Digitaal meekijkconsult specialist via huisarts financieel slecht geregeld
Allerlei initiatieven vinden in den lande plaats om te zorgen dat een patiënt niet onnodig het ziekenhuis bezoekt. Zo ook het meekijken met de huisarts door de specialist ter vervanging van een verwijzing. Dat kan uiteraard ook digitaal, met meekijkconsulten die al enige tijd, ook digitaal, bestaan(A, B, C, D). De nieuwste loot aan die stam is het “meekijkconsult”, dat Zorgdomein in de aanbieding heeft. De logistiek van deze handeling legt men duidelijk uit. De financiële afhandeling van een dergelijke activiteit is veel weerbarstiger. Daar gaat de berichtgeving door Zorgdomein dan ook helaas niet over. Er blijkt geen universele, landelijke betaaltitel te zijn voor de inspanningen hiervoor aan de huisartsenkant. Voor de inspanningen die men pleegt voor dit verwijzing-vervangende digitale consult is de huisarts financieel afhankelijk van lokale of regionale onderhandelingen (samen met specialisten/ziekenhuizen) met in die regio actieve zorgverzekeraars. Dit soort zaken leidt tot landelijk verschillen in honorering.
Meekijkconsult
Hiermee kan de huisarts op afstand een medisch specialist consulteren, of een aanvraag doen voor een anderhalvelijns consult. De medisch specialist adviseert de huisarts over de behandeling of het vervolgtraject voor de patiënt. Zo worden er onnodige verwijzingen naar de tweede lijn voorkomen en wordt de druk op de poli’s binnen de ziekenhuizen verlaagd. Bij dit meekijkconsult dient de huisarts digitaal een verslag van relevante consult(en), vergezeld van bijlage(n) in PDF-formaat digitaal naar een specialist in een ziekenhuis te sturen en krijgt dan een verwijzing-vervangend advies retour. Vanwege de onduidelijkheid over de financiële afhandeling mailde ik de Nederlandse Zorgautoriteit.
Nederlandse Zorgautoriteit
Daar kreeg ik het volgende antwoord:
“De huisarts wordt niet standaard vergoed voor een meekijkconsult via landelijk gereguleerde bekostiging. Wel biedt de regelgeving de mogelijkheid om hier aanvullende afspraken te maken met de zorgverzekeraar via segment drie. De aanvullende afspraken landen dan in het individuele contract met de zorgaanbieder. Zolang de handelingen worden uitgevoerd en gedeclareerd via de huisarts is het eigen risico niet van toepassing. De financiering loopt dan ook via de huisarts. In de overeenkomst met de zorgverzekeraar kunnen nadere afspraken worden gemaakt over wijze van vergoeding (al dan niet per handeling).”
Beleidsregel
Het antwoord van de NZa is een uitwerking van artikel 7.2.2. onder h, op pagina 36 van de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2021. Daar staat:
“Zorgvernieuwing meekijkconsult . De prestatie zorgvernieuwing meekijkconsult biedt de mogelijkheid om afspraken te maken over de inzet van aanvullende middelen, van waaruit de zorgaanbieder de expertise in kan roepen van gespecialiseerde zorgaanbieders zonder hierbij tot verwijzing te hoeven overgaan. Dit kan de inzet zijn van medisch specialistische consultatie of de inzet van andere expertises in het zorgveld. Doel van de inzet moet zijn om verwijzing te voorkomen of, indien verwijzing toch nodig is, om doelgericht te kunnen verwijzen. De huisarts blijft tijdens het meekijkconsult de hoofdbehandelaar. Indien de zorgaanbieder een afspraak maakt over aanvullende financiering door middel van deze module, kan de inzet van de ingeroepen expertise via onderlinge dienstverlening tegen vrij tarief worden bekostigd.”
ZorgenStelsel
Over deze materie ging ik te rade bij de oud-huisarts Anton Maes. Hij is een groot kenner van de financieringsstructuur van huisartsen en de macro-economische cijfers daarbij. Hij publiceert o.a. op de eigen website www.zorgenstelsel.nl. Over het meekijkconsult zegt hij het volgende:
- voor segment 3 is altijd een contract nodig. Veel gaat daarbij namens huisartsen en/of zorggroepen collectief via een afvaardiging: een onderhandelingsteam van huisartsen. Maar niet iedereen werkt met meekijkconsulten, dus dan begrijp ik wel dat individuele onderhandelingen nodig zijn
- Wat qua budget beschikbaar is voor segment 3, moet over/voor de hele huisartsenpopulatie worden ingezet. Dat geeft al aan dat huisartsen en verzekeraars met prioriteit lijstjes werken en ik denk dat daar het “meekijkconsult” (veel werk, weinig opbrengst) niet onder valt
- zoals ik het begrijp uit de beleidsregel-tekst moet uit dat tarief wat de huisarts krijgt voor het meekijkconsult ook de specialist worden betaald. Met als meestal als eis een voorkoming van verwijzing. Dat lijkt me dan sowieso een moeilijke kwestie worden vanuit oogpunt van professionele autonomie en gezamenlijke besluitvorming met patiënt.
- De enige die hier goed mee is, is de verzekeraar, zou je denken (geen dure 2e lijns DBC), maar sinds 2015 met de aanpassing ziekenhuisfinanciering met de MSB’s(Medisch Specialistische bedrijven), is dit meer optisch dan werkelijkheid. Want de ziekenhuiskosten blijven hetzelfde, komen dan terecht in andere DBC’s, terwijl het geen invloed heeft op de vooraf afgesproken aanneemsom of omzetplafond.
- De post “meekijkconsult” binnen segment 3 kent in 2018 bij Vektis totaal 5.143.135 gedeclareerde euro’s als jaarkosten (dus 5,1 miljoen euro), met 853.551 declaraties, ten behoeve van 302.649 patiënten. Dat is ongeveer 17 euro per patiënt.
- Ofwel: het gaat om kleine bedragen, zo lijkt het.
- Mijn grootste bezwaar is een principiële. Huisartsen die zelf onderhandelingen moeten aangaan met een specialist, waarbij ook nog deze kosten neerslaan in het huisartsen budgetkader.
Afhankelijk
Uit het voorgaande moge blijken dat het voor individuele huisartsen zonder lokale of regionale onderhandelingen met zorgverzekeraars praktisch onmogelijk is meekijkconsulten te declareren. Als huisarts ben je dus afhankelijk van lokale/regionale organisaties vanuit de huisartsen- en ziekenhuiswereld om zoiets te regelen. Door het ontbreken van een landelijk tarief, zoals wel bij het consult of de visite, komt het voor dat er lokale/regionale verschillen kunnen zijn in honorering van één en dezelfde activiteit. Het lokaal/regionaal onderhandelen kost veel tijd en moeite van deelnemende organisaties terwijl het nut van een meekijkconsult met kostenverlaging door het niet verwijzen evident is. Het is erg jammer dat er in dit soort trajecten veel tijd, moeite en geld verloren gaat aan iets waarvoor gewoon landelijk één tarief zou moeten gelden.
O ja, ook stopt er weleens een meekijkactiviteit omdat er aan de ziekenhuiskant geen geld meer voor is.
W.J. Jongejan, 9 december 2020
Afbeelding van Thanks for your Like via Pixabay
N.B. Anton Maes krijgt dit jaar zeer terecht de Hans Nobel-penning voor zijn activiteiten.
Recente reacties