ROM-data verzamelend SBG schurkt onterecht aan tegen somatische tegenhanger

PROM-ROM-aanschurken

Op 31 januari 2018 verscheen op de website van de Stichting Benchmark GGZ(SBG), die zich bezig houdt met het controversiële verzamelen en verwerken van ROM-data, een zeer uitgebreid interview. Het gaat om een gesprek met de parttime chirurg Michel Wouters, één van de oprichters van het Dutch Institute for Clinical Auditing(DICA). Wouters is tevens als Hoofd Wetenschappelijk Bureau verbonden is aan DICA. DICA houdt zich bezig met het meten van de kwaliteit in de somatische zorg aan de hand van door professionals afgegeven data. De laatste paar jaar houdt DICA zich ook bezig met de ervaringen van de patiënt: de Patient  Reported Outcome Measures(PROMS). Het interview met de kop: ““Registraties hebben hun plek binnen kwaliteitsbeleid inmiddels wel bewezen” wekt heel sterk de suggestie dat er een grote parallel is tussen de dataverzameling door DICA en door SBG. Er bestaat echter een zeer groot en essentieel verschil. De door DICA verzamelde data gebeuren met expliciete toestemming van de patiënt na voorlichting over het doel. Een informed consent dus. SBG heeft bij de ROM-data-verzameling data veelal zonder expliciete toestemming van de patiënt verkregen en poogt onder de bezielende leiding van de brancheorganisatie GGZ Nederland zelfs met de dubieuze “veronderstelde toestemming” voor elkaar te krijgen, een nep-toestemming. Door dat verschil niet te melden schurkt SBG op onterechte wijze aan tegen haar somatische tegenhanger.

PROM en PREM

DICA wil graag het cliëntenperspectief op de behandelingsuitkomst meten. Dat doet zij met de eerdere genoemde PROMS, maar ook met Patient Reported Experience Measures(PREMS). Bij beide zijn gestandaardiseerde en gevalideerde vragenlijsten die door de patiënt ingevuld worden de basis. Een PROM kan de algemeen gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven meten(generieke PROM) bijvoorbeeld met de RAND-36-vragenlijst, maar er zijn ook ziekte specifieke PROMS. De PREMS daarentegen meten de ervaringen van de patiënt met de geleverde zorg.

Informed Consent

Zoals gezegd hanteert DICA nadrukkelijk het principe van het informed consent. In de handleiding voor het gebruik van beide staat onder punt 4.1 nadrukkelijk:

Patiënten tekenen vóór het invullen van PROMs een informed consent formulier, waarin expliciet toestemming gegeven kan worden voor deelname aan de kwaliteitsregistratie en voor het feit dat de gegevens gebruikt mogen worden voor wetenschappelijk onderzoek. Ziekenhuizen die PROMs via een eigen systeem verzamelen dienen er zelf op toe te zien dat het informed consent verwerkt is in de vragenlijsten. Bij ziekenhuizen die PROMs verzamelen via het basissysteem wat DICA faciliteert (zie paragraaf 3.1.1), of via een preferred supplier (zie paragraaf 3.1.3), is deze informed consent op de juiste manier verwerkt in de vragenlijsten. Patiënten dienen te allen tijde te kunnen afzien van deelname en er wordt nadrukkelijk in het communicatiemateriaal, dat door DICA is opgesteld voor patiënten, vermeld dat het wel of niet deelnemen aan de registratie vrijwillig is en geen invloed heeft op de behandeling of uitslag van de patiënt.

Gelijkenis

Het interview suggereert een duidelijke gelijkenis tussen er met de PROMS en met ROM-data gebeurt. door ook te melden dat de data door zorginstellingen aangeleverd worden aan een apart bedrijf MRDM, genaamd. Dat staat voor Medical Research Data Management. MRDM is nauw verbonden met DICA en is de bewerker van de data. Zonder het expliciet te zeggen suggereert het interview een gelijkenis tussen MRDM en SBG.

Bedoeling

Het kan niet anders dan dat het de bedoeling van SBG is om met dit interview het verzamelen van de ROM-data in een beter daglicht te stellen door aan te schurken tegen een andere organisatie die patiënten-data verzamelt. Heel expliciet laat men Wouters melden dat alles draait om een hoog percentage van patiënten die de lijsten invullen. Daarbij de vermelding dat patiënten best bereid zijn tijd eraan te besteden, maar dat de dokter er wel iets mee doet is. Het is een vorm van wishfull thinking hoe het bij ROM-data-verzamelen ook zou moeten gaan.

Appels en peren

Deze opzichtige poging van SBG om haar ROM-data-verzameling meer salonfähig te maken is door de totaal andere basis waarop de toestemming voor het verkrijgen van de data geregeld is te karakteriseren als het vergelijken van appels met peren. Het is triest dat SBG zich zo wil optrekken aan haar somatische tegenhanger. Het geeft anderszins ook aan hoe groot d belangen zijn van meerdere organisaties in de GGZ om het verzamelen van ROM-data doorgang te doen laten vinden.

W.J. Jongejan.