Wat goed is komt vanzelf

high-wheel-bicycle-303797_640

Veel dingen hebben in onze samenleving hun plaats verworven zonder uitgebreide stimulering of subsidiering en kennen hun eigen dynamiek qua opkomst en ondergang. De fiets, de auto, de telefoon, maar ook de fax en de computer hebben zo hun eigen plaats verworven.

Het is daarom goed om af en toe zaken tegen het licht te houden, waarbij kosten noch moeite worden gespaard om ze ingevoerd te krijgen. Groei gaat bij dingen, die door velen als nuttig worden ervaren vanzelf. Die groei is organisch te noemen. Dat geforceerde invoeren heeft vaak als reden dat er nadien dan besparingen ingeboekt kunnen worden. Succesvol zijn dat soort acties op de lange termijn nooit. Vaak zijn ze ook nogal kostbaar. In de zorg-ICT zijn er een aantal gebieden aan te wijzen waarbij met kostbare stimulering getracht wordt iets in te voeren zonder veel succes. Vaak zijn er te hooggespannen verwachtingen van nieuwe technologieën. Veel soorten van eHealth vallen hieronder.  

Telezorg

Eén van de oudste vormen van eHealth is telezorg, de zorg op afstand. Het is een vorm van begeleiding van chronische patiënten, vaak ouderen, die aantrekkelijk lijkt. In het begin ging het alleen om alarmering door middel van een noodknop bij de patiënt, later werd kwam de mogelijkheid om op afstand op een beeldscherm enkele simpele vragen te stellen. Toen het technisch mogelijk werd een audio- en videoverbinding tot stand te brengen leken er gouden tijden aan te breken om via een centrale post veel zorgbehoeftigen tegelijk te monitoren en gericht zorg te bieden. In de loop der jaren is er met veel geld project na project geweest in Nederland, maar het is nooit een “booming business” geworden. Elke keer wordt bij initiatieven van zorgorganisaties enthousiast gecommuniceerd hoe goed en hoe praktisch het is, maar vervolgens ziet men nergens een grote doorbraak. Vermoedelijk speelt het ontbreken van fysiek contact met een zorgverlener een grote rol. In de zorg blijft het intermenselijke fysieke contact toch het allerbelangrijkst. Nu er een generatie ouderen is die ook met Skype en Facetime op smartphones, tablets en computers om kan gaan, is het niet echt doorbreken van de telezorg eigenlijk alleen vanuit die invalshoek te verklaren.

EHealth

Van tijd tot tijd stuurt Nictiz stimulerende “white papers” het veld in om het Ehealth te bevorderen in de eerstelijns zorg. Gezien de wat vage, modernistische, term toch eerst maar even op Google naar de betekenis gezocht. Het blijkt een zogenaamd witboek te zijn, een document dat beschrijft hoe overheidsbeleid, een technologie, en/of product een specifiek probleem oplost. Vrij recent, in mei 2015, stuurde Nictiz een 19 pagina’s tellend document de wereld in met als doelgroep de huisartspraktijken. Het motto was: “gewoon aan de slag, starten met eHealth”. Er wordt dan een aantal mogelijkheden opgegeven:

  • Online informatie via de praktijkwebsite. Bijv. het inbouwen van een link naar www.thuisarts.nl
  • Online afspraken voor het spreekuur maken.
  • Online herhaalrecepten aanvragen.
  • Het faciliteren van een eConsult via een patiënten-portaal.
  • Het faciliteren van beeldcommunicatie tussen arts en patiënt
  • Het faciliteren van dossierinzage bijv. laboratoriumwaarden
  • Het faciliteren van persoonlijke gezondheidsdossiers(PGD). Dossiers die de patiënt bijhoudt maar deels gevuld dienen te worden door artsen
  • Het invoeren van online interventies bij chronische somatische en milde psychische klachten. Daarbij gaat het om behandelmodules of registraties d.m.v. dagboeken of vragenlijsten
  • Het stimuleren van het gebruik van apps op smartphones en tablets die met sensoren zelf meetwaarden genereren of de mogelijkheid hebben anderszins gemeten meetwaarden vast te leggen. Ook “wearables”, kleine elektronische apparaten die metingen aan het lichaam verrichten.

Resultaat

Kijkend en luisterend naar collegae blijkt het merendeel van voornoemde items nog niet echt “geland” te zijn in de praktijken. Zij die wel al met een patiënten-portaal startten, melden meestal dat een beperkt deel van de praktijkpopulatie bij de start het best handig vindt er gebruik van kunnen te maken. Bij nadere beschouwing blijkt daarna het daadwerkelijke gebruik flink tegen te vallen. De herhaal recepten worden online wel aangevraagd, maar de andere functies als eConsult en afspraak maken blijven daar ver bij achter. Voor de praktijken is het invoeren van eHealth ook iets waar een duidelijk kostenplaatje aan vast zit, naast de behoorlijke tijdsinvestering die er initieel en blijvend mee gemoeid is. Het is weer iets dat bij de dagelijkse praktijkvoering erbij komt. Niet elke praktijkhouder heeft bovendien een grote affiniteit met ICT.

Medische datacommunicatie

Het is aardig om de opkomst van de push-communicatie op basis van de EDIFACT-standaard eens te vergelijken met de tot nu toe nog niet overtuigende en nog weinig succesvolle introductie van het gebruik van het LandelijkSchakelPunt(LSP) met pull-communicatie, onder de verantwoordelijkheid van VZVZ. Uiteraard zal gezegd worden dat hier appels met peren vergeleken worden, maar uiteindelijk gaat het in beide gevallen toch om datacommunicatie in de zorg. Doordat er eigenlijk geen tegenstand was bij de introductie van de EDIFACT-berichten en een ieder het praktische nut inzag heeft dit soort berichtenverkeer een zeer voorspoedige ontwikkeling gekend. De groei van het berichtenverkeer kwam organisch tot stand. Van echte stimulering was niet sprake. De introductie maakte wel (loco-) regionaal enige begeleiding noodzakelijk, maar dat was ook alles. Gigantische bedragen zijn nooit uitgegeven. Kijkend naar het LSP-gebeuren kan gesteld worden dat na de oplevering door CSC in 2006 buitengewoon veel geld uitgegeven is: om en nabij de 375 miljoen euro. Daarvan is 300 miljoen voor rekening van het ministerie van VWS en 75 miljoen voor rekening van de zorgverzekeraars. In tegenstelling tot het EDIFACT-berichtenverkeer is er sprake van een aanzienlijke tegenstand bij burgers. Diverse organisaties die bezighouden met privacy-schendingen, maken zich druk over het LSP. Veel moeite wordt door de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ), die verantwoordelijk is voor het LSP, gedaan om het percentage opt-in-toestemmingen te verhogen. Daarnaast is er ook politiek gezien forse weerstand tegen het wetsontwerp 33509 waarmee de minister van VWS probeert een wettelijke basis te geven aan het berichtenverkeer via het LSP. Organische groei onder een wolkenloze hemel is het dus absoluut niet.

Als er sprake is van langdurige en vaak kostbare stimulering van zorg-ICT moet men vaak bedacht zijn op het botsen van twee zaken. In de eerste plaats zijn er dan de overheid en/of grote zorginstituties die op voorhand ontwikkelingen omarmd hebben en de besparingen door die ontwikkelingen eigenlijk al ingeboekt hebben. In de tweede plaats zijn er in het veld dan vaak praktische en/of principiële bezwaren tegen die ontwikkelingen. Weerstand die niet door louter stimuleren te doorbreken is. Bij dit alles is het goed om stil te staan bij de profetische woorden, die de Amerikaanse geleerde, uitvinder en zakenman Edwin Land ooit uitsprak: “Marketing is what you do, when your product is no good.”

W.J. Jongejan

Voor reacties: zie sidebar op de volgende pagina