Raad van State tikt kabinet gevoelig op de vingers om Wmebv

tik op vingersDe Raad van State(RvS) publiceerde op 24 juli 2019 haar advies over de Wet modernisering elektronische bestuurlijk verkeer(Wmebv). In dit wetsontwerp wil het kabinet vastleggen hoe de elektronische communicatie tussen overheid en burger in haar ogen in de komende jaren zou moeten verlopen. De RvS dient met haar advies een gevoelige tik uit aan het kabinet. Het gebeurt op het moment dat het wetsontwerp naar de Tweede kamer gaat.  Meer specifiek krijgen de opstellers, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties(BZ) en het ministerie van Justitie en Veiligheid(JenV) die tik op de vingers. Het wetsontwerp dateert van 2016. Toen vond in februari de internetconsultatie plaats. De hoofdconclusie van de RvS is eigenlijk dat het kabinet in het willen toepassen van elektronische communicatie met de burger heel erg naar zich zelf toe redeneert. De RvS komt in de samenvatting van haar advies tot een viertal kernpunten. Die zal ik afzonderlijk bespreken.

Recht burger op brief  

Waar de wetgever regels wil maken voor het elektronische berichtenverkeer tussen overheid en burger blijkt ze daarbij voor te sorteren op de geleidelijke afschaffing van de papieren communicatie. De RvS constateert terecht dat grote groepen burgers niet digitaal vaardig zijn of dat ooit zullen worden. Niet alleen ouderen maar ook laaggeletterden vallen daaronder. Daar waarschuwden de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid(WRR) en de Nationale Ombudsman ook al voor.   Als communicatie per brief niet meer mogelijk is, zullen deze burgers volgens de RvS het contact met de overheid verliezen en daardoor in grote problemen komen. Geïnstitutionaliseerde vervreemding van burgers  is het dus van de eigen overheid.  Het advies van de RvS is daarom het omgekeerde van wat het kabinet in het wetsvoorstel beoogt. De RvS adviseert de burgers het recht te geven om per brief contact met de overheid te hebben en dat in het wetsvoorstel vast te leggen.

Gebrek aan standaardisatie

Het viel  de RvS op dat er in het wetsvoorstel geen duidelijk poging vermeld staat om de procedures voor het versturen van berichten aan overheidsinstanties te standaardiseren. Een gemiste kans dus. Elke overheidsinstantie kan bepalen hoe burgers berichten bij haar moeten indienen. Het kan bijvoorbeeld gaan om het invullen van een webformulier of het gebruiken van een programma. Als de burger de verkeerde methode kiest (bijvoorbeeld het e-mailadres gebruikt van een ambtenaar met wie hij eerder heeft overlegd), is niet zeker of het bericht wel in behandeling wordt genomen. Indien elke instantie zelf mag bepalen hoe zij moet worden benaderd, kunnen er grote verschillen ontstaan tussen instanties.  Burgers moeten niet worden lastiggevallen met de verschillende keuzes die instanties maken. Daarvoor is de organisatiestructuur van de overheid te ingewikkeld.

E-mailverkeer

In het wetsvoorstel sorteert de overheid voor op het gebruik van e-mail als belangrijk communicatiemiddel. De RvS constateert zeer terecht dat die keuze niet zonder risico is en dat het het kabinet dat risico alleen bij de burger neerlegt. Ze noemt als voorbeelden dat e-mails niet aankomen het gebruik van verouderde mailadressen van burgers door de overheid, het verdwijnen van e-mails door spamfilters en het per abuis beantwoorden van e-mails met een “no-reply”-mailadres. De RvS wil dat verstoorde evenwicht dat het wetsontwerp faciliteert herstellen en doet in haar advies een aantal concrete suggesties.

Niet techniek-onafhankelijk

Een berucht probleem met wetgeving, waarin het gaat om ICT, is dat heel vaak de techniek omschreven staat. Daardoor is wetgeving vaak al verouderd op het moment dat het de Staten Generaal gepasseerd is. De RvS constateert dat de overheid in het wetsvoorstel Wmebv ook nu weer die klassiek fout gemaakt heeft. Het wetsvoorstel is een poging om wettelijke regels over elektronische communicatie techniek-onafhankelijk te formuleren. Daarmee moet worden ingespeeld op toekomstige technologische ontwikkelingen, zodat de wet duurzaam is en niet regelmatig hoeft te worden aangepast. De RvS beschrijft hoe het wetsvoorstel gedetailleerd aansluit bij de huidige stand van de techniek. Om dat te verhullen gebruikt het wetsvoorstel vage termen. Daardoor biedt het geen concreet houvast, en is het al snel verouderd. Het advies is om het wetsvoorstel toe te schrijven naar concrete technieken, maar ruimte te bieden voor experimenten met nieuwe technieken.

Affakkelen

Bij goede lezing van het advies komt het er eigenlijk op neer dat de RvS de inhoud van het wetsvoorstel op een beschaafde wijze behoorlijk affakkelt. Het impliciete advies is eigenlijk om het wetsvoorstel min of meer te herschrijven dan wel dat Kamerleden aanpassingen afdwingen op basis van dit hecht doortimmerde advies. Eigenlijk komt het erop neer dat de respectievelijke ministeries van BZK en JenV het huiswerk niet goed gemaakt hebben. En men vooral oog heeft gehad voor het eigen gemak van de overheid en niet voor de gerechtvaardigde belangen van de burger.

W.J. Jongejan, 26 juli 2019

In de tekst is gebruik gemaakt van passages uit de samenvatting van de RvS over de Wmebv.