Publicatie medicatiediscrepanties gaat voorbij aan cruciaal manco LSP
Op 1 juli 2025 publiceerde het eerstelijnsonderzoeksinstituut NIVEL de resultaten van een onderzoek naar medicatiediscrepantie. De studie vond plaats door het Universitair Medisch Centrum Groningen en het Maastrichts Universitair Medisch Centrum met een aantal consortiumpartijen waaronder het NIVEL in opdracht van het ministerie van VWS.Ā Het onderzoek beoogt een nulmeting te zijn in het kader van verdere programmaās ter verbetering van de digitale medicatieoverdracht. Met medicatiediscrepantie bedoelt men een (onbedoelde) inconsistentie tussen het medicatiegebruik van de patiĆ«nt en de medicatielijst van de zorgverlener. Overdracht van medicatiegebruik vindt tegenwoordig digitaal plaats. Daarbij blijkt nogal vaak wat mis te gaan. Deze digitale overdracht vindt plaats via het Landelijk SchakelPunt(LSP), een centraal computersysteem via welke zorgverleners onder andere overzichten van medicatiegebruik bij brondossierhouders kunnen opvragen. In de conclusie schrijven de onderzoekers dat het LSP omgevormd zou moeten worden tot een gouden standaard met het daadwerkelijke medicatiegebruik. Dat zal nooit gaan lukken.
Enorme discrepanties
Bij het onderzoek vond men dat voor de openbare apotheken bij 76% van de patiƫnten bij opname in het ziekenhuis en bij 78% van de patiƫnten bij ontslag uit het ziekenhuis minstens ƩƩn medicatiediscrepantie werd gevonden in de receptmedicatie ten opzichte van de medicatiegegevens uit het Landelijk SchakelPunt(LSP). Bij huisartsen waren deze cijfers respectievelijk 78% en 90%. Daarom is telkens medicatieverificatie nodig, waarbij een apothekersassistente bij de patiƫnt verifieert wat die echt gebruikt.
Bij de discrepanties gaat het om zes verschillende categorieƫn: 1. omissie(ontbreken van iets wat de patiƫnt gebruikt), 2. additie(vermelding van medicijn dat patiƫnt niet (meer) gebruikt), 3. afwijkende dosering, 4. afwijkende gebruiksduur, 5. afwijkende toedieninstructie en 6. substitutie van een geneesmiddel(vervanging door medicijn met dezelfde werking/werkzame stof)
Uit het onderzoek bleek dat omissie en additie het vaakst voorkwamen. Dat is voor mij absoluut niet verbazingwekkend,. Dat is namelijk volkomen inherent aan werken met het LSP.
Enorm manco LSP
De onderzoekers denken dat door het Landelijk Programma MedicatieOverdracht, dat werkt aan de verbetering van de elektronische overdracht van medicatiegegevens na implementatie verwacht kan worden dat het LSP een completer en actueler overzicht biedt van de medicatie die patiƫnten daadwerkelijk gebruiken. Niets is minder waar. De systematiek van het LSP maakt het namelijk mogelijk dat als in een dossier de informatie volmaakt op orde is dat overzicht overschreven kan worden door opvraag en opslag van ongecorrigeerde data afkomstig van een andere zorgverlener.
Eerdere artikelen
Ik schreef over dat onderwerp in 2023 twee artikelen met de titel āRevenge of the never disappearing metopololā(A , B ). Ook in 2022 schreef ik een artikel over hetzelfde fenomeen maar dan over contra-indicaties en allergieĆ«n die niet correct waren door overschrijving van data, geĆÆmporteerd via het LSP en afkomstig van andere zorgverleners. Ook zonder LSP (ik gaf nooit toestemming voor LSP-gebruik) kan het mis gaan. Daar schreef ik in 2024 over.
Andere systematiek
Het grote probleem dat dit allemaal veroorzaakt zit hem in de keuze in Nederland voor het digitaal communiceren middels het āberichten-paradigmaā. Ā Bijna alle zorg-ICT-systemen in Nederland zijn gebaseerd opĀ de HL7-standaard.Ā Dat is geen architectuurstandaard, maar een communicatiestandaard. Berichten worden daarmee uitgewisseld. De digitale uitwisseling van medische gegevens in Nederland gaat niet uit van het āarchitectuur-paradigmaā. Hierbij doel ik op het niet gebruiken van de internationaal aanwezige standaard(ISO 18308) voor ICT-architectuur van medische systemen. Bij gebruik van het architectuur-paradigma zal de documenterende arts alle data in alle systemen met informatie over de patiĆ«nt dan gewoon kunnen inzien. Na die inspectie door systeem B zullen de data niet gekopieerd worden naar systeem A. Uit systemen die voldoen aan genormeerde architectuur volgt automatisch een vlekkeloze communicatie. Dan heb je niet de problemen die het LSP nooit zal oplossen.
Omissie NIVEL
Hoewel de NIVEL-onderzoekers nog manmoedig in het onderzoeksverslag vasthouden aan de gedachte dat m.b.v. het LSP met aanvullende programmaās de medicatieoverdracht beter kan worden, zal men altijd medicatiediscrepanties blijven houden. Het niet benoemen van de problematiek die het werken met het LSP met zich meebrengt en dus het niet herkennen van de mancoās beschouw ik als een ernstige omissie. Het onderzoekt legitimeert hiermee telkens nieuwe, geld verslindende, inspanningen om de medicatieoverdracht te verbeteren. Zonder daarmee de heilige graal van volkomen betrouwbare medicatieoverzichten in handen te krijgen.
Ooit suggereerde men dat met het LSP een volmaakte gegevensoverdracht ging komen. Niets bleek minder waar. Het onderzoek van NIVEL laat ook zien dat thans bij gebruik van het LSP bij elke stap in de keten medicatieverificatie noodzakelijk is. Dat wil zeggen dat altijd aan de zorgverlenerskant iemand de patiƫnt moet vragen wat die echt gebruikt.
Medicatiediscongruentie is simpelweg inherent aan LSP-gebruik.
W.J. Jongejan, 4 juli 2025
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!