Een beetje medisch beroepsgeheim bestaat niet

beroepsgeheimAan alle kanten staat het (medisch) beroepsgeheim onder druk en verkeert het in gevaar. Het beroepsgeheim ervaart de overheid vaak als lastig voor haar informatiepositie. Met allerlei wetsontwerpen en ook door toedoen van de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) probeert men grondslagen te creëren om het beroepsgeheim te doorbreken. Als de overheid bijv. merkt dat de AVG niet in een grondslag voorziet voor een informatiewens dan komt men met reparatie-wetjes/-regelingen. Op dit moment is het zeer actueel vanwege de samenloop van overheidsingrijpen in dezen. Staatssecretaris van Ooijen van VWS stuurt het wetsvoorstel Wet aanpak meervoudige problematiek in het sociaal domein (Wams) naar de Tweede Kamer, waarin een wettelijke plicht opgenomen is om het (medisch) beroepsgeheim te doorbreken. Daarnaast is minister Kuipers van VWS bezig met een Verzamelwet gegevensverwerking II waarover nu een internetconsultatieronde plaatsvindt. Tevens speelt ook de kwestie van de NZa-verplichting aan GGZ-zorgverleners om antwoorden op HONOS-vragenlijsten verplicht op te sturen.

Beetje beroepsgeheim?

Het lijkt er steeds meer op dat de overheid ervoor zorgt dat door haar wenselijk geachte maar onder het (medisch) beroepsheim vallende informatie gedeeld wordt. Van het beroepsgeheim blijft op deze manier weinig over. Het is met het beroepsgeheim als met zwangerschap of met steriliteit bij operaties. Het is er of het is er niet, maar het is er niet een beetje. Een bekend grapje in dezen is de Engelse arts die tegen een vrouw zegt die bang is zwanger te zijn: “Madam, you are slightly pregnant!”. Bij het beroepsgeheim speelt een alles of niets gebeuren. Dus: een beetje beroepsgeheim bestaat niet. 

Waarom is het beroepsgeheim zo belangrijk?

Het beroepsgeheim zorgt ervoor dat de spreekkamer een veilige omgeving is, waar je in vrijheid informatie met een arts kan delen. En dat ook de informatie die je met een arts/zorgverlener uitwisselt tijdens een telefoongesprek of beeldbellen vertrouwelijk blijft. Het vormt de absolute basis van een goede zorgrelatie. Verdwijnen van die vertrouwelijkheid gaat betekenen dat de patiënt/cliënt vroeg of laat geen voor de behandeling zinvolle informatie met de zorgverlener deelt en daarmee uiteindelijk zichzelf en uiteindelijke de samenleving schaadt.

Vertrouwen komt te voet en gaat te paard

Het vertrouwen van de burger op een(medisch) zorgverlener is een uiterst delicaat geheel.

Een vertrouwensband tussen een patiënt/cliënt is soms snel gelegd, maar kost soms veel tijd. Dat vertrouwen kan door plotse verandering in regelgeving stante pede verdwijnen. Het is dan veel sneller verdwenen als dat het kwam.

Reparatie-wetjes/-regelingen

De overheidsaanpak met telkens een reparatiewetje is steeds weer bedoeld om verwijzend naar een bepaald “noodzakelijk” gebruik van persoonsgegevens doorbreking van beroepsgeheim/ geheimhoudingsplicht te legitimeren. Het gaat daarbij altijd weer om shoppen in de uitzonderingen van de AVG. Los van de vraag of de onderbouwing van deze inbreuk/doorbreking valide/legitiem is, speelt hier net als in de GGZ de kwestie dat vertrouwelijkheid bij de hulpverlening cruciaal is voor een vrije toegang tot een de kwaliteit van de hulpverlening.

Vaak is doorbreking van het beroepsgeheim niet noodzakelijk. Dan is algemene informatie over een stoornis of over de mogelijkheden die de GGZ biedt vaak genoeg. Twee psychiaters, Houkje Tamsma en Leontine ten Hoopen, stellen dat in een bijzonder lezenswaardig artikel dd. 25 maart 2022 in het artsenblad Medisch Contact. Daarin hekelen ook zij het telkens knabbelen aan het (medisch) beroepsgeheim door de overheid.

Jeugdzorg

Probleem  is dat het slecht functioneren van langs elkaar heen werkende, versnipperde instanties in de jeugdzorg wordt gemaakt tot HET argument om de contraproductieve, draconische doorbreking van vertrouwelijkheid in de jeugdzorg met het wetsvoorstel Wams te “legitimeren”. De benadering/strategie van de overheid is daarmee als volgt. Laat instanties eerst doormodderen om verwijzend naar de problemen die daarbij ontstaan en stel dan dat uitwisseling van vertrouwelijke gegevens op persoonsniveau met doorbreking van geheimhoudingsplichten “noodzakelijk” is om de gerezen (onder gedogend non-toezicht ontstaan) problemen te lijf te gaan. Tja, strategisch wanbeleid werpt wrange vruchten af.

Nog even dit

De overheid kan wel honderd keer regels opleggen om het doorbreken van het medisch beroepsgeheim te verplichten, maar uiteindelijk blijft de zorgverlener tuchtrechtelijk aansprakelijk voor zijn/haar handelen.(zie  ook pagina 15 van dit document).  Zij moeten een professionele afweging maken om informatie wel of niet te delen. Daarbij in gedachten houdend lid 3 van art 457 van het Burgerlijk wetboek dat het zwijgrecht van de arts regelt.

Daarin staat dat als de hulpverlener door inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de bescheiden te verstrekken niet geacht kan worden de zorg van een goed hulpverlener in acht te nemen, hij zulks achterwege laat.

W.J. Jongejan, 6 februari 2023

Afbeelding van Mohamed Hassan via Pixabay