Zeer veel minderjarigen staan illegaal in de LSP-index

yes-238376_640

In de centrale computer van het Landelijk SchakelPunt(LSP) staan in de index ook de opt-in-toestemmingen van kinderen onder de zestien jaar geregistreerd. Die toestemmingen zijn echter gebonden aan leeftijdsgrenzen. In de toestemmingsprocedure is echter niet voorzien dat als kinderen bepaalde leeftijdsgrenzen(twaalf een zestien jaar) overschrijden dan een nieuwe opt-in-toestemming moet worden geregistreerd. Daardoor staan nu veel jongeren in de LSP-index zonder rechtsgeldige toestemming, naar schatting vele tienduizenden tot enkele honderdduizenden. Een analyse van deze vreemde situatie.

Wgbo

In het Burgerlijk Wetboek 7, afdeling 5 is de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) vastgelegd. In de artikelen 447 tot en met 450 wordt het toestemmingsprincipe voor minderjarigen behandelt. Daarbij maakt wet onderscheid tussen:

  • minderjarigen onder de 12 jaar. Deze geven zelf geen toestemming, maar dat doen de ouders middels een handtekening.
  • minderjarigen tussen de 12 en 16 jaar. Daarbij geven zowel het kind als de ouders hun toestemming middels een handtekening.
  • minderjarigen ouder dan 16 jaar. Dan is de minderjarige volledig toestemmingsbevoegd en tekent zelf.

De wet die de toestemming in het kader van de behandelingsovereenkomst regelt, luidt als volgt artikel 447 lid 1:

“Een minderjarige die de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, is bekwaam tot het aangaan van een behandelingsovereenkomst ten behoeve van zichzelf, alsmede tot het verrichten van rechtshandelingen, die met de overeenkomst onmiddellijk verband houden.”

De toestemming voor het opvraagbaar maken van de medische gegevens van de minderjarige via het LSP valt onder de rechtshandelingen, die met de overeenkomst onmiddellijk verband houden.

VZVZ

De Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ) heeft als verantwoordelijke voor het LSP in het toestemmingsformulier terecht een onderscheid gemaakt tussen de toestemmingen van de onderscheiden groepen minderjarigen. Zoals hierboven beschreven wordt de toestemming van de minderjarige vastgelegd. Dat lijkt dus wettelijk goed geregeld. Er is echter een zeer groot manco. Indien de leeftijd van de minderjarige vordert, verandert het toestemmingsprincipe. Dan dient een nieuwe toestemming te worden gevraagd die passend is voor die leeftijd.

Scenario’s

  • Indien een minderjarige twaalf wordt, zal deze voor het eerst een zelf handtekening moeten plaatsen op een opt-in-toestemmingsformulier tezamen met de ouders. Het voor de leeftijd van twaalf jaar ingediende formulier is dan niet meer rechtsgeldig. De grenzen zijn in de Wgbo immers niet voor niets getrokken. Als het kind het formulier niet mee wil tekenen dan is dat  een gebrekkige c.q. niet afdoende toestemming. Die situatie kan wijzen op een probleem tussen ouder en kind, wat weer een aparte benadering vergt. De arts die daar mee geconfronteerd wordt mag NIET uitgaan van verleende toestemming. In ieder geval moet bij het twaalf jaar oud worden opnieuw een opt-in-toestemming gevraagd en vastgelegd worden.

 

  • Indien een minderjarige zestien wordt moet deze eigenstandig toestemming geven zonder handtekening van de ouders. Het is zeer wel mogelijk dat een zestienjarige anders beslist dan toen hij tezamen met zijn ouders moest tekenen. In ieder geval moet bij het zestien jaar oud worden opnieuw een opt-in-toestemming gevraagd en vastgelegd worden.

Consequentie

De gevolgen van het ouder worden voor de registratie van de opt-in-toestemming zijn eigenlijk nooit goed doorgesproken. De vastgelegde toestemming van de diverse leeftijdscategorieën is bij het vorderen van de jaren niet meer rechtsgeldig en zal opnieuw gevraagd moeten worden. Er mag niet uitgegaan worden van een veronderstelde toestemming. Hangende die hernieuwde toestemming zal de registratie van die minderjarigen in de LSP-index ongedaan gemaakt dienen te worden. Zo dat niet het geval is, heeft men te maken met een duidelijke overtreding van de wet(Wgbo). Naar schatting gaat het om vele tienduizenden, mogelijk zelfs enkele honderdduizenden toestemmingen, die opnieuw verkregen moeten worden. Daarbij moet dan ook nog aangetekend worden, dat voor een zinvolle datacommunicatie tussen huisarts en apotheek via het LSP, het om twee toestemmingen per persoon gaat die herzien moeten worden.

W.J. Jongejan