Zorgautoriteit draaide AP inderdaad een rad voor de ogen

ZorgautoriteitOp 14 december 2022 kwam de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) met een lang verwacht oordeel over de verzameldrift van de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) ten aanzien van GGZ-data. Bij de publicatie bracht de AP ook een brief van 7 oktober 2022 in de openbaarheid. Daarin stelde de AP een groot aantal vragen aan de NZa, omdat de AP ernstig twijfelde aan de rechtmatigheid van de verzameling van antwoorden op HONOS-vragenlijsten door de NZa. In die brief van 7 oktober maakt de AP kenbaar dat NZa haar een rad voor ogen draaide omtrent het voornemen om die data te verzamelen. De adviesaanvrage van de NZa aan de AP zat ook raar in elkaar en bestond uit twee aparte adviesaanvragen. Ik schreef daarover op 1 september 2022. Op 6 september publiceerde ik een artikel met het vermoeden dat de AP een cruciaal detail over het hoofd zag. Dat blijkt nu te kloppen.

Brief AP d.d. 7 oktober 2022

Deze brief bevat in de eerste alinea de volgende brisante passage:

“Op 23 maart 2021 vroeg u(NZa) opnieuw advies over een gewijzigd concept voor invoering van het zorgprestatiemodel. In de veronderstelling gebracht dat geen sprake was van uit oogpunt van bescherming van persoonsgegevens substantiële wijzigingen is e.e.a. destijds niet opnieuw inhoudelijk bezien en is niet opnieuw advies uitgebracht. Nu blijkt dat hiermee beoogd is zorgaanbieders grootschalig te verplichten bijzonder gevoelige gegevens over hun individuele patiënten te verstrekken aan de Nza in de vorm van scores op vragen uit de zogenoemde Honos+ vragenlijsten (verder: Honos+ gegevens). De AP ziet hierin aanleiding zich alsnog een oordeel te vormen over de rechtmatigheid van deze regelgeving, specifiek op het punt van aanlevering aan de Nza van Honos+ gegevens ten dienste van de ontwikkeling van het stelsel van zorgvraagtypering.”

Doortraptheid NZa

In mijn publicatie van 1 september 2022 schreef ik al dat de NZa een heel vreemde methode had bedacht om advies te vragen over haar GGZ-zorgdata-verzamelwens. De eerste aanvraag betrof het nog enige tijd voortzetten van de bestaande methode met het registreren van de zogenaamde DSM-hoofdgroepen. Pas de tweede adviesaanvrage ging over de aanlevering van de antwoorden op HONOS+ vragenlijsten. Pas op pagina 90 van het 99 pagina’s tellende document maakte de NZa in een kort zinnetje duidelijk wat de aard en de omvang van de HONOS-dataverzameling was. Door haar aanvraag zo in te kleden draaide de NZa de AP een rad voor de ogen. Alleen zeer oplettende lieden zouden zoiets opmerken. En inderdaad tuinde de AP daar in.

Falen van de AP

De AP reageerde op de eerste aanvrage positief en leefde, naar nu blijkt, inderdaad in de veronderstelling dat er uit het oogpunt van bescherming van persoonsgegevens geen sprake was van substantiële wijzigingen. Daarom bekeek ze die tweede adviesaanvrage niet opnieuw inhoudelijk en bracht geen nieuw advies uit. Een zeer ernstige omissie dus. Op 9 september bleek de AP wakker geworden te zijn. Op die datum publiceert de NZa een bericht dat de ze van de AP te horen heeft gekregen dat die een nadere onderbouwing van de gegevensaanlevering wil hebben.

Gedrag toezichthouders onwaardig

Eén en ander maakt wel duidelijk dat hier sprake is van gedrag dat officiële toezichthouders absoluut onwaardig is. De ene autoriteit vraagt op een laakbare, dubbelzinnige, wijze advies aan over haar beleidsvoornemen. De andere autoriteit interpreteert de dubbele adviesaanvrage volkomen verkeerd en ziet essentiële zaken over het hoofd.

Je vraagt je bij dit soort zaken dan ook af: “Quis custodiet ipsos custodes?(=Wie bewaakt de bewakers.” Ontleend aan de Satiren van Juvenalis (Satura VI, 347)

W.J. Jongejan, 16 december 2022

Afbeelding van Wolfgang Borchers via Pixabay