Onbegrijpelijke gebeurtenis met geheime stukken in rechtszaak Vrijbit

geheim

Tijdens één van de zittingen van de rechtbank Midden-Nederland op vrijdag 15 februari 2019 in de zaken die de burgerrechtenvereniging Vrijbit tegen de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) aanspande deed zich iets zeer opmerkelijks voor. Ik beschreef zeer recent(14 februari 2019) deze twee zaken op deze website. In dat artikel maakte ik al melding van het feit de AP na het verstrijken van elk redelijke termijn in september 2018 plotseling een flinke stapel papier  bij de rechtbank deponeerde. Daarbij de melding dat een aanzienlijk deel van deze stukken onder geheimhouding werd aangeleverd en dus niet aan de eisende partij, Vrijbit, geopenbaard mocht worden. De rechtbank blijkt deze gang van zaken geaccepteerd te hebben.  De jurist Ab van Eldijk die samen met Vrijbit voorzitter Miek Wijnberg, de eisende partij vertegenwoordigde was  echter volstrekt verbijsterd toen de AP ter zitting alsnog enige geheime stukken wilde inbrengen.

Gang van zaken

De geheime stukken bracht de AP in de zaak UTR 16/3326 WBP V97 in.  Bij deze zaak gaat om het afgewezen verzoek van Vrijbit op 3 mei 2015 aan de AP om een eind te maken aan de onrechtmatige verzameling en verwerking van medische gegevens door de zorgverzekeraars. Ter zitting meldde de voorzitter  van de rechtbank dat de onder geheimhouding door de AP ingebrachte stukken ter beoordeling waren voorgelegd aan een andere rechter in de rechtbank, belast met het beoordelen van geheime stukken. Die had geoordeeld dat het geheimhouden van deze stukken, die betrekking hadden op de kern van deze procedure, te weten de verwerking van medische persoonsgegevens bij zorgverzekeraars, gepermitteerd werd,  en niet ter beschikking gesteld behoefden te worden aan Vrijbit.

Loos gebaar

Ter zitting kreeg Vrijbit alsnog één A4-tje uitgereikt, met daarop de omschrijving van een tweetal stukken die de AP ter plekke nog aan het dossier wilde toevoegen.  Het is bevreemdend dat de rechtbank niet direct  bezwaar gemaakt heeft tegen het verzoek van de AP om op deze wijze ter zitting nieuwe stukken in te brengen. Overigens is het verzoek om geheimhouding afkomstig van  zorgverzekeraars die informatie met betrekking tot de verwerking van medische persoonsgegevens menen te kunnen aanmerken als geheime bedrijfsinformatie.

No fair trial

Op de hierboven beschreven wijze is er geen sprake van een “fair trial”. Een tegenpartij die nota bene toezichthouder is op privacy-zaken traineert gedurende enkele jaren een procedure over de systematische grootschalige verwerking van medische persoonsgegevens in strijd met de wet en verdrag. Zij meent dat in een dergelijke even gevoelige als belangrijke procedure stukken geheim gehouden kunnen worden die betrekking hebben op de (onrechtmatige) wijze waarop zorgverzekeraars medische persoonsgegevens verwerken die zijn verkregen met doorbreking van het medisch beroepsgeheim.  Van een gelijke informatiepositie van procespartijen is daarmee geen sprake meer. Als informatie over de wijze waarop medische persoonsgegevens worden verwerkt door zorgverzekeraars gemaakt wordt tot geheime bedrijfsinformatie dan wordt daarmee een vrijbrief afgegeven voor elk gebruik van beschikbare medische persoonsgegevens, omdat controle daarop tot een illusie is geworden.

Ingewikkeld

Eén van de punten die in deze zitting aan de orde kwam was de beperking in het onderzoek naar de zorgverzekeraars dat de AP zich zelf had opgelegd. De zaak ging erom dat er een einde wordt gemaakt aan de wijze waarop zorgverzekeraars in Nederland volgens procedures beschreven in de  Gedragscode  Zorgverzeke-raars (medische) persoonsgegevens verzamelen en verwerken op een wijze die strijdig is met nationale en internationale wetgeving ter bescherming van het recht op een privéleven en die tevens een inbreuk vormt op het medisch beroepsgeheim. Je zou dan ook verwachten dat de AP onderzoek gedaan had bij alle zorgverzekeraars en bij de overkoepelende organisatie Zorgverzekeraars Nederland. Dat was niet het geval. De AP beperkte zich tot vier zorgverzekeraars. In de rechtszaal was Zorgverzekeraars Nederland ook niet aanwezig. Wel had zorgverzekeraar Zilveren Kruis ter zitting een advocaat afgevaardigd. Hij sprak welgeteld drie korte zinnen tijdens de zitting.

Onbevredigend

De vertoonde procesgang maakte op mij een zeer onbevredigende indruk. Het beeld bleef hangen van een wegdraaiende en duikende AP, die door niet handhavend op te treden de belangen van zorgverzekeraars laat prevaleren boven de belangen van burgers, boven het belang van het medisch beroepsgeheim en het behoud van vertrouwelijkheid in de zorg.

De rechtbank probeert over zes weken de uitspraak te doen, maar de voorzitter liet weten dat gezien de ingewikkeldheid van de materie mogelijk de uitsteltermijn van nog eens zes weken in beeld komt.

W.J. Jongejan, 18 februari 2019

19 februari 2019:  wat tekstuele aanpassingen in meerdere alinea’s door informatie  verkregen van andere ter zitting aanwezigen.

2 antwoorden

Reacties zijn gesloten.