AP vertoont ontoelaatbare georganiseerde onverantwoordelijkheid

onverantwoordelijkheidAl vele maanden traineert de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) het aanleveren van Woo-stukken die betrekking hebben over haar handelen. Het betreft informatie over de besluitvorming van de AP over de regeling van de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) om zeer gevoelige gegevens van 800.000 cliënten uit de GGZ op te eisen bij zorgaanbieders en die te be-/verwerken in het kader van het ontwikkelen van het zorgprestatiemodel teneinde daarmee de GGZ-financiering anders vorm te geven. Half december 2022 deed de actiegroep Vertrouwen in de GGZ via haar advocaat het verzoek aan NZa en AP om op basis van de Wet Open Overheid(Woo) informatie zicht te krijgen op het besluitvormingsproces binnen NZa en AP en hun onderlinge communicatie .Terwijl de NZa in april 2023 voldeed aan het Woo-verzoek verschafte de AP nog geen informatie. Daarbij zelfs de door haar zelf genoemde aanleverdatum, eind augustus 2023, overschrijdend. Dit alles frustreert de rechtsgang van de actiegroep fors.  

Twee maal draai van AP in 2022

In 2022 werd duidelijk dat de AP twee maal een opzienbarende 180-graden-draai gemaakt had. In de eerste plaats misleidde de NZa de AP bij de adviesaanvraag over de voorgenomen regeling. Ze deed dat in de vorm van een tweetrapsraket. Dat terwijl normaal een adviesaanvraag in één keer gebeurt. Ook had de NZa een cruciale passage over wat ze aan informatie van GGZ-cliënten wilde hebben verstopt ergens in één regel diep in de aan de AP gestuurde regeling, op pagina 90 van de 99. In eerste instantie schreef de AP aan de NZa dat ze niets op te merken had. In september 2022 volgde een pittige brief van de AP aan de NZa waarin men de rechtmatigheid sterk in twijfel trok. Maar in december 2022 maakte de AP een tweede draai door de gegevensverzameling onder voorwaarden goed te keuren.

Woo-data vanaf 2018

In de bij de AP opgevraagde Woo-stukken ging het net als bij de NZa over het besluitvormingsproces vanaf 2018. Die begindatum was niet zonder reden. De verplichting tot aanlevering van medische persoonsgegevens aan de NZa in de DIS-database(voor het genereren van beleidsinformatie), moest sinds mei 2018 op grond van artikel 36 lid 4 AVG ter advisering worden voorgelegd aan de AP. Een aanpassing van de regeling waarbij de NZa diagnose-informatie kreeg heeft plaatsgevonden in november 2018. De actiegroep kon dan ook aannemen dat die wijziging ter advisering aan de AP is voorgelegd. Gelet op het feit dat het daarbij ging om een uiterst belangrijke en ingrijpende aanpassing is het onwaarschijnlijk dat de NZa daarover geen contact heeft gehad met de AP. Voordien moest namelijk bij GGZ-cliënten de gehele DSM-5 informatie over alle vijf assen worden aangeleverd bij de NZa. Daarna was dit beperkt tot de informatie op hoofddiagnose niveau.

Vrijbit-zaak

Mocht die ingrijpende wijziging de AP november 2018 zijn ontgaan, dan is de AP daar in februari 2019 zeker op gewezen in het kader van een gerechtelijke procedure (zaaknummer: UTR 16/4199 WBP V93). Die was aangespannen door de burgerrechtenvereniging Vrijbit waarbij de NZa ook als belanghebbende partij betrokken was.

Woo-stukken NZa

De NZa stuurde half april 2023 haar Woo-stukken over de periode 2018 tot en met december 2022. Ze publiceerde deze ook op haar website(A. , B. ). In deze stukken staat veel interessante informatie. Zoals bijvoorbeeld dat men in 2018 er achter kwam dat men jarenlang te veel informatie van patiënten/cliënten had opgevraagd. Ze kwam daar nota bene niet eigenstandig op, maar doordat ze door Vektis, de database van de zorgverzekeraars, op de hoogte was gesteld dat Vektis onder de AVG geen uitgebreide informatie over patiënten/cliënten meer mocht doorsturen naar de NZa. Het is totaal ondenkbaar dat in dat traject de AP als hoeder van de AVG geen contact gehad zou hebben met de NZa. Uit de NZa-Woo-stukken bleek ook hoe de AP en NZa als twee toezichthouders als het ware bij elkaar op schoot zaten en berichtgeving naar buiten met elkaar afstemden.

Sommatie AP  

Uit kringen van de actiegroep Vertrouwen in de GGZ vernam ik dat na herhaaldelijk aandringen bij de AP om de Woo-stukken op te sturen er thans een sommatie richting de AP gaat. De normale termijn die er voor de aanlevering van Woo-stukken staat is vier weken, eventueel verlengd met twee weken. Overheidsinstanties overschrijden die termijnen bij herhalingen in grote mate. Na elf maanden kan men dus gevoeglijk stellen dat de AP ernstig in gebreke blijft. De NZa overschreed die termijn ook, maar veel minder ernstig dan nu de AP. Het frustreert juridische acties van de actiegroep in hoge mate. Er was al een zitting van de voorzieningenrechter met het verzoek de aanlevering en be-/verwerking van de GGZ-gegevens te doen stoppen hangende de bodemprocedure binnenkort gaat starten. Bewust lijkt de AP te voorkomen dat van haar afkomstige munitie aangedragen kan worden in die rechtsgang. Heel vreemd is dat de contactpersoon bij de AP die de toezending per eind augustus toezegde dat tot heden niet nakomt

Georganiseerde onverantwoordelijkheid

De AP werkt zo mee aan een situatie vergelijkbaar met de toeslagenaffaire. Daarin kregen Kamerleden stelselmatig geen, of te laat, of onvoldoende informatie op gerichte vragen. Bij de toeslagen affaire zien we ook overheidsdiensten die zich achter elkaar verschuilen en geen actieve herinnering meer aan zaken hebben. Met als eindresultaat dat niemand verantwoordelijk zegt te zijn. Dat kan je echt wel georganiseerde onverantwoordelijkheid noemen. Georganiseerde onverantwoordelijkheid is een fenomeen waarbij het directe causaal verband tussen de veroorzakers van risico’s en de gedupeerden is verbroken door een fijnmazig netwerk van instanties en regels.

De AP weet dondersgoed dat men een heel vreemde rol heeft gespeeld en nog speelt in de besluitvorming rond de door de NZa bedachte regeling om op grote schaal zeer gevoelige informatie te gaan opvragen van GGZ-cliënten.

W.J. Jongejan, 15 november 2023

Afbeelding van OpenIcons via Pixabay