VWS: beschikkingsarm werken in jeugdzorg mag niet

VWSHet is nu voor eens en altijd duidelijk. Beschikkingsarm werken in de jeugdzorg mag gewoon niet volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Niet alleen niet in Maassluis maar in heel Nederland niet. Dat maakte namens de staatssecretaris van VWS, Maarten van Ooijen, de directeur Jeugd van VWS bekend in een brief aan de advocaten van de Stichting Recht Kinderen van de Staat. De staatssecretaris had de beantwoording van het kroonberoep van voornoemde stichting afgestemd met de minister voor Rechtsbescherming en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In de herfst van 2022 hadden B&W van Maassluis voorgesteld om uit efficiencyoverwegingen geen beschikkingen meer af te geven als iemand jeugdhulp kreeg. Tenzij de ouders daar expliciet op stonden dat zulks wel gebeurde. De gemeenteraad accordeerde dat waarop de verordening 1 januari 2023 inging. Jeugdhulpadvocaten en het steunraadslid Desiree van Doremalen spraken B&W sterk aan op hun handelen.

Kroonberoep

Dit was erop gericht dit handelen van de gemeente onrechtmatig te verklaren en de verordening te vernietigen. Bij de start van de stichting Recht Kinderen van de Staat deed het bestuur een zogenaamd Kroonberoep bij de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen vallend onder het ministerie van Sociale Zaken Werkgelegenheid. Daarbij deed de stichting het verzoek om de Verordening Jeugdhulp Maassluis 2023 (“Verordening”) ter vernietiging aan de Kroon voor te dragen op basis van artikel 132, vierde lid, van de Grondwet. Men wees in het kroonberoep ook bij herhaling op artikel 1:3 Awb waarin staat:

“Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.”

Dat is nu precies ook de rechtsgrond die de staatsecretaris bezigt als hij zegt dat beschikkingsarm werken door gemeenten niet mag.

Waarom is beschikkingsarm werken ongewenst?

Kortgezegd houdt deze werkwijze in dat de desbetreffende gemeente in de regel geen beschikkingen meer uitvaardigt als het desbetreffende bevoegde, gemeentelijke orgaan een ondersteuningsplan vaststelt. Het directe gevolg hiervan is dat de betrokken jeugdigen en/of hun ouder(s)/verzorger(s) niet tegen het vastgestelde ondersteuningsplan kunnen opkomen als het ondersteuningsplan niet voorziet in de jeugdhulpbehoefte.

Immers, zonder beschikking kan geen bezwaar of beroep worden ingesteld. Jeugdige en ouders zet men op die manier juridisch gelijk op achterstand als er gedoe is over de te leveren jeugdzorg.

Oordeel verpakt in een afwijzing

Het klip en klare oordeel van het ministerie is op een wel  heel bijzondere manier verpakt. Naast het bestrijden van de rechtmatigheid van het beschikkingsarm werken bestond het Kroonberoep ook uit het verzoek aan de minister om het besluit van de gemeenteraad van Maassluis aangaande het voorstel van B&W om beschikkingsarm te werk te vernietigen. Tot het officieel vernietigen van dat besluit wil de staatsecretaris niet overgaan. Hij motiveert dat door mede te delen dat de B&W van Maassluis op 10 oktober 2023 een ontwerp-wijzigingsverordening jeugdhulp hebben vastgesteld. Daarin draait men de eerder gemaakte verordening met beschikkingsarm werken terug. Na deze aanpassing (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2024) wordt bij verstrekking dan wel afwijzing van een individuele voorziening een beschikking verstrekt. Met ingang van 1 januari 2024 zou de gemeente Maassluis derhalve met het beschikkingsarm werken stoppen.

Voortschrijdend inzicht

De griffie van de gemeenteraad Maassluis heeft bevestigd dat de behandeling van bovengenoemde wijziging staat gepland voor het eerste kwartaal van 2024. Er is derhalve zicht op een aanpassing op korte termijn. Dat is de reden van de centrale overheid om nu de gewraakte verordening niet nietig te verklaren. Blijkbaar heeft het college van B&W in de loop van 2023 toen tegenstanders te hoop liepen tegen het gewraakte besluit toen bedacht dat men een volkomen verkeerde weg had ingeslagen.

Verzet zinvol

Wat nu duidelijk blijkt is dat het voeren van juridisch verzet wel degelijk loont als er sprake is van aantoonbaar onrechtmatig handelen door de overheid. Daar moet je wel uithoudingsvermogen voor hebben en goede kennis van het bestuurlijke en juridische landschap.

De centrale overheid maakt nu zeer duidelijk dat naast Maassluis ook andere gemeenten in Nederland die met beschikkingsarm werken de rafelranden van het bestuurlijke handelen opzochten niet kunnen doorgaan met die praktijk. De vraag blijft waarom men gedacht heeft hiermee weg te komen. Ook bleek het juridisch advies dat B&W van Maassluis inwon bij advocaten-/adviesbureau CMS   in de ogen het ministerie niet veel voor te stellen. In het licht van wat het ministerie stelt  kunnen we het gerust nogal curieus noemen.

Dat advies stelde dat het beschikkingsarm werken wel op gespannen voet stond met de Awb. Maar dat het volgens hen wel kon als de ouders en jeugdigen steeds duidelijk en schriftelijk informatie ontvingen. Quod non!

Een slecht advies dus.

W.J. Jongejan, 16 februari 2024

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay