Legacy-systemen belemmering zorg-ICT voortgang eerste lijn
Dit artikel verscheen ook op 10 juni 2015 op www.huisartsvandaag.nl
Huisartsautomatisering heeft al vroeg, begin jaren negentig van de vorige eeuw, zijn beslag gekregen. De apotheekautomatisering volgde vrij snel daarna. Lange tijd was de automatisering van de eerste lijn het paradepaard in zorg-ICT-land. De frontroepen van weleer hebben nu al enige tijd last van de wet op de remmende voorsprong. Dit is overigens een uitdrukking die in 1937 door de historicus Jan Romein geïntroduceerd werd in zijn essay “De dialectiek van de vooruitgang”. In wezen zijn de huisarts- en apotheekinformatie systemen(HIS en AIS) geprogrammeerd als de elektronische vervanging van de vóór die tijd gebruikte papieren administratie. Met name in de opbouw van de HIS-sen is te zien dat er sprake is van een elektronische versie van de groene kaart. Deze was door het Nederlands Huisartsen Genootschap(NHG) ooit geïntroduceerd om orde te scheppen in de papieren administratie.
Legacy-systeem
Wat verstaan we onder een legacy-systeem? Het is vaak een complexe applicatie die al tientallen jaren draait en die ondanks de toepassing van oude technologieën doorgaans zeer betrouwbaar is en functioneel, technisch en commercieel gezien nog jaren mee kan. Legacy-systemen zijn echter vaak niet toegesneden op een wereld die tijdens de levensduur drastisch veranderd is. Vaak moet met het nodige kunst- en vliegwerk de applicatie aangepast worden aan die veranderingen.
Hetzelfde anders
Wat opvalt als je een aantal huisarts- apotheek informatie systemen naast elkaar ziet draaien, is dat ze hetzelfde allemaal net iets anders doen. De facto valt er met de legacy-systemen nog best een huisartspraktijk of een apotheek te runnen, maar het begint her en der te rammelen. Heel vaak gaat het om problemen in de interoperabiliteit met andere ICT-systemen in het zorgstelsel of om het faciliteren van medewerkers die niet voorzien waren bij de ontwikkeling van het systeem. In de loop der jaren hebben de HIS-sen en AIS-sen allemaal wel een moderniseringsslag ondergaan maar in wezen is het onderliggende registratiemodel onveranderd gebleven.
HIS
De huisarts informatiesystemen(HIS-sen) zijn bijvoorbeeld niet speciaal toegerust voor de ketenzorg. De ketenzorg die vooral door de praktijkondersteuner(POH)-somatiek een enorme vlucht genomen heeft, leidde tot aparte Ketenzorg Informatie Systemen(KIS-sen). Als paddenstoelen schoten die uit de grond. Deze communiceerden in eerste instantie niet met een HIS. Daardoor was het nodig om de data niet alleen in het KIS, maar naderhand ook nog eens in het HIS te zetten. In de toekomstvisie voor 2012 werden de piketpaaltjes opnieuw uitgezet door NHG en LHV en werd nadrukkelijk het HIS als leidend neergezet, waarnaar toe het KIS moet rapporteren.
Bij het in praktijken gaan werken van de POH-GGZ(praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg) bleek het nog lastiger om de rapportage van deze werkers onder te brengen in of naast een HIS. Er worden daarvoor allerlei work-arounds bedacht, maar echt ideaal is het niet. Zo speelt er bij de POH-GGZ de vraag of die wel het hele medische dossier van de patiënt moet kunnen inzien.
Expertsystemen
Veel data worden in het HIS en AIS weggeschreven, maar de ontwikkeling van expertsystemen binnen een HIS of AIS is nauwelijks van de grond gekomen. Vaak blijft het beperkt tot eenvoudige rekensommen die uitgevoerd kunnen worden met basale data, zoals de berekening van de BMI(Body Mass Index) en de glomerulaire filtratiesnelheid als maat voor de nierfunctie. Er is met de data binnen een praktijk veel mogelijk, maar de potentie wordt niet volledig benut. Vaak hebben HIS of AIS geen flexibele query-tool, waarmee uitgebreide zoekacties door de praktijkhouder binnen de eigen database makkelijk en snel kunnen plaatsvinden.
Eén HIS
In de loop der jaren is het in ieder geval bij de HIS-sen drie keer geprobeerd tot één, nieuw, systeem te komen. Er zijn er namelijk bijna 10 verschillende. Bij de apotheek informatie systemen zijn het er wat minder. Daarvoor werd met een schuin oog ook naar het ministerie van VWS gekeken, omdat het ten goede zou komen aan de kwaliteit van de zorg en ook aan de zorgcommunicatie. Telkens werd door de regerende minister van VWS gezegd dat de markt zijn werk moest doen waardoor er wel een “natuurlijke selectie “ richting één systeem zou plaatsvinden .
Geen markt
Ook met de zorg-ICT in de eerste lijn is het in de afgelopen 25 jaar duidelijk geworden dat het geen echte markt is. Het aantal huisartsen en apotheken is gelimiteerd, en keuzes worden niet alleen op economische gronden gemaakt. De situatie die na een paar jaar ontstaan was, is eigenlijk nauwelijks gewijzigd. Alleen vindt her en der door regionale samenwerking een heroriëntatie plaats en verschuiven de aantallen een beetje. Nooit zodanig dat er sprake is van het boven komen drijven van één systeem.
Consequenties
Door het verouderde onderliggende concept van de systemen is er geen optimale aansluiting bij de huidige vorm van werken. Andersoortig personeel en dito taken kunnen door het HIS of AIS niet goed gefaciliteerd worden. Ook het op gang brengen van communicatie met andere zorg-informatie-systemen, bijv. via OZIS of LSP verloopt daardoor niet zonder horten en stoten.
Bij alle HIS-/ AIS-leveranciers moet telkens het wagenwiel opnieuw uitgevonden worden om de systeem zorginhoudelijk goed te laten functioneren en bovendien te laten voldoen aan de eisen die het ministerie van VWS, de Inspectie GezondheidsZorg(IGZ) en de zorgverzekeraars telkens stellen.
Toekomst
De toekomst van HIS en AIS is niet bepaald rooskleurig. Hoewel er voor menige leverancier een broodwinning in zit, is geen van hen in staat de kar trekken en een leidende rol te nemen bij het ontwikkelen van een volledig nieuw concept voor HIS en AIS. Idealiter zou er voor een HIS of AIS één datamodel moeten komen met meerdere “skins” naar keuze van de gebruiker. Het is maar helemaal de vraag of er dan nog ruimte is voor de verscheidenheid aan gebruikersverenigingen die er nu is.
Bij voortgang op het huidige pad zal men naar mijn inschatting binnen enkele jaren aanlopen tegen de grenzen van de huidige systemen.
W.J. Jongejan, huisarts n.p.
Recente reacties