de AP nog niet met een besluit komt, kan de burger met een beroep op de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdige beslissingen(Wdbntb) een beslissing eisen of naar de bestuursrechter gaan. Als de burger die eis op basis van de Wdbntb daadwerkelijk neerlegt bij de AP, maakt deze in het gunstigste geval het de aanvrager duidelijk dat zij negatief zal gaan beslissen op het handhavingsverzoek als dat doorgezet wordt. Of de AP heeft inmiddels al negatief besloten. Het argument voor het negatief beslissen is dan dat de aanvrager de AP niet voldoende tijd gegund heeft om “fatsoenlijk” onderzoek te doen. het is te gênant voor woorden, maar het gebeurt.

Lees meer

Laakbare traagheid handelsmerk Autoriteit Persoonsgegevens bij principiële kwesties

AP handelsmerk

Meerdere zeer principiële zaken, waarin van de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) als toezichthouder een beslissend oordeel gevraagd wordt, slepen zich zeer lang voort. Daarbij lijkt het erop dat de AP alle, maar dan ook alle, mogelijkheden benut om geen oordeel te hoeven vellen over principiële zaken, dan wel probeert het oordeel over een bepaalde datum poogt te tillen. Daarbij doel ik specifiek op de ingangsdatum van de Algemene Gegevens Verordening(AVG): 25 mei.  Dat is over tien dagen. Ik doel daarbij op handhavingsverzoeken over de gedragscode zorgverzekeraars, ingediend  bij de rechtsvoorganger van het AP, het College Bescherming Persoonsgegevens(CBP) in maart 2015. Daarnaast die betreffende de verwerking van medische persoonsgegevens in het DIS( DBC Informatie Systeem), ingediend in mei 2015 , maar ook die over de onrechtmatige verzameling van Routine Outcome Monitoring(ROM) gegevens, ingediend in maart 2017.

Lees meer