Verwijsrecht artsen naar jeugdzorg, JIP’s en medisch beroepsgeheim. Een longread.
Redelijk recent, juni 2025, deed de Rechtbank Overijssel in juni 2025 een belangrijke uitspraak t.a.v. de jeugdzorg. De rechtbank schreef in een vonnis dat het verwijsrecht van huisarts, jeugdarts en medisch specialist richting jeugdzorg niet door gemeenten ingeperkt mag worden. Aan diverse kanten staat dat verwijsrecht namelijk onder druk. Enerzijds kan dat als gemeenten belemmeringen opwerpen. In het geval van de casus bij de rechtbank gaat het om belemmeringen die een gemeente opwierp bij het toekennen van een persoonsgebonden budget voor gespecialiseerde jeugdhulp. Anderzijds kan een op het oog gunstig lijkende constructie van een jeugdprofessional in een huisartspraktijk, een zogenaamde |JIP), ook problematisch zijn. Aan de hand van beide genoemde punten zal ik het overeind houden van het verwijsrecht door huisarts, jeugdarts en medisch specialist en het bewaren van het medisch beroepsgeheim proberen te schragen.
Procedure
In deze rechtszaak stond een beroep centraal tegen het niet tijdig beslissen door een gemeente op een aanvraag voor een persoonsgebonden budget om jeugdhulp in te kopen bij een gespecialiseerd kinderpsycholoog. Deze jeugdhulp viel niet onder het gecontracteerde aanbod van de gemeente. Als een huisarts, medisch specialist of jeugdarts verwijst naar jeugdhulp is het niet meer aan het college deze hulp inhoudelijk te toetsen. Dat betekent ook dat een tijdsduur dan wel een inhoudelijke evaluatie van de hulp niet meer mogelijk is. Het is aan de medicus om te toetsen of voortzetting van de hulp in het belang van de jeugdige is en niet aan het college. De rechtbank oordeelt dan ook dat het college van B&W in dit geval ten onrechte zelf een maximum aantal uren en een bepaald tijdvak met een verplichte evaluatie had vastgesteld. Het is niet aan B&W om te beoordelen of dit passend is.
Kostenoverwegingen
In de jeugdzorg gaat veel geld om. Geld dat afkomstig is van gemeenten. Die hebben er belang bij om die uitgaven laag te houden en ondernemen allerlei initiatieven om de uitgaven te beperken. Dat kan zijn door beschikkingsvrij te willen werken. Dat deden de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam waarna ze teruggefloten werden door het ministerie van VWS. Dat in dat kader ook het ministerie van Justitie en Veiligheid en dat van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie consulteerde. Krachtens de Algemene wet bestuursrecht dienen overheden in het kader van beslissingen over burgers altijd schriftelijke beschikkingen af te geven.
Helaas bleek door een onderzoek, dat het onderzoekscollectief Investico op 24 september jl. publiceerde, zeker 25 gemeenten nog steeds beschikkingsvrij werken, waarvan er 10 zeggen het niet te willen beëindigen. Een kwalijke rol speelt daarbij de Vereniging Nederlandse Gemeenten die het beschikkingsvrij werken aanjoeg en recent een geitenpaadje denkt gevonden te hebben.
JIP’s
Het jeugdzorgconsortium MEVIS dat in de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam opereert, heeft in september 2024 twee jeugdzorgprofessionals in (huisarts)praktijk(JIP’s) aangesteld in respectievelijk Maassluis en Schiedam. Naar hun zeggen is het bedoeld voor een goede samenwerking tussen de huisarts en het wijkteam. Zodat kinderen/jongeren dicht bij huis de hulp kunnen krijgen die ze nodig hebben.
Op het oog lijkt het een kwestie van stroomlijnen van zorg maar het plaatst wel een extra laag tussen huisarts en MEVIS die de jeugdzorg verstrekt. Die JIP’s zijn vergelijkbaar met het instellen van een diagnostisch team. Krachtens de jeugdwet is de verwijzing van de huisarts, jeugdarts of medisch specialist bepalend en kan/mag de gemeente niet daarin interveniëren ook niet door een diagnostisch team. Dus ook een JIP kan en mag dat niet.
Taak en ermee samenhangende problemen
De taak van de JIP bestaat uit het begeleiden van jeugdigen met psychische problemen als de huisarts die bij hen aanmeldt en het zo nodig met de ouder(s) beoordelen of er eventueel verwezen moet worden naar gespecialiseerde hulp. Men kan stellen dat het leidt tot een vermindering van de werkdruk van de huisarts en een stroomlijning van de zorgverlening.
Bij het inschakelen in de praktijk van een JIP zijn er echter serieuze bedenkingen. Zoals ik al hierboven schreef voegt het een ( beoordelende) laag toe aan het verwijscircuit. De vraag is dan wie daarin een doorslaggevende stem heeft.Een JIP is een SKj-geregistreerde zorgverlener. SKj staat voor Stichting Kwaliteitsregisterjeugd. De JIP heeft geen medische achtergrond is niet BIG-geregistreerd. (BIG= Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). De JIP valt niet onder het medisch tuchtrecht zoals de huisarts en praktijkverpleegkundige maar onder het SKj-tuchtrecht.
Medisch beroepsgeheim en privacy
Huisartsen werken met een huisartsinformatiesysteem. Medewerkers in de praktijk hebben daar toegang toe, zo ook zullen de JIP’s dat hebben. Het vereist een nauwgezette autorisatie voor de toegang tot de schermen die de JIP mag zien. Onvermijdelijk zullen JIP’s vroeg of laat medische informatie in de huisartspraktijk lezen dan wel tijdens onderling overleg te horen krijgen die onder het medisch beroepsgeheim valt. Dat is informatie die niet zo maar in het jeugdhulpzorgcircuit terecht dient te komen en zeker niet via allerlei verslaglegging bij de gemeenten.
Het inschakelen van de JIP schendt de privacy van de patiënt. Immers de patiënt vraagt de huisarts om doorverwijzing naar jeugdhulp. De huisarts moet overleggen met de niet medisch geschoolde JIP-per. Dat kan en mag alleen na toestemming van de patiënt. Zonder toestemming namelijk geen overleg. Echter zonder toestemming ook geen jeugdhulp. Hoe vrijwillig is dan de toestemming?
Verordening Jeugdhulp Maassluis 2025
De gemeente Maassluis publiceerde op 21 augustus 2025 een nieuwe verordening jeugdzorg. Daarin staan nogal problematische zaken. Onder andere staat in artikel 5 dat als een arts verwijst naar een niet door de gemeente gecontracteerde jeugdzorgverlener dat zulks alleen met een PGB kan als aan reeks voorwaarden is voldaan. Die staan uitgebreid in artikel 10 dat over het ondersteuningsplan gaat.
Krachtens de jeugdwet en de uitspraak van de rechter die ik hierboven beschreef mag en kan de gemeente geen belemmeringen daarvoor opwerpen.
Een groep critici, onder de noemer Systeemfluencers, benoemde dat probleem ook recent in een brief aan gemeenteraadsleden en burgemeester en wethouders van Maassluis. Systeemfluencers is een initiatief van ouders, ervaringsdeskundigen en professionals die van binnenuit zien waar systemen tekortschieten in het onderwijs, de jeugdzorg, het gemeentelijk domein en de landelijke politiek. Ze vragen om heroverweging en wijziging van de verordening.
Systeemfluencers(1)
Maassluis wil ook voorrang voor collectieve hulp boven individuele hulp. Systeemfluencers vraagt zich af op welke wettelijke grondslag (artikel 6 AVG) de gemeente Maassluis dit meent te mogen eisen. Artikel 7.3.13 Jeugdwet stelt daarenboven juist dat de jeugdhulpverlener de hulpverlening uitvoert buiten de waarneming van anderen, tenzij de jeugdige hiermee instemt. Dit borgt de professionele autonomie van de hulpverlener en de privacy van de jeugdige.
Bij voorbaat voorsorteren op collectief behandelen is daar strijdig mee.
Systeemfluencers(2)
Systeemfluencers schrijft verder:
“In de verordening staat dat het college in het ondersteuningsplan onder meer de te behalen doelen, de verwachte duur van de hulp en evaluatiemomenten opneemt.
Het lijkt erop dat de toeleider hiermee op de stoel van de behandelaar te gaan zitten. De wetgever heeft echter nadrukkelijk beoogd dat de jeugdhulpaanbieder, vanuit zijn professionele autonomie, bepaalt: 1. welke voorziening precies nodig is (behandelvorm), 2. hoe vaak iemand moet komen (omvang), 3. en hoe lang de hulp nodig is (duur).”
Grenzen
Uit al het bovenstaande komt het beeld naar voren van een gemeente die koste wat kost kosten wil besparen in de jeugdzorg. Daarbij gaat men over grenzen en schendt men elementaire rechten van cliënten en artsen.
Het enige positieve bericht is dat op LinkedIn na de bijdrage van Systeemfluencers wethouder Martijn Kroonen van Maassluis reageerde. Hij schreef dat B&W de verordening met de gemeenteraad gingen herzien en vroeg de schrijvers van de brief om rechtstreeks contact.
W.J. Jongejan, 2 oktober 2025
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!