Nog steeds geen nieuwe richtlijn ‘Overdracht medicatiegegevens in de keten’
Op de website van ICT&Health stond op 6 juni 2017 een bericht over de conceptrichtlijn ” Overdracht van medicatiegegevens in de keten”. De richtlijn die in 2008 was opgesteld was dringend aan herziening toe. Daartoe werd een heel traject doorlopen wat eind november 2016 al tot een herzieningsvoorstel leidde. Daarna kwam nog een nieuwe conceptversie beschikbaar in april 2017. Naar nu blijkt, zijn de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie(KNMP) en de Nederlands Vereniging van Ziekenhuis Apothekers(NVZA) niet bereid dat voorstel te autoriseren, omdat er nog te veel knelpunten volgens deze organisaties bestaan. Op de website van de KNMP is een zeer kort bericht hierover te lezen zonder verduidelijking wat die knelpunten nu precies zijn. Bop de website van de NVZA is niets recents te vinden.
Overleg
De eerste versie van de richtlijn “Overdracht van medicatiegegevens in de keten” is in 2008 tot stand gekomen door afgevaardigden van 23 koepelorganisaties, beroepsverenigingen en overheidsinstanties. De Inspectie voor de GezondheidsZorg(IGZ) is steeds toehoorder bij het overleg geweest en niet een actieve deelnemer.
LSP knelpunt
Minimaal één knelpunt wordt duidelijk door het bericht op de website van ICT&Health. Dat is gelegen in het niet aanwezig zijn van één landelijke werkende elektronische infrastructuur voor het uitwisselen van medicatiegegevens. Daar is bij het opstellen van de richtlijn in 2008 wel van uitgegaan. 2008 was niet geheel toevallig het jaar waarin een begin gemaakt werd met het gebruik van het Landelijk SchakelPunt(LSP), toen nog in het kader van wat het Landelijk Elektronische PatiëntDossier (L-EPD) werd genoemd. In opzet was het dus een landelijke uitwisselstructuur. Het huidige gebruik van het LSP is regionaal van opzet. Het zijn wel softwarematige regio-schotten die in het LSP zijn aangebracht, maar dat regionale karakter is tegen de zin van de apothekersorganisaties. Het regionale gebruik van het LSP is eind 2011 met tegenzin van de beheerder, de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ) aangebracht. Men moest wel omdat anders medewerking van huisartsen en huisartsorganisatie LHV zou ontbreken. Bij de afwijzing van het L-EPD in de Eerste Kamer in april 2011 had de politiek zich ook uitgesproken voor regionaal werken. Mogelijk willen de KNMP en NVZA door hun opstelling druk uitoefenen om de regionale schotten uit het LSP te doen verwijderen.
Opt-in huisartsendata
Wat de volledigheid van medicatieoverzichten ook fors beperkt is het als jaren ver achterblijven van de opt-in-toestemmingen van burgers om hun medische data bij huisartsen te doen delen. Slechts één derde van de Nederlanders blijkt die toestemming te geven. Het betekent dat overzichten van aflevering( door apotheken) en voorschrijven(huisartsen) niet goed met elkaar te vergelijken zijn. Ook overzichten van interacties, contra-indicaties en allergieën zullen daardoor niet beschikbaar zijn. Ook al wordt pressie op patiënten uitgeoefend om opt-in-toestemming te geven het is een blijft een vrijwillig systeem.
Onvolledigheid apotheekdata
Bij overzichten via het LSP over medicatie is het altijd zo dat je nooit weet wat je mist. Dat klinkt cryptisch maar het is het gevolg van het gegeven dat een patiënt bij alle apotheken waar hij/zij medicatie ophaalt apart een apotheek-opt-in-toestemming moet geven. Als een patiënt via de eigen apotheek iets geleverd krijgt dat de apotheek bij een centraal/landelijk werkende apotheek laat maken moet ook daarvoor een opt-in-toestemming gegeven worden. Dat geldt ook voor de ziekenhuisapotheek en/of politheek.
Ketenzorgbericht
Mogelijk speelt bij de opstelling van de KNMP en de NVZA ook een rol dat het ketenzorgbericht via het LSP nog steeds niet echt operationeel is. In 2013 werd in het convenant en programmaplan aangekondigd dat het ketenzorgbericht in begin 2015 operationeel zou zijn. Hoewel aangekondigd voor medio 2017 is dit nog steeds niet het geval. Het ketenzorgbericht gaat in hoofdzaak over het uitwisselen van medische informatie tussen zorgverleners in de keten die bestaat voor bijvoorbeeld diabetes mellitus. Daarbij is complicerend dat niet elke type zorgverlener evenveel rechten heeft om informatie in te zien. Zo zal een diëtiste veel minder informatie mogen zien dan de oogarts een netvliesonderzoek doet bij een suikerpatiënt. Ongetwijfeld maakt het onderdeel medicatie deel uit van het ketenzorgbericht.
Verantwoordelijkheid patiënt
In het concept van de herziene richtlijn ligt de nadruk op de verantwoordelijkheden van de betrokken zorgverleners en zorgaanbieders en wordt ook de rol van de patiënt in het overdrachtsproces erkend. Patiëntveiligheid, haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn belangrijke uitgangspunten, aldus de KNMP. Waar in het begin (2008) nog de nadruk lag op het met ICT en met name het LSP komen tot een geautomatiseerde overdracht blijkt men nu toch de beperkingen van de ICT in te calculeren door de vermelding van haalbaarheid en uitvoerbaarheid. Ook wordt in het concept van de herziene richtlijn een plaats ingeruimd voor de rol van de patiënt in het overdrachtsproces. Deze is een onmisbare schakel in de informatie over wat wel of niet gebruikt wordt. Met alleen de voorschriften(recepten) van de arts en de afleveringen door de apotheek ben je er niet. De patiënt is de informatiebron over wat echt gebruikt wordt. Het is een bemoedigend inzicht in het concept van de herziene richtlijn.
W.J. Jongejan
Zolang als niet expliciet duidelijk is waar aansprakelijkheden liggen wanneer in een keten van zorgverleners gecommuniceerd wordt, is elke richtlijn zinloos en te vrijblijvend.
Minimaal moet duidelijk zijn:
– wat de inhoud van zo’n bericht is
– welke code stelsels gebruikt zijn;
– Wie welke aansprakelijkheid draagt voor de inhoud, het transport (zenden en ontvangen) en het bewaren van de data.
De gecommuniceerde data moet:
– proportioneel zijn; dwz slechts de noodzakelijke gegevens moeten in de data set gedefinieerd zijn;
– doelgebonden zijn; dwz de data mag niet voor een ander doel dat informeren van de ontvanger gebruikt worden, tenzij er expliciet toestemming is of verkregen wordt.
Voor zover als ik heb kunnen nalezen (in de 2016 versie) wordt aan deze voorwaarden niet voldaan. Ik lees over de aansprakelijkheid, het proportioneel zijn en het doelgebonden zijn geen enkele tekst. Tekst over verantwoordelijkheden van de partijen is te vaag en te vrijblijvend.
Ik ben erg geïnteresseerd in de overweging van de betrokkenen waarom ze niet akkoord gaan met de voorgestelde richtlijn. Nu is alles te veel in het verborgene.