Alsnog laat Autoriteit Persoonsgegevens haar tanden zien
Alsnog laat Autoriteit Persoonsgegevens haar tanden zien
Op 9 september 2022 laat de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) op haar website weten dat zij de ingangsdatum van de verplichte aanlevering van de antwoorden op HONOS+ vragenlijsten met drie maanden opschort. De geplande ingangsdatum wordt nu 1 januari 2023. De verplichte aanlevering van deze zeer vergaande informatie over het psychosociaal functioneren van cliënten in de GGZ zou ook plaats vinden zonder toestemming van de patiënt. Deze gang van zaken deed veel stof opwaaien de laatste twee maanden. Nu blijkt dat de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) aan de NZa heeft laten weten dat ze de onderbouwing van de gegevensaanlevering aan de NZa alsnog goed wil bekijken. Op deze website schreef ik in de laatste ze er in die tijdspanne tien keer over. Ingewikkeld was dat de NZa nogal ongebruikelijk twee maal advies vroeg aan de Autoriteit Persoonsgegevens over de werkwijze bij de dataverzameling voor een nieuw bekostigingsmodel voor de GGZ.
Beoordeling AP
Het heeft er alle schijn van dat de AP niet volledig de plannen van de NZa doorgrondde. Ze gaf op de eerste adviesaanvraag weten geen opmerkingen te hebben. Bij de tweede adviesaanvrage gaf ze aan dat die geen fundamentele wijzigingen bevatte. Maar bij nauwkeurige beschouwing was die tweede adviesaanvrage wezenlijk anders en was de aanleverplicht van de antwoorden op de HONOS+ vragenlijsten ergens diep in het document verstopt. Blijkbaar is de AP begin september wakker geworden, mogelijk mede door de open brieven die de actegroep Stopbenchmark ROM de AP en de NZA op 25 augustus 2022 stuurde. De formulering op de website van de NZa in haar bericht van 9 september is dan ook dat de AP “alsnog de onderbouwing van de gegevensaanlevering wil bekijken.” Overigens heeft de AP op haar website nog niets zelf gepubliceerd over het voornemen alsnog goed de onderbouwing van de NZa te willen bekijken.
Hautaine houding NZa
Op de website schrijft de NZa over het uitstel:
“De NZa gaat zorgvuldig om met medische persoonsgegevens en in het kader van die zorgvuldigheid, willen we daar ruimte voor geven.“
De formulering komt nogal hautain over omdat het zo lijkt dat de NZa de AP nog wat maanden de tijd geeft om tot haar definitieve oordeel te komen.
Niets is minder waar. De NZa is, hoewel ze zelf toezichthouder is, volledig, maar dan ook volledig afhankelijk van de AP wat betreft het definitieve oordeel over de dataverzameling. Niet alleen ten aanzien van de inhoud van dat oordeel, maar ook en aanzien van de tijd die de AP nodig denkt te hebben om tot een definitief oordeel te komen.
Duidelijk gemotiveerd oordeel AP
Het kan niet anders dan dat de AP bij zich zelf te rade gaat of deze kwestie niet identiek is aan de ROM-kwestie uit 2017-2018. Daarbij oordeelde de AP dat die data destijds illegaal verzameld waren. De AP gaf Akwa GGZ begin 2019 een berisping en dwong de vernietiging van de ROM-database af.
Gezien de grote gelijkenis met die kwestie kan de AP niet anders dan met een afgewogen en uitgebreid gemotiveerd oordeel komen. En kan niet met de opmerking komen dat “ze geen opmerkingen had” over de adviesaanvraag van de NZa.
Laatste woord is niet gezegd
Uitstel van ingang van de verplichte aanlevering van HONOS+ antwoorden hoeft niet automatisch afstel te betekenen. Uit doorgaans welingelichte bronnen vernam ik dat de, terechte, tegenstanders van de giga data-aanleverplicht zich juridisch laten adviseren over bestuursrechtelijke en/of civielrechtelijke trajecten die men zou kunnen bewandelen.
We gaan het zien.
W.J. Jongejan, 10 september 2022
Afbeelding van Martin Str via Pixabay
Recente reacties