Voor burgemeesters is Raad van State blok aan been bij datahonger
De afgelopen anderhalf jaar heeft een interessante uitwisseling van standpunten plaats gevonden tussen enerzijds de minister van Justitie en Veiligheid, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters(NGB), regioburgemeesters en de Raad van State(RvS). Het betreft standpunten over het intensiveren van informatieuitwisseling bij de bestuurlijke en integrale aanpak van ondermijning. Opzet van de burgemeesters was de slagkracht van de gemeenten daarmee te vergroten. De Raad van State gaf daar op 2 april 2019 een zeer genuanceerd, terughoudend oordeel over. Reden om er hier over te schrijven is dat het niet alleen om politionele informatie gaat, maar over data betreffende zorg en veiligheid. De burgemeesters betoogden het intensiveren van uitwisselen van informatie nodig te hebben , niet alleen ter opsporing en voorkomen van criminele zaken maar ook voor problemen rond ernstig gestoorde personen en zedendelinquenten. Door de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo) beschikken gemeenten echter ook over veel andere zorggegevens.
Voorzet
De eerste stap in deze uitwisseling van standpunten is in 2017 gezet. Toen boden tien regioburgemeesters een rapport met de titel “Proeve van wetgeving: Voorkomen en Aanpakken Ondermijning” aan de minister van Veiligheid en Justitie aan. De relatie van de regioburgemeesters met het ministerie is nogal hecht. Ze komen geregeld samen in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP). Daar spreken de regioburgemeesters, de voorzitter van het College van procureurs-generaal en de minister van Veiligheid en Justitie periodiek, in aanwezigheid van de korpschef van de Nationale politie, over het beheer van en de taakuitvoering door de nationale politie.
RVS
De RvS is om haar oordeel gevraagd door de minister van Justitie en Veiligheid Ferdinand Grapperhaus. De afdeling Advisering van de RvS stelt zich op het standpunt dat het voorstel om de omschrijving van de openbare-ordetaak van de burgemeester uit te breiden met “het voorkomen en bestrijden van criminele activiteiten”, niet moet worden gevolgd. De Afdeling constateert dat op dit moment nog onvoldoende is aangetoond of nieuwe wetgeving voor een adequate binnengemeentelijke gegevensuitwisseling nodig is. Wetgeving is niet nodig; de praktijk kan binnen de bestaande wetgeving (Algemene Verordening Gegevensverwerking(AVG) en sectorale wetten) worden verbeterd, bijvoorbeeld door te voorzien in duidelijker werkwijzen en de ontwikkeling van de noodzakelijke expertise. De NGB reageerde daar op 6 mei 2019 teleurgesteld en nogal gepikeerd op.
Overwegingen RvS
Die stelt :
“Ook als zou worden besloten tot nieuwe wetgeving om gegevensverwerking te vergemakkelijken, blijft het toepassen van het gegevensbeschermingsrecht complex. De AVG en andere gegevensbeschermingsregels zullen altijd in concrete gevallen interpretatie, nadere afweging en toetsing aan beginselen van noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit blijven vergen.
Professionele gegevensverwerking vereist daarom juridische expertise en een goede inbedding van de kennis van gegevensbescherming binnen de gemeentelijke organisatie. Belangrijk is dat gemeenten er niet alleen voor staan en niet ieder voor zich het wiel moeten uitvinden. Ondersteuning kan komen vanuit bijvoorbeeld het Ministerie van Justitie en Veiligheid, de Regionaal Informatie en Expertise Centra(RIEC) en het Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC) of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) speelt een belangrijke rol. Van de AP mag een constructieve en zo nodig proactieve rol worden verwacht.
Veeg uit de pan
Aan het eind komt de RvS nog met een duidelijk veeg uit de pan. Men zegt:
“Tot slot. Gegevensuitwisseling is geen panacee voor een effectieve aanpak van ondermijnende criminaliteit. Zij moet leiden tot concrete vervolgacties waarmee zichtbare resultaten kunnen worden geboekt. Problemen bij het uitwisselen van informatie mogen niet worden aangegrepen om zich ontslagen te voelen van de verplichting om op te treden.(vet door WJJ).”
NGB
De burgemeesters, verenigd in het NGB, reageren hier nogal gepikeerd op. Ze adviseren de minister om het advies van de RvS ten aanzien van nader onderzoek ter harte te nemen en daarin de route te kiezen door in de wet met inachtneming van de AVG een algemene grondslag op te nemen voor het uitwisselen van bij een gemeente aanwezige persoonsgegevens. Wat men daarbij niet vermeld is dat de RvS nadrukkelijk meldt dat daarvoor enkele strikte randvoorwaarden zullen moeten gelden.. Problematisch bij een algemene grondslag is ook het doelbindingsbeginsel. Die doelbinding werkt de RvS dan ook uitgebreid uit in hoofdstuk 4.3.4. Dat doel moet op grond van de AVG welbepaald en uitdrukkelijk omschreven zijn. Dat laatste houdt in dat de doelstelling niet zo vaag of ruim mag zijn geformuleerd dat zij geen duidelijk kader kan bieden voor de vraag in hoeverre de verwerking in een concreet geval nodig is voor het omschreven doel. De door de minister gevraagde doelen zijn daarvoor te ruim.
Datahonger
Uit dit alles blijkt dat naast de centrale overheid met de wet SyRI(Systeem Risico Indexatie) ook de lokale overheden een zeer grote datahonger hebben. Men wil het liefst alle beschikbare databases aan elkaar koppelen. Het is goed om te zien dat de RvS niet meegaat in dat hijgerige gedrag maar verstandige woorden spreekt.
W.J. Jongejan, 16 mei 2019
Recente reacties