Digitale zorgcommunicatie verdient meer dan twee zwakke bewindslieden
De afgelopen vier jaren vervulden achtereenvolgens Bruno Bruins(oktober 2017-maart 2020) en Tamara van Ark(juli 2020-september 2021) de functie van Minister voor Medische Zorg op het ministerie van VWS. Bruins deed er overigens ook nog Sport bij. Beide bewindslieden hielden zich bezig met de elektronische communicatie in de zorg. Al snel werd duidelijk dat Bruno Bruins geen krachtige bestuurder was. Ik beschreef hem op 15 juli 2019 al als een bewindsman van grote woorden en kleine daden. In enkele regiebrieven over de elektronische communicatie in de zorg kwam het wel tot taalgebruik dat daadkracht moest verwoorden. Woorden als: “Versnellen, verplichten, de regie nemen, een “roadmap”, prioritaire processen”. Het kon niet op. Per saldo stelde het echter weinig voor. Voornemens over het veranderen van een wet over toestemmingsverlening die hij in de eerste brief aankondigde zwakte hij al af in de volgende. Tamara maakte ook een zwakke indruk.
Bruno Bruins
Als het om elektronische zorgcommunicatie ging was het optreden van Bruno Bruins in vergaderingen van Tweede Kamercommissie voor VWS vaak tenenkrommend wegens een gebrek aan inhoudelijke kennis en aarzelend woordgebruik. Ron Roozendaal de Chief Information Officer van VWS souffleerde hem dan altijd. De enige keer dat ik het acceptabel zag lopen was op 9 oktober 2019 in een debat met de Vaste Kamercommissie van VWS. Ook daarin souffleerde Ron Roozendaal geassisteerd door nog een medewerkster van VWS. Blijkbaar had men die vergadering na eerdere ervaringen uitgebreid met Bruins voorbereid.
Tamara van Ark
Na Bruins viel Martin van Rijn een half jaar in. Over hem is niets duidelijks over digitale zorgcommunicatie te melden. Het jaar dat Tamara van Ark daarna op de stoel van Bruno Bruins zat was niet indrukwekkend. In een vierde regiebrief(na drie van Bruins) viel weer het gebruik van enthousiasmerend bedoeld woordgebruik op. Tegelijkertijd bleek echter dat waar zij mee bezig was toch veel stroperiger bleek te zijn dan gedacht. Zo gaf ze aan dat bij het realiseren van één van de prominentste prioritaire processen, het digitale receptenverkeer, het realiseren ervan pas in 2026 op zijn vroegst bereikt zou zijn. Ze diende het wetsontwerp elektronische gegevensuitwisseling in de zorg(Wegiz) in dat onder Bruno Bruins vorm had gekregen. Publiekelijk wees de Autoriteit Persoonsgegevens op problemen met het medisch beroepsgeheim. Inhoudelijk kwam er ook forse kritiek op de Wegiz omdat het wel “over” de elektronische zorgcommunicatie ging, maar niet het “hoe”.
Gemankeeerde S-G
In de subtop van het ministerie is de Secretaris-Generaal(s-g) de hoogste ambtenaar in lijn. Erik Gerritsen vervulde die functie van 2015 tot medio 2020. Hij zei toen aan een nieuwe uitdaging toe te zijn.Hij gold als een onvermoeibare pleitbezorger voor de elektronische communicatie in de zorg. Helaas overschreeuwde hij daarbij zich zelf constant en kwam het drammerig over. Hij liet geen gelegenheid voorbijgaan om eHealth te promoten met selfies of videofragmenten, van waardeloze “zorgrobots” tot apps en hardware. Tot zijn opvolger benoemde de regering per 13 september 2021 Marcelis Boereboom. Deze topambtenaar die al rouleerde bij verschillende ministeries(VWS, OCW en SZW) liep forse averij op in de toeslagenaffaire. Tijdens de verhoren voor de parlementaire onderzoekscommissie over de toeslagenaffaire bleek hij geen ruimte gezien te hebben voor het minder streng aanpakken van de ten onrechte van fraude betichte ouders.
Verbinder?
Deze man zegt dan in een soort promo-filmpje bij zijn benoeming tot S-G op 13 september 2021 dat hij “een verbinder is op twee gebieden: op de inhoud en de mensen”. Dat klinkt als een gotspe. Juist uit het verhoor van de parlementaire onderzoekscommissie bleek hij eerder een bestuurder te zijn die het liefst binnen de door anderen en de regering getrokken lijnen kleurt. Wijd verbreid was de verbazing dan ook in de media over deze benoeming. Het lijkt belangrijker om een topambtenaar van 62 jaar alsnog in de Algemene Bestuursdienst te laten rouleren dan om hem via de zijlijn uit het zicht te laten verdwijnen. Er zijn onschuldiger functies dan een S-G-schap op VWS te bedenken.
Vurige hoop
Het is te hopen dat in een nieuw kabinet men een bewindspersoon voor de Zorg kiest op basis van kennis van het werkveld en bewezen kunde i.p.v. kleurloze/fletse apparatsjiks die alleen hoeven te voldoen aan een bepaalde partijkleur. We hebben de afgelopen vier jaar kunnen zien hoe het niet moet.
W.J. Jongejan, 8 september 2021
Afbeelding van PublicDomainPictures via Pixabay
Recente reacties