personeelsverloop

Personeelsverloop hinderde Autoriteit Persoonsgegevens

De Autoriteit persoonsgegevens(AP) publiceerde op 3 maart 2025 het evaluatierapport over de organisatie van 2018 tot 2024. Eind 2023 heeft het bestuur van de Autoriteit Persoonsgegevens de onafhankelijke Begeleidingscommissie Evaluatie Autoriteit Persoonsgegevens ingesteld en haar gevraagd een brede inhoudelijke evaluatie van de Autoriteit Persoonsgegevens uit te voeren. Het rapport publiceerde men tegelijk met het verslag van een aanvullend onderzoek van de Tilburg University en Berenschot. De AP ontstond in 2016 uit het College Bescherming Persoonsgegevens. Het jaar 2018 heeft men gekozen omdat in dat jaar op 28 mei de Algemene Verordening Persoonsgegevens(AVG) inging. Die kent een wettelijk kader, waardoor onderzoek, advisering en handhaven beter kon gaan verlopen. De AP heeft in het verleden geen geheim gemaakt van het feit dat ze financieel kort gehouden werd. Ze is al enige tijd underpaid, understaffed en undermanned. Tegelijkertijd speelde in het begin en het midden van de jaren 2018-2024 een flink personeelsverloop.

Opzet van evaluatie

De uitkomsten van de evaluatie(A ,B ,C ,D, E ) pakt de AP op drie manieren op. Ten eerste de categorie ‘Hand in eigen boezem’. Dit zijn bevindingen waarvan ze zegt: dit moet en kan beter. Ten tweede de categorie ‘Handschoen opgepakt’. Dit zijn verbeterpunten die reeds zijn ingezet en waar ze als organisatie mee doorgaan – waar mogelijk met versnelling. En ten derde de categorie ‘Discussie over dilemma’s’. Deze bevindingen en aanbevelingen vragen om een dialoog met diverse betrokkenen. Voor het onderzoek voerde men een groot aantal gesprekken met organisaties en personen in het veld. (zie pag. 13 van het ADVIES BEGELEIDINGSCOMMISSIE EVALUATIE AUTORITEIT . PERSOONSGEGEVENS). Onder hen ook vertegenwoordigers van privacy-organisaties Bits of Freedom en Privacy First.

Personeelsverloop(1)

Op pagina 9 onder het hoofdstuk ‘Het operationeel vermogen’ staat een interessante passage.

Veel respondenten hebben er op gewezen dat naar hun idee het verloop onder het personeel van de AP groot is. Dat roept vragen op over de continuïteit in het werk en het contact, al is er ook begrip voor het feit dat op het werkgebied van de AP de deskundigheid vaak schaars is en er bovendien veel concurrentie tussen de wervende partijen bestaat.”(vet door WJJ).

De geïnterviewde organisaties/personen merkten dus duidelijk dat ze met wisselende personen contact hadden vanwege het personeelsverloop. Het is de enige plek in voornoemd document dat het personeelsverloop ter sprake komt.

Personeelsverloop(2)

In het aanvullende onderzoek door de Tilburg University en Berenschot komt het personeelsverloop en daarbij het gebrek aan kennis uitgebreider ter sprake in hoofdstuk 4.1 ‘De positionering van de AP’.

“De AP is een relatief jonge organisatie die eigenlijk pas vanaf 2016 haar huidige taken is gaan uitvoeren. Ze heeft een sterke ontwikkeling doorgemaakt: van een kleine organisatie naar relatief een van de grotere AVG-toezichthouders binnen de EU, met relatief hoog personeelsverloop als additionele uitdaging; van een organisatie die vrijwel geen interne processen had om de AVG-taken uit te voeren naar één die dat wel heeft en processen aan het integreren is; en van sterk juridisch georiënteerd met weinig technische expertise naar een organisatie beschikkend over een breed palet aan kennisgebieden. De respondenten zien deze ontwikkelingen. Het personeelsverloop wordt meermalen genoemd. Tegelijkertijd wordt onderkend dat ook meer junior medewerkers wel over de benodigde AVG-kennis beschikken. Het gebrek aan technische expertise, het ontbreken van een eenduidig intern proces en de wisselende ervaring en expertise van de AP-medewerkers met wie respondenten te maken hebben, worden eveneens onderkend.”

Personeelsverloop(3)

Ook in hoofdstuk 5.1.2 ‘Analyse van het operationeel vermogen’ van het onderzoek van de Tilburg University en Berenschot komt het personeelsverloop nogmaals ter sprake.

De groei en personeelswisselingen in het begin en midden van de evaluatieperiode maakten het voor de AP lastig om duurzame relaties met andere toezichthouders op te bouwen. Samenwerken vergt gegevensdeling. De AVG heeft dat volgens betrokkenen regelmatig bemoeilijkt. In de loop van de evaluatieperiode geven partners aan dat de samenwerking is verbeterd.”

Beeld

Naar de oorzaak kunnen we alleen maar gissen. Mogelijk heeft incompetentie bij de leiding van  verschillende afdelingen een rol gespeeld. Zelf merkte ik dat grote privacy-issues in de zorg beter begrepen werden door de afdeling Systeemtoezicht dan de afdeling die over zorgICT ging.

Uit de verschillende passages komt het beeld naar voren van een organisatie die lange tijd met zich zelf worstelde om een volwaardige plaats tussen de toezichthouders te verwerven. Meer dan de Autoriteit Financiële Markten en de Autoriteit Consument en Markt ondervindt de AP politieke sturing mede in verband met wetsadvisering. Daarin is de positie ook een beetje vergelijkbaar met de Nederlandse Zorgautoriteit die in verleden en heden overduidelijk invloed van het ministerie van VWS ervoer/ervaart.

Uit het evaluatierapport komt naar voren dat het personeelsverloop de laatste twee jaar lager is. Daardoor kan de AP stabieler opereren.

Underpaid, understaffed en undermanned

Hoewel uiterst voorzichtig geformuleerd, valt ook in de evaluatie terecht te lezen dat het ministerie van Justitie en Veiligheid en het kabinet de AP nog steeds financieel kort houden. Met als gevolg dat de AP nog steeds underpaid, understaffed en undermanned is.

W.J. Jongejan, 7 maart 2025

Afbeelding van Parveender Lamba via Pixabay

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.