Toeval bestaat niet in de politiek. Hoe men een wet voorkookt
Waarom verschijnt wat op welk moment in de pers? Dat is vaak geen toeval. Als het kabinet een nieuwe wetsvoorstel door de Staten Generaal wil loodsen, verschijnen in de media vaak vlak voor of tijdens de behandeling allerlei berichten. De geesten maakt men zo rijp voor wat komen gaat. Berichten verschijnen die suggereren dat het onderhavige wetsvoorstel in een aanzienlijke leemte in de wetgeving voorziet en zegenrijk is voor het land. Zo publiceerde de NOS op 15 januari 2020 een bericht over zorgfraude in Twente. De titel: “ Rol van georganiseerde misdaad in zorgsector Twente groter dan gedacht”. Het bericht gaat over een rapport van het InformatieKnooppunt Zorgfraude dat een einddatum van december 2020 kent en dat het Informatie Knooppunt Zorgfraude(IKZ) op 15 januari 2021 op het internet publiceerde. Dat precies op het moment dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg(Wbsrz) plenair zou gaan behandelen.
Aanleiding onderzoek
Een medio 2019 gepubliceerd rapport van het IKZ “Strafrechtelijke antecedenten bij vermoedens van zorgfraude” vormde de basis voor het zojuist verschenen rapport. Al in 2019 was duidelijk dat er in Twente sprake was van een flink aantal frauderende zorginstellingen. In het huidige rapport beschrijft men dat deze fraudeurs werkzaam waren in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo), Wet langdurige zorg(Wlz), de Jeugdwet en combinaties van deze wetten. Opvallend noemt men het dat er geen casuïstiek voorkwam op het gebied van de Zorgverzekeringswet(Zvw).
Kruisbestuiving
Opmerkelijk zijn de beschreven samenwerkingsverbanden. In het huidige IKZ werken de Inspectie SZW, de IGJ, ZN, het CIZ, de VNG , het Openbaar Ministerie, NZa, FIOD en Belastingdienst samen. In Twente deed men onderzoek in samenwerking met het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Oost Nederland(RIEC ON), vallend onder het ministerie van Justitie en Veiligheid.. Daarnaast werkte het OKZ samen met de Taskforce Integriteit Zorg(TIZ). En welke organisaties doen nu mee met het TIZ? Dat zijn precies dezelfde als in het IKZ, maar daarbij nog het ministerie van VWS en de Sociale verzekeringsbank. Zo heeft men het aardig druk met elkaar.
Barrièremodel
Hoe kwamen de 22 beschreven zorgorganisaties met feiten van ondermijnende criminaliteit en zorgfraude boven water? Dat kwam voornamelijk door het gebruik van het zogenaamde barrièremodel dat de 14 gemeenten van de regio Twente zijn gaan gebruiken bij de aanbesteding van zorgaanbieders. Dat hield in:
- Strengere eisen aan de voorkant bij aanbesteding
- Pre-monitoring. Van de gegunde aanbieders maken ze een risicoschatting op het gebied van rechtmatigheid en kwaliteit. Dat doen ze op basis van de vragen die de aanbieders bij inschrijving hebben beantwoord. Zo willen ze o.a. weten of de bestuurders een relevante (werk)achtergrond in de zorg hebben en of de organisatie voldoende (geschoold) personeel in dienst heeft om de zorg te kunnen leveren.
- Stoplichtmodel: De uitkomsten van de pre-monitoring houdt men bij in het stoplichtmodel. Informatie die men heeft en nog krijgt over de zorgaanbieders, wordt afgezet tegen risico-indicatoren. Met dit stoplichtmodel brengt men de risico’s op fraude of ondermijning in beeld.
Wtza en barrièremodel
Medio 2020 nam de Eerste Kamer de Wet toetreding zorgaanbieders(Wtza) aan die strenge eisen stelt aan startende zorgaanbieders. Het in Twente gebruikte barrièremodel liep eigenlijk daarop vooruit. Het was al jaren ronduit belachelijk dat men wel naar zorgfraude zocht, maar dat frauderende zorgaanbieders bij ontmaskering zonder belemmering een nieuw zorgbedrijf konden starten. De Wtza en het barrièremodel laten zien dat er wel degelijk de mogelijkheid bestaat om zorgfraude goed aan te pakken. De CDA-fractie in de Tweede Kamer liet bij commissiebehandeling van het wetsvoorstel(Wbsrz) weten dat bestrijding ervan aan de achterkant weinig toevoegde aan de beperking aan de voorkant met de Wtza.
Subsidiariteit
Bij een wetsontwerp moet altijd gekeken worden of de proportionaliteit wel in orde is. Ook dient gekeken te worden of het ook kan met minder ingrijpende methodes: de subsidiariteit. Zowel de Wtza als het Twentse barrièremodel laten zien dat in plaats van grote aantallen, soms medische, data delen ook andere, minder ingrijpende methodes dan het grootschalig delen van data in de Wbsrz instanties ter beschikking staan.
Onrechtmatigheid(1)
De argumenten van de minister van VWS wil in met de Wbsrz bij een “gerechtvaardigd vermoeden van fraude” zorgaanbieders/zorginstellingen in een Waarschuwingsregister opnemen. Zulks om gemeenten en zorgverzekeraars te kunnen waarschuwen bij contractering. De minister gebruikt als argument voor de oprichting onder andere de lange wachttijd en doorlooptijd in de gewone (straf)rechtsgang. Daarbij hanteert zij het argument dat het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht het te druk hebben met allerhande strafzaken en zij de gemeenten en zorgverzekeraars wel de mogelijkheid wil geven zelf zorgfraude aan te pakken met behulp van het Waarschuwingsregister. En hoe verrassend! In het rapport van het IKZ spreekt men over precies hetzelfde: geringe strafrechtelijk consequenties vanwege het capaciteitsgebrek bij opsporingsinstanties en de zware bewijslast.
Onrechtmatigheid(2)
Ziedaar: het rapport van het IKZ pleit in de conclusie ook voor aanpassing van de wetgeving om gegevensuitwisseling tussen RIEC’s en zorgkantoren en tussen gemeenten en zorgkantoren mogelijk te maken. Maar wat deed men nu in het Twentse onderzoek” Ja, uitgebreide uitwisseling van gegevens tussen de samenwerkingspartners met opzij schuiven van het doelbindingsprincipe. Overigens heeft men ook wel door dat dit niet de schoonheidsprijs verdient en vraagt daarom een wettelijke regeling. Uiteraard in een Wbsrz.
1-2-tje
Wat we hier zien afspelen is een 1-2-tje tussen de in het onderzoek deelnemende partijen en het ministerie van VWS om de publieke opinie en die van de Tweede Kamer te beïnvloeden. Helemaal gelukt is het trouwens niet. Plenaire behandeling zou op 20 januari plaatsvinden, maar door de val van het kabinet Rutte III is het nu, althans voorlopig, verschoven naar de eerste week van februari. Daarnaast is het de vraag of met een gevallen kabinet men het wetsvoorstel als controversieel bestempeld. Daardoor blijft het dan liggen tot er een nieuwe regering is.
W.J. Jongejan, 18 januari 2021
Afbeelding van PublicDomainPictures via Pixabay
Recente reacties