Timing Autoriteit Persoonsgegevens toont diepe ongerustheid over aanpassingen wetsontwerp NCTV  

TimingGenadeloos sabelde de voorzitter van de Autoriteit Persoons(AP), Aleid Wolfsen, op 5 november 2021 het wetsontwerp over het NCTV neer. Het diende volgens de AP teruggetrokken dan wel grondig gereviseerd te worden door de minister van Justitie en Veiligheid, Fred Grapperhaus. Het Nationaal Centrum Terrorismebestrijding en Veiligheid(NCTV) bleek in april 2021 onrechtmatig gegevens van burgers te verzamelen en te delen. Men werkte als een soort derde inlichtingendienst(naast AIVD en MIVD). De NRC bracht dat in twee publicaties, op 9 april 2021 en op 10 april 2021. Om de onrechtmatigheid van dat data-verzamelen op te heffen kwam minister Grapperhaus op 23 juni 2021 met een ontwerp van een reparatiewetje. De AP heeft daar snel kennis van genomen en naar nu blijkt ook zeer alert op gereageerd door de minister al op 30 juni 2021 een buitengewoon kritische reactie te geven. Toen nog niet in het openbaar, wel per brief.

Reparatiewetje

Als kritische volgers van de overheid onrechtmatige dataverzamelingen van de overheid opsporen is de gebruikelijke reflex van de  overheid het maken van een reparatiewetje. De ontbrekende wettelijke grondslag wil men dan zo aanbrengen. Daarbij vergeet men voor het gemak vaak dat men de eerder onrechtmatig verzamelde en gedeelde data dient te vernietigen. Het reparatiewetje voor het NCTV heet het Wetsontwerp verwerking persoonsgegevens coördinatie en analyse terrorismebestrijding en nationale veiligheid. De internetconsulatie die op 23 juni 2021 startte was schofterig kort, namelijk slechts 7 dagen, tegenover 30 tot 60 dagen voor andere wetsvoorstellen. Het was een duidelijke poging om veel kritiek te ontlopen. Vijf privacy-organisaties spraken hun afschuw uit over deze handelswijze.

Schriftelijk reactie AP 30 juni 2021

Naar nu blijkt heeft de AP al op 30 juni 2021 een zeer stevige negatieve reactie op het wetsontwerp naar minister Grapperhaus gestuurd. In die brief staat dat de AP na vier weken de brief in de openbaarheid zou brengen. Zoals gezegd deed de voorzitter van de AP, Aleid Wolfsen, dat op 5 november 2021 met een verklaring op de website. Deze verklaring loog er niet om. Op enig moment stelt Wolfsen zelfs dat het wetontwerp de deur openzet voor een surveillance-maatschappij. Ook zei hij dat het wetsontwerp een vrijbrief vormt voor het NCTV om personen gericht te volgen en op te sporen. Die bevoegdheden liggen bij de politie en de geheime diensten.

Reactie Grapperhaus

De minister van Justitie en Veiligheid reageerde op 5 november 2021 ogenblikkelijk. Hij stelde dat de kritiek van de AP berustte op de versie van het wetsontwerp dat voorlag in de internetconsultatie.

En vervolgde dat hij de kritiek van de AP op sommige punten grotendeels, en op andere punten volledig verwerkte in het naar aanleiding van de kritiek aangepaste wetsontwerp dat zeer binnenkort naar de Tweede Kamer gaat. Zeer problematisch is echter dat niemand dat definitieve wetsontwerp betreffende het NCTV nog gezien heeft en dus controle op dit moment of de door de AP gewenste aanpassingen echt bestaan niet mogelijk is.

Timing AP-publicatie

De bijzonder stevige publicatie van het standpunt van de AP op 5 november 2021 lijkt me ingegeven door de angst dat het herziene wetsontwerp nog steeds niet voldoet aan wat de AP als toezichthouder ervan vindt. De brief aan de minister van J&V verzond de AP immers al op 30 juni 2021. Men vond het niet opportuun om direct vier weken erna met een persbericht te komen. De AP weet namelijk ook dat de minister na het herzien van de wetstekst die voorlag in de internetconsultatieronde de herziene versie niet opnieuw voor officiële beoordeling aan de AP hoeft voor te leggen. Hooguit kan de minister het herziene wetsontwerp ter kennisgeving aan de AP zenden. Het enige wapen dat de AP dan nog in handen heeft is om een perspublicatie te doen uitgaan op het moment dat de minister herziene wetsontwerp richting parlement zendt.

Eerder vertoond

De AP hanteerde dezelfde handelswijze bij het wetsontwerp elektronische gegevensuitwisseling in de zorg(Wegiz) op 28 mei 2021. Ik schreef erover op deze website op 1 juni 2021. Toen had de AP in 2020 al commentaar gegeven op de in de internetconsultatie voorgelegde versie van de Wegiz. Toen de definitieve versie naar de Tweede kamer ging in mei 2021, kwam de AP ook met een stevig statement.

Rare weeffout

Er zit een rare weeffout in het systeem waarbinnen de AP wetsontwerpen dient te beoordelen. Het oorspronkelijke wetsontwerp en de Memorie van Toelichting die voorligt bij de internetconsultatieronde beoordeelt de AP en adviseert daaromtrent. Het desbetreffende ministerie kan het wetsontwerp en de Memorie van Toelichting daarna aanpassen maar hoeft daarover geen nieuw advies te vragen aan de AP om te zien of men alle tekortkomingen afdoende adresseerde. Het gevolg is dat een minister luidkeels kan roepen dat het wetsontwerp aangepast is aan de wensen van de AP. Waarbij het daarna aan de Kamerleden is om te zien of het inderdaad afdoende is en dienovereenkomstig te stemmen.

Ook nu is het uitzonderlijk te noemen dat de AP zo krachtig OP DIT MOMENT waarschuwt voor het reparatiewetje betreffende op het NCTV. De AP wil duidelijk wijzen op de onderkende, serieuze bezwaren en diepe bezorgdheid die ze heeft bij dit wetsontwerp.

W.J. Jongejan, 5 november 2021

Afbeelding van Enrique Meseguer via Pixabay